DE RECHTVAARDIGMAKING.

Letterwijze.

De aangeklaagde voor deze Rechter is de schuldige zondaar, een goddeloze, Rom. 4:5. Vertreden in zijn bloed, en zo ellendig en onmachtig, Ezech. 16:6, doch boetvaardig, Luk. 18:13, en waarin dte beginselen des geloofs zijn, hongerende en dbrstende naar de gerechtigheid, Matth. 5 : 6. en welke door de krachtdadige roeping gedagvaard is om voor de troon Go(fe te verschijnen, Rom. 8 : 30, en zo beginselen van leven heeft verkregen, omdat zijn naam in het Boek des Leivens stond. Rom. 8 : 33. Want andteren worden niet gerechtvaardigd, maar veroordeeld. Joh. 3 : 36.

Sterk Christen.

Hoe moet hier nu overeenkomen, dat zulke ziel ondervindt, dtis gedagvaard, en te voren gerust, hoe schuldig dat zij is, dat ze daarom ia klein-en ootmoed van verre staat, op haar borst slaat, zeggende: God, zijt mij zondaar genadig, Luc. 18 : 13, als db tollenaar, die gerechtvaardigd naar zijn huis ging. Alzo zij nu ondervindt nooit iets goeds gedaan te hebben, nog ook te kunnen doen, waar door de Richter zoude bevredigd worden, welke zo ontzaglijk, heilig en heerlijk is. Tevoren beeldde zij haar in veel dte^ugd te hebben, en te kunnen werken; maar nu aangetast en onder het oog van God, dat zij tevoren ontdbok, zo begeeft haar alles, zij heeft NIET, zij kan NIET, zij moet het alles veroordelen, en daarom wordt zij klein, ann, eUendig, onmachtig, en geheel ontbloot, en dan juist zo een gepast voorwerp, naar dte werking eter genade, tot deze rechtvaardigmaking Rom. 4:5, alwaar de godloze gerechtvaardigd wordt.

Letterwijze.

3. De aanklagers tegen db zondaar zijn. 1. De gerechtigiheid van God zelf, welke de schuldige niet kan of wü onschuldig houden Exod. 34. De Heere moet verhoogd worden door het recht, en God dfö heilige door gerechtigheid, Jes. 5 : 16. Want, Ps. 89 : 15. Gerechtigheid en Gericht zijn de vastigheid Uws Troons. 2. De consciëntie, welke aan alle kanten beschuldigt, Rom. 2:14 en tegelijk zegt, dat, die zo schuldig zijn, des doods waardig zijn, Rom. 1 : 32. En 3. De zonde zelfs, zo zoet en gerust bedreven, trekt nu het deksel af, en vertoont zich in haar eigen gedaante met de prikkel des doods, 1 Cor. 15 : 56 in een afschuwelijk aanzien, getuigende tegen de zondaar, Jer. 14 : 7. Ten 4. De wet, donderende de vloek uit over de minste overtreding, Deutr. 27 : 26. en de zondaar aanklagende over een volslagen ongehoorzaamheid, Joh. 5 : 45. Die u verklaagt is Mozes, en ondersteunende de aanklacht der zonde, 1 Cor. 15 : 56.

En de kracht der zonde is de wet. 5. De satan, de verklager der broederen, Openb. 12:10, welke aan de rechterhand van Jozua stond om hem te wedei^taan, Zach. 3 : 1 en - welke door de rechtvaardigheid Gods dat recht en macht ontvangen heeft om de zondaar, die na zijn verleidmg geluisterd heeft, in zijn strikken gevangen te houden, en het oordeel der verdoemenis over hem uit te voeren. In werk opzicht hij een rechtvaardige genoemd wordt, Jes. 49 : 24. Zoude ook een machtige de vangst ontnomen worden, of zouden de gevangenen eens rechtvaardigen ontkomen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen