Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 177.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 177.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Saul bij de waarzegster te Endor.

Vragen 961 t/m 970.

961. Terwijl David te Ziklag was werden er toebereidselen gemaakt voor een oorlog tussen de Filistijnen en de Israëlieten, een oorlog die een einde zal maken aan het leven en de regering van Saul. De Filistijnen hadden hun legers samengetrokken in het noorden van het land te Sunem en de Israëlieten hadden de slagorden daartegen opgesteld bij de berg Güboa. De opstelling van de legers was voor Israël ongunstig. De Filistijnen hadden de hogere plaatsen bezet, terwijl Saul het lagere gedeelte bij de fontein Jizreël had ingenomen en bovendien door de steile Gilboa in de rug in zijn bewegingen werd belemmerd. Het kwam nu bij Saul tot de uiterste vertwijfeling. Zijn kracht was gebroken en zijn moed uitgeblust.

Hij zag de slagorden van de Filistijnen, en zijn hart beefde. Daarbij kwam de onrust van z'n consciëntie. Hij had de Heere gevraagd, maar Hij antwoordde hem niet door enig middel. Geen wonder. Hoe kon hij, die de profeten Samuel en David haatte en vervolgde, verwachten door profeten een antwoord te verkrijgen? Hoe kon hij, die al de priesters des Heeren had laten ombrengen, verwachten door de urim de raad Gods nog te vernemen? En wat wilde hij ook nog weten? Of hij ten strijde moest trekken? God liet hem immers geen uitweg open. Misschien koesterde hij een kleine hoop, door een woord van Boven ten aanhore des volks van de strijd ontslagen te worden. In ieder geval zal hij een enkele lichtstraal in de donkere toekomst verwacht hebben. Maar de Heere antwoordde hem niet. Er komt een tijd dat de Heere zich niet meer laat vinden (Jes. 55 : 6) en die tijd was er nu voor Saul.

Hij zocht dé Heere ook niet ernstig en oprecht, want in zijn hart lag al het geheime voornemen om, indien God hem niet antwoordde, de duivel te raadplegen. Hij blijkt bereid te zijn zijn eigen beginsel te verzaken en zich in de armen van het eertijds bestreden bijgeloof te werpen. Zeker woonde hier of daar nog wel een

Zeker woonde hier of daar nog wel een waarzegster, die aan zijn strenge maatregel, die hij vroeger tegen dezulken had genomen, ontsnapt was. En werkelijk, zijn dienaars kunnen hem een adres opgeven. Hij verkleedde zich om niet door de vrouw herkend te worden en begaf zich aanstonds op weg naar Endor, waar dë waarzegster woonde. Twee van zijn getrouwste dienaars begeleidden hem bij zijn nachtelijke tocht. Het was donker in het rijk der natuur, maar hoe donker moet het ook in het hart van hem geweest zijn, wiens hart eens verlicht is geweest met de gave des Geestes, zij het dan dié gave, die hem bekwaamde tot het hoge ambt van koning over het volk des Heeren. Wij hebben zijn levensloop in onze vorige artikelen gevolgd en in het begin daarvan de aandacht gevestigd op zijn natuurlijke deugden van eenvoud en dapperheid en hem van stap tot stap verder zien afwijken. Nog één stap en hij stort reddeloos neer in de diepten van het eeuwig verderf. En hij staat nu gereed om die stap te doen.

Saul, in het huis van dé waarzegster aangekomen, vraagt meteen: „Voorzeg mij toch door de waarzeggende geest, en doe mij opkomen, die ik tot u zeggen zal."

Maar de listige vrouw wü eerst zekerheid hebben van haar eigen veiligheid. Zij vreest nog altijd het bevel dés konings.

Saul zwoer haar bij de Heere dat haar niets kwaa(fe geschijeden zal. Ejerst nu stelt zij zich ten dienste van de haar onbekende bezoeker. „Wie zal ik u doen opkomen? " zo vraagt zij, alsof zij naar welgevallen heerste over de wereld van de afgestorvenen. „Doe mij Samu'él opkomen", geeft Saul ten antwoord. Blijkbaar tegen haar verwachting in, ziet zij op eenmaal een gedaante verschijnen. Dit brengt haar vermoeden tot zekerheid dat de bezoeker, die wegens zijn lange gestalte en zijn zonderlinge vraag haar argwaan al opgewekt had, Saul zelf was. Verschrikt reip zij hem toe: „Waarom hebt gij mij bedrogen? Want gij zijt Saul." - „Vreest niet, maar wat ziet gij? " antwoordde de koning haastig. „Ik zie goden uit de aarde opkomende", zeide de vrouw. Saul werd blijkbaar op een afstand gehouden in een - andere kamer, zodat hij van de vrouw afhankelijk was om te vernemen wat zij in de nabijgelegen ruimte zag, „Hoe is zijn gedaante? " vroeg Saul nu. „Er komt een oud man op, en hij is met een mantel bekleed", antwoordde de vrouw en Saul boog zich vol eerbied ter aarde, verheugd in het vooruitzicht dat hij nu toch zijn wens verkrijgen zou. En werkelijk, er zal hem een openbaring geschonken worden. De verschijning die hij niet zag, keert zich op eenmaal met helder, niet te miskennen stemgeluid tot Saul zelf. Groot is de ontroering die hem bevangt als de bekende stem van Samuel zich tot hem persoonlijk richt. Het zijn woorden, die hem zijn oordeel aankondigen. Een korte, maar strenge strafrede krijgt hij te horen. Hij was gekomen om te horen „wat hij doen moest", maar hem wordt alleen gezegd wat hij niet gedaan heeft en wat er aan hem gedaan zal worden. „Naar de stem des Heeren hebt gij niet gehoord en gij hebt Zijn toorn tegen Amalek niet uitgericht", zo verwijt hem Samuel en hij eindigt met het aangrijpende woord: „Morgen zult gij en uw zonen bij mij zijn; ook zal de Heere het leger van Israël in de hand der Filistijnen geven."

Geen woord van bemoediging is hem gegund, zelfs geen woord van vermaning of opwekking tot berouw en bekering. Neen, de duivel handelde met Saul, zoals hij later met Judas zou doen: eerst verleiden, daarna pijnigen en tot wajQhoop brengen. Beiden maakten tenslotte zelf een eind aan hun leven. De boze legt het toe op het verderf van zijn Hefhebbers. Achab vleidde hij met een goede uitslag van zijn krijgstocht tegen de Syriërs opdat hij in Ramoth in Güead zou vallen, Saul verschrikt hij zodanig dat hij tot de uiterste vertwijfeling gebracht wordt. Het is de duivel hetzelfde hoe hij zijn doel bereikt. Hij beschikt over allerlei middelen, zijn listen nemen nog steeds toe. Ook in onze zgn. „verHchte eeuw" heeft

toverij en waarzeggerij een veel grotere omvang, dan we oppervlakkig zouden vermoeden. Omdat de mystische feiten van dé oude en de nieuwe tijd, die we in 't algemeen de naam „occultisme" geven, in de Schrift ernstig behandeld worden, achten we het van belang hierover enkele vragen te stellen. We hebben onlangs in de artikelen van dé heer Scholten onder het opschrift: „Calvijn en de heksen" reedS kennis kunnen nemen, dat de reformatoren aUe soorten toverij en waarzeggerij veroordeelden en bestraften. We merken hierbij op dat het geloof geven aan al deze werken der duisternis een zware zonde is, doch dat de erkenning van het feit dat dat door inwerking van satan wonderlijke dingen gedaan kunnen worden, geen zonde is. De Schrift zelf maakt immers veelvuldig melding van de feiten als zodanig. De bedoeling van onderstaande vragen is dan ook slechts om op het bestaan van enkele vromen van occultisme de aandacht te vestigen en tevens te waarschuwen voor het kwaad dat in de beoefening ervan aanwezig is.

De eerste vraag is dan: kunt u het verschil zeggen dat er is tussen toverij en waarzeggerij?

962. Wat verstaan wij onder spiritisme?

963. Is het spiritisme iets van de nieuwere tijd?

964. Is er tegenwoordig ook sprake van „christelijk" spiritisme? "

965. Wat is suggestie?

966. Kunt u één of meer teksten noemen uit Gods Woord, waarin het spiritisme verboden wordt?

967. Kunt u aantonen, dat de geest van Samuel niet werkelijk door de toveres opgeroepen is?

968. Hoe is het te verklaren, dat de voorspelling, die de opgeroepen verschijning deed, nauwkeurig uitkwam?

969. Hoe denkt u overigens over het gebeurde bij de toveres te Endor?

970. Welke waarschuwing houdt dezje geschiedenis voor een ieder in?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 mei 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 177.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 mei 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's