Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZONDAG 11.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZONDAG 11.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men zal dan dus in de Heere Jezus geloven als een volstrekte Zaligmaker, een Zaligmaker door volle verwerving en toepassing. Een Zaligmaker die God en mens is in een en dezelfde Persoon, namelijk Zijn Goddelijk Persoon en natuur in de vereniging met Zijn onpersoonlijke menselijke natuur. Een grove dwahng is het dan ook van de Ariaan en Sociniaan, om Hem mens, maar niet als God in het werk der zaligmen, maar niet als God in het werk der zaligheid. Heel grof dwalen zeker ook al de Jezuïten, die zich noemen naar de Naam van Jezus, alsof zij in Zijn gezelschap ook al medewerkers zouden zijn met Hem in het zahg maken.

Grof dwalen ook al zulke mensen, die de blote naam van Jezus godsdienstige eer aandoen, of ook misbruiken om de duivel te bezweren, of ook ziekten uit te drijven, als bij Rome het geval is. Want wel zegt de Apostel in Filipp. 2, 9, dat de Heere Hem vanwege Zijn gehoorzaamheid tot de dood een Naam gegeven heeft boven alle naam. Maar dat ziet niet op de blote naam van de vijf letters om die godsdienstige verering te betonen. Neen immers. Doch het zegt, dat Hem Persoonlijk als gestorven en opgestane Heiland en Zaligmaker alle dingen onderworpen zijn in hemel - en op aarde, als gezegend maar duur verworven loon op Zijn zware arbeid.

Het zaligmakend geloof betrekt zich hier inzonderheid op Hem als Middelaar en Verlosser. Dat wil echter niet zeggen, dat het niet tegelijk op Hem als God zou berekken, en zo ook niet op de Vader en de Heilige Geest. Want het zaligmakend geloof heeft de enige en drieenige God als eigen Voorwerp. Wel is het echter ook weer zo, dat het geloof in Hem als Zaligmaker een bijzonder deel is van dat Voorwerp. Zoals Hij toch als Middelaar in de vereniging van de menselijke natuur met de Goddelijke, wel de ondergeschikte is van de Vader in het werk der verlossing, is Hij niettemin als zodanig mede Voorwerp van het zahgmakend geloof. Het onderscheid in dat opzicht voor en na de val is, dat Adam wel het geloof had in de enige en drieënige God voor de val, maar nog niet het geloof in Christus Jezus als Middelaar, waar Hij toen nog niet als zodanig was geopenbaard. Ook is het geloof in God rechtstreeks geboden in de Wet, waar deze leert en gebiedt God lief te hebben boven alles, als eerste Voorwerp van het geloof. Maar het geloof in Jezus als Zaligmaker wordt niet direct in de Wet geboden. Want Hij wordt niet door de Wet zelf geopenbaard, maar pas in het Evangelie. Dat Evangehe, of Christus daar in geopenbaard, moet nu echter ook met het zaligmakend geloof aangenomen worden. En dit laatste, het geloof des harten en in Hem als Zaligmaker te geloven valt weer onder de Wet en wel onder het eerste Wetswoord, dat het geloof ter zahgheid voorschrijft. De Wet toch vereist na de val, aUes met geloof te aanvaarden wat God in Zijn Woord openbaart. En zo ook, dat Jezus de enige en volkomene. van de Vader naar deze wereld gezonden. Zaligmaker is.

Voorts ziet het geloof op God, op Hem als de Almachtige Schepper, Onderhouder, Rechter en algenoegzame Heere. En daarmede ook op Christus als het Woord en de HeiHge Geest, in het grote rijk der natuur. Maar het geloof in Christus ziet op Hem in het bijzonder als Middelaar en Hoofd des Verbonds, en als Overste Leidsman en Volemder des geloofs.

Het geloof in God als de Vader in Christus kan er echter ook weer niet zijn, buiten en zonder het geloof in de Heere Jezus, als de enige en volkomene Zaligmaker, van de Vader Zelf verordineerd en bijgesteld, om in de weg van Zijn offer een eeuwige gerechtigheid en zaligheid toe te brengen. En nu zo, door het geloof in de Heere Jezus, als de Zoon des Vadters, en zo ook als de enige Weg, de Waarheid en het Leven, heeft Gods verkregen volk weer het recht en de toegang tot de troon der genade en het Vaderhart Gods, om Hem met de gepaste en geheiligde vrijmoedigheid aan te roepen als Vader in de hemel, in Zijn vaderlijke ontferming te delen, en onder Zijne vleugelen te schuilen. Ten slotte zal Hij ook als Middelaar en Zaligmaker aangebeden worden, maar alleen, , zoals Hij God is, niet naar de menselijke natuur. Zelf zegt Hij immers, en dat zegt genoeg, dat men de Heere God alleen zal aanbidden, en Hem alleen godsdienstig dienen en vereren. Wel mag men en moet men, zoals men in Hem geloven zal, ook tot Hem bidden om Zijne genade en ontferming, als Middelaar en Zaligmaker in de vereniging met de onpersoonlijke menselijke natuur.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ZONDAG 11.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's