Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KRITIEK IN WAPENVELD OP KERSTENS DOGMATIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRITIEK IN WAPENVELD OP KERSTENS DOGMATIEK

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vervolg

Ook Brakel leert, dat er te onderscheiden is tussen het wezen van het genadeverbond en de bediening er van. Zo in III. 2, 21, waar het luidt: Dat verbond één in wezen, wordt ten opzichte van de bediening in het oude en nieuwe verbond onderscheiden. Er is dus ook bij Brakel te onderscheiden tussen het wezen en de uiterlijke bediening of openbaringsvorm van het verbond, evenals bij ds. Kersten. Het wezen wordt ook bij hem bepaald door de eeuwige verkiezing ter zahgheid, en onder de bediening vallen de middelen, als Woord, Sacrament, als ook de bediening van de ambten en instellingen in de gemeente. En in die uiterlijke middelen was enig onderscheid in het O. en N. Testament. Uitdrukkelijk zegt hij (I, 16, 3) dat het genadeverbond er is tussen God en de uitverkorenen, maar de uiterlijke bedienings-vorm strekt zich verder uit, waar de onbekeerden en verworpenen leven kunnen onder de uitwendige bediening zonder bekeerd te worden. Dit houdt hij ook vast als hij betuigt in I, 16, 43: De onbekeerden, schoon zij zich uitwendig in het verbond der genade inlaten, zo zijn ze toch daar in niet.

Ze zijn geen ware leden van het verbond der genade, en zo zonder Christus, en zonder belofte. En nog eens in I. 16, 44: Een goddeloze heeft geen recht tot het gebruik der Sacramenten, noch in het O.T. noch in het N.T.; tot de zodanigen zegt God: Wat hebt gij mij inzettingen te vertellen en neemt Mijn verbond in uwen mond. De tijdgelovige kan wel weer afvallen, maar valt dan niet izit het genadeverbond, wijl hij er nooit in geweest is (III. 2, 25.) Dat ziet vanzelf op het wezen van het genadeverbond, want onder de uiterlijke bediening heeft hij wel verkeerd. Ook laten de goddelozen zich maar in schijn in, en alleen uitwendig in de vertoning voor mensen, en alzo verbreken zij het ook weder, en lijden schipbreuk van hun geloof en tonen metterdaad, dat ze noch lot noch deel hebben aan het Woord der belofteq (I. 16, 44.)

Dit herhaalt zich nog eens in I. 31, 19, als hij zich richt tot onbekeerden met deze woorden: In het genadeverbond is de eerste belofte, die alle andere insluit: Ik zal u tot een God zijn. Deze belofte raakt u niet, en God is uw God niet, gij zijt zonder God, Ef. 2, 12. En zo zegt hij ook in I. 42, 55: Voor een onbekeerde zijn geen beloften in de Bijbel; al wat beloften zij zich toeëigenen daarin bedriegen zij zich, ze zullen niet komen, zij zijn zonder Christus, vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, Ef. 2, 12.

De gelovigen alleen zijn erfgenamen der beloftenis. Hebr. 6, 17, alle goederen van het genadeverbond zijn voor hen. (I. 42, 55). Maar God heeft niet voorgenomen om de onbekeerlijken Zijn Geest te geven en ze dus zalig te maken, (I. 30, 14).

Die uitwendige Lnlating is bij hem zich maar uitwendig, zonder waar geloof en bekering, onder de bondgenoten, onergerlijk gedragen. (I-16, 37). Maar wat zal dat toch al anders zijn dan deel hebben aan de uiterlijke bediening van het genadeverbond, zonder deel te hebben aan het wezen, en zich daar in onergerlijk voor de mensen te gedragen?

Van de twee Hoofden Adam en Christus spreekt hij ook in (1. 22, 26, c.) als het daar luidt: Hier worden twee Hoofden voorgesteld, met hunne gevolgen: Adam en Christus; Adam brengende de dood over allen, die in hem wa-

ren, Christus het leven aan allen, die in Hem zijn. En even te voren onder no. 26: Adam wordt gesteld als de oorsprong van ellende aller, die in hem zijn, gelijk aJle mensen in hem waren en gevallen zijn; Christus wordt daartegen gesteld als de oorzaak van genade voor allen, die in Hem zijn, en die allen, en die alleen, zijn in Hem, allen die de rechtvaardigmaking des levens verkrijgen. En nog eens in III. 5, 8, in verband met Rom. 5, 13: De apostel stelt in dat hoofdstuk Adam en Christus tegen elkander; Adam als de oorzaak van de zonde, en Christus als de oorzaak van de rechtvaardigmaking. Dat alles wijst zakelijk wel ia de richting van de twee verbondshoofden.

In I. 30, 4 leert hij, dat de Wet wel tot alle mensen zich uitstrekt, maar het Evangehe en dus ook de genade-belofte niet tot allen, maar alleen tot enigen.

Hoe staat het nu met de kinderen? Hier geldt, dat niet alle uitverkoren kinderen van hun geboorte af aan de H. Geest hebben, noch ook, dat er een zaad van wedergeboorte in ze zou zijn, dat ter bestemder tijd uit zou spruiten.

Kinderlijke bewegingen tot vragen naar geestelijke dingen, enz. kimnen ook al niet gelden voor vaste bewijzen van wedergeboorte en bekering. (1. 31, 15). Ook hebben ze niet een zaad des geloofs in zich van hun geboorte af aan en als gedoopt. Ze zijn van nature in dezelfde staat met alle onbekeerden, dood, Ef. 2, 1. Ze zijn zonder Christus, zonder belofte, zonder God vóór hun wedergeboorte, Ef. 2, 12 enz. Als ze toch de H. Geest in Zijn wederbarende bediening al hadden, dan konden ze daarna de H. Geest niet meer door het Woord ontvangen, zoals de Schrift dat toch aanwijst. En zo geldt dat ook voor het geloof, want het geloof is uit het gehoor, Rom. 10, 17. Dies kunnen de kinderen voor het gebruik van de rede niet geloven want ze horen het Woord niet (I, 31, 15; 32, 8.).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1965

De Wachter Sions | 4 Pagina's

KRITIEK IN WAPENVELD OP KERSTENS DOGMATIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1965

De Wachter Sions | 4 Pagina's