Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

I. JEZUS IN HET RECHTHUIS VAN PILATUS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

I. JEZUS IN HET RECHTHUIS VAN PILATUS.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis ; Johannes 18:28-32

Van Kajafas is Christus naar Pilatus geleid. Door Kajafas was Hij reeds des doods schuldig verklaard. Valse getuigenis had men tegen Hem gezocht. Men kon het wel weten, dat er tegen Hem geen ware en gegronde beschuldigingen waren in te brengen. Zo zocht men dan valse getuigenissen tegen Hem. En aan valse getuigenissen heeft het niet ontbroken. Hoewel het ons niet beschreven staat waar die valse getuigen mee kwamen aandragen, zo kunnen wij wel begrijpen dat men Hem van alles en nog wat zal hebben beschuldigd.

Christus moest al de ongerechtigheden der Zijnen dragen. Voor dieven, hoeren en moordenaars ging Hij de dood in. En ongetwijfeld zal men Hem van al zulke ondeugden wel beschuldigd hebben. Jezus zweeg echter stil op al die beschuldigingen. Ook heeft men er Hem van beschuldigd, dat Hij gezegd had: Ik kan de tempel Gods afbreken en m drie dagen dezelve opbouwen. Ook op deze beschuldiging heeft Hij gezwegen. Kajafas heeft Hem daarop echter gevraagd. Ik bezweer U bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zone Gods? En hierop heeft Jezus niet gezwegen, maar geantwoord: Gij hebt het gezegd.

Het was alsof Jezus zeggen wilde: Nu zijn we bij het punt waar we wezen moeten. Kajafas was wel de voorzitter van de Joodse Raad, maar had er geen erg in dat deze raadsvergadering eigenlijk door Jezus werd geleid. Op het getuigenis van dat Hij Gods Zoon was, moest Hij des doods schuldig worden verklaard. En we lezen dan ook dat Kajafas zijn klederen heeft verscheurd, zeggende: Hij heeft God gelasterd; wat hebben wij nog getuigen van node.'' Ziet, nu hebt gij Zijn godslastering gehoord; wat dunkt ulieden? En zij antwoordende, zeiden: Hij is des doods schuldig.

Als een godslasteraar moest Christus des doods schuldig worden verklaard. De mens heeft eenmaal tegen zijn Maker zich verzet en heeft God gelijk willen zijn. Dat is de val des mensen geweest. Christus moest als de tweede Adam boeten wat de eerste heeft misdreven. Hij Die de waarachtige God was, was mens geworden. Omdat de mens God gelijk had willen zijn, moest God de mens gelijk worden. En omdat de mens door de val waarin hij God gelijk heeft willen, zijn, zich des doods schuldig heeft gemaakt, moest de Middelaar nu ook op grond van Zijn getuigenis dat Hij de waarachtige God was, des doods schuldig verklaard worden. En op deze schuldigverklaring tot de dood, heeft men Hem in Zijn aangezicht gespuwd en Hem met vuisten geslagen. Zo heeft Hij dus ook al voor die Joodse Raad een smartelijk lijden ondergaan.

Het zwaarste van Zijn lijden moest echter nog komen. Aan het kruis zou Hij onder het smartelijkst lijden naar ziel en lichaam beide, de vloek moeten dragen die de Zijnen door hun overtreding van Gods wet onderworpen waren. Aan dat kruis zou Hij moeten sterven. De Joden hadden echter niet de macht om Hem te kruisigen. Ze werden overheerst door de Romeinen. Vandaar moest Christus van Kajafas naar Pilatus worden geleid.

Pilatus moest Hem tot de kruisdood veroordelen. Als hij overtuigd van Zijn onschuld, tot zulk een veroordeling niet kon komen, zou hij tot de Joden zeggen: Neemt gij Hem en oor­ deelt Hem naar uwe wet. Maar de Joden hebben hem daarop geantwoord: Het is ons niet geoorloofd iemand te doden.

Christus moest rechterlijk tot de dood veroordeeld worden. Onze Catechismus zegt ons, dat Hij, onschuldig onder de wereldlijke rechter veroordeeld zijnde, ons daarmede van het strenge oordeel Gods, dat over ons gaan zoude bevrijdde. Menigmaal hadden de Joden Hem al willen doden, maar steeds was Hij aan hun handen ontkomen. Hij mocht niet vsJlen in de handen van het oproerige volk; de rechter moest Hem tot de dood veroordelen. Pilatus' vierschaar was Gods vierschaar. In Pilatus' vierschaar mocht Hij onschuldig zijn, maar in het Goddelijke recht stond Hij als Borg schuldig voor de Zijnen. Door het vonnis van Pilatus werd Hij door de hemelse Rechter veroordeeld tot de dood. Dit was nodig, opdat Hij als Borg de Zijnen in het Goddelijke recht zou kunnen vrijmaken.

Zo moest Hij dus nu in het rechthuis worden geleid. Het was 's morgens vroeg als dit geschiedde. De Joden zelf gingen niet in het rechthuis. En zij gingen niet in het rechthuis, staat er, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het Pascha eten mochten. De heidenen Vi'ardc; n bij de Joden onrein geacht. Als Petrus bij Cornelius is gekomen, heeft hij tot hem gezegd: Gij weet, hoe het een Joodse man ongeoorloofd is, zich te voegen of te gaan tot een vreemde. De Joden gingen daarom dus nu niet in het rechthuis. Daarbij zouden ze door zich te verontreinigen, zich het eten van het Pascha onwaardig maken.

Het was hun echter geen bezwaar, dat ze een onschuldige in het rechthuis brachten, opdat Hij zonder oorzaak des doods schuldig zou worden verklaard. Als leugenaars en doodslagers durfden zij het Pascha wel te gebruiken. En zo zouden ze ook wel met een gerust geweten het ware Paaslam aan het vloekhout slaan. Het rechthuis van Pilatus gingen zij echter niet in, opdat zij niet verontreinigd zouden worden. Zo konden zij straks dan toch als waardige Paasvierders het Pascha gebruiken.

Jezus mocht echter wel in het heidense rechthuis gaan. Aan Hem was er eenmaal niets meer te bederven. Hij was zo onrein, dat Hij niet alleen het Pascha niet mocht eten, maar ook nog voor het Pascha aan het kruishout sterven moest.

Altijd^maar weer kunnen we in de lijdensgeschiedenis die Borgtochtelijke gang van de Middelaar aanschouwen. Hij is met de misdadigers gerekend. Hij moest de zonden en de onreinheid Zijns volks dragen. Zo werd Hij als de grootste booswicht en misdadiger het rechthuis ingeleid. Misdadigers krijgen met de rechter te doen. Jezus kreeg ook met de rechter te doen. De Joden bleven buiten het rechthuis, maar Jezus moest in het rechthuis. Die onrein waren, bleven er buiten, maar Hij Die waarlijk rein was, moest in het rechthuis worden geleid. Maar er moesten dan ook beschuldigingen tegen Hem worden ingebracht. Pilatus nam er geen genoegen mee, dat zij Hem zo maar in het rechthuis brachten. Pilatus dan ging tot hen uit en zeide: Wat beschuldiging brengt gij tegen deze Mens? Wel wilde Pilatus de Joden tegemoet komen, als zij er bezwaar in hadden om het heidense rechthuis in te gaan. Daarom ging hij tot hen uit. Maar hij kon als rechter toch zomaar niet aan de begeerte van dat verwoede Jodendom voldoen en Christus zonder enige rechtsgrond daartoe te hebben, overgeven tot de dood.

Het rechterlijk onderzoek, dat nu zouden worden ingesteld, zou echter de onschuld des Middelaars te klaarder aan het hcht brengen. Wat de EvangeUsten ons dan ook meedelen aangaande het verhoor dat Jezus in het rechthuis van Pilatus heeft moeten ondergaan, heeft ons in Zijn Ujdensgeschiedenis zoveel te zeggen.

Hier is Zijn onschuld ten volle gebleken. Hier ligt voor ons het ontegensprekelijk bewijs van Zijn Godheid en Middelaarschap. Vele blijken van Zijn Godheid heeft Hij in heel Zijn leven reeds gegeven. Hij heeft van Zichzelf getuigd en Zijn getuigenis was waarachtig. Ook heeft de Vader vanuit de hemel getuigenis van Zijn waarachtige Godheid gegeven. En heel de Schrift wijst ons Hem aan als de Middelaar Die in de wereld komen zou. Maar Pilatus' rechthuis geeft ons ook wel een zeer duidelijk getuigenis daarvan.

V.

M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

I. JEZUS IN HET RECHTHUIS VAN PILATUS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's