Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende: Zo hebben we dus nu enkele keren bij de jbinnenkameren des Konings mogen stilstaan. We moeten nu nodig het andere gedeelte van de tekst met elkander gaan bekijken. Dan zullen we vanzelf nog wel zien, in welk een heilige verrukking der ziel de brxiid terechtkomt, als zij in die binnenkameren des Konings wordt ingeleid. Er is toch niet groter in te denken dan dat een nietig zondig schepsel in de binnenkameren van de Kqn(ing der koningen van de) Heere der heren wordt gebracht.

Uitziende: Nu u dit zegt, wil ik nog wel even aanhalen wat Hellenbroek daarvan zegt. Hij zegt zo: „Ach! smelt nu weg, begenadigde zielen, smelt nu weg, dat de grote koning u, zulke nietige wormen, zo bevooirrecht. Het is niet maar een gemeen man, het is niet maar een aanzienlijk heer, ja ook niet maar een koning van de aarde, maar het is de koning van de hemel, de eigen Zoon van God.

En gij, wie zijt gij? Veracht stof, onwaardig schepsel. O, wat een wonder, dat zulk een Koning naar u omziet, dat Hij Zich zoveel aan u laat gelegen liggen, dat Hij u in een huwelijk met Zich verenigen wil. Als een aards Koning eens een verachte slet van de straat opnam tot Zijn koningin, wat zou er elk niet verbaasd over staan. En daar kan nog enige bevalligheid in zijn, daar hij 't om deed. Maar in u was niets dan dat alle afkeer en verachting waardig was. En o wonder, die Koning brengt u in Zijn eigen huis en in Zijn binnenkameren.

Hopende: Ik vind hetgeen dat Hellenbroek over die binnenkameren des Konings schrijft in één woord kostelijk. Ook de toepassing die hij daarop maakt, is toch zo geheel uit en naar het hart van Gods volk. Er is van dat stuk dat Hellenbroek ' schrijft over de binnenkameren des Konings echt wel een kostehjk preekje te maken om in de gemeenten te lezen.

Maar goed, dat zeggen we maar even in het voorbijgaan. We moeten nu verder gaan. En dan lezen we in het verdere gedeelte van de tekst: wij zullen ons verheugen en in U verblijden. De bruid spreekt nu in het meervoud. Eerst heeft zij gezegd: De komng heeifit MIJ gebracht in Zijn binnenkameren. Nu zegt zij: WIJ zullen ons verheugen en in U verblijdden. De bruid verliest haar gezellinnen steeds maar niet uit het oog.

Zo heeft zij gebeden: Trek MIJ, WIJ zullen U nalopen. Dus dan spraik ze ook eerst in het enkelvoud en daarna in het meervoud.

Uitziende: Dat is nu werkelijk ook weer een eigenschap van het leven. Als de ziel in het dadelijk leven mag delen, dan heeft ze tegelijk de ganse kerk bij zich. Dat is toch zo'n wonderlijke zaak. De gemeenschap met de Koning geeft ook altijd gemeenschap met elkander.

Hopende: En het is waar, zoals u zegt, dat men dan gemeenschap met de ganse kerk gevoelt, maar toch zijn er ook weer bepaalde personen die men eigenlijk altijd in de geest bij zich heeft. Aan die personen gevoelt men zich bijzonder nauw verbonden. Er zijn vrienden en boezemvrienden. Daar zullen we nu echter verder maar niet op ingaan.

Uitziende: De bruid zegt dus nu: wij zullen ons verheugen en in U verblijden. Deze blijdschap waarover de bruid thans spreekt, is een bovennatuurlijke, geestelijke blijdschap. Er is ook een natuurlijke blijdschap. En daaronder is er ook weer zoveel ijdele en onbetamelijke blijdschap. Daar zegt Salomo van: Tot het lachen zeide ik: Gij zijt onzinnig, en tot de vreugde: Wat maakt deze? En och vriend, wat is al de blijdschap, die Koning Jezus niet tot Voorwerp heeft?

De bruid zegt hier: wij zullen ons verheugen en in U verblijden.

Hopende: Als men zich in Christus verheugen en verblijden mag, dan is er voor al het andere geen plaats. Dan is Christus alias voor de ziel. Was er bij Simeon nog plaats voor een zich verheugen in wat anders, toen hij het Kindeke in de armen had? Was er bij Anna nog ergens anders plaats voor? Denk verder eens aan Zacharias en Elisabeth. Hoe hebben zij zich in Christus mogen verblijden.

Ook de kamerling heeft zijn weg met blijdschap mogen reizen, toen hij Christus had gevonden. Zo mocht nu ook de bruid zich in Christus verblijden. Ze spreekt hier over een zich verheugen in de Persoon des Middelaars.

Uitziende: Christus is dus alles voor haar. Het is de bruid dus meer om de Persoon dan om Zijn goederen te doen. Er zijn er velen die zich meer verheugen om de weldaden dan om de Persoon.

Maar de ware liefde doet aan de Persoon genoeg hebben. Al had men al de goederen en moest de Persoon missen, dan zou men nog alles missen. Buiten Christus Zelf laat alles de ziel ledig en onbevredigd. O hoe bindt de ware liefde de ziel toch aan de Persoon! Daar moet men de Persoon voor kennen, om daar wat van te weten. Onbekend maakt onbemind. Wat horen we toch over het algemeen weinig over de liefde tot die Persoon en het zich verblijden in Hem als vrucht van de kennis van die Persoon. Maar naar de mate er ook meerdere kennis mag komen van die Persoon, zal men zich ook in een - meerdere mate in Hem mogen verblijden. De apostel kon zeggen: In Dewelke gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde.

Hopende: Dat is dus de rechte liefde, waarbij het niet om de goederen, maar om de Persoon Zelf gaat. Als de bruid in de binnenkameren des Konings komt, heeft zij aan de Koning Zelf genoeg. Ze denkt dan eigenlijk nergens anders aan.

En och vriend, dat is eigenlijk niet te bespreken. Dat is alleen maar voor beleving vatbaar. We zullen in o^ns leven niet anders dan Christus meer over moeten houden. Maar daar is ook in de weg der heiligmaking een doorgaande ontdekking en ontlediging toe nodig. Zulk een ontdekking en ontlediging is altijd maar weer nodig, opdat men zich waarlijk alleen weer eens in Christus zai kunnen verblijden. We moeten echter vc(or deze keer onze samenspraak weer afbreken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's