Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

450 JAAR REFORMATIE (4).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

450 JAAR REFORMATIE (4).

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee martelaars willen we naar voren halen. Het zijn de eersten, die hun geloof met de dood hebben moeten bezegelen. Hun uiteinde heeft op Maarten Luther een onuitwisbare indruk achtergelaten. Het waren Nederlanders: Hendrik Voes en Jan van Essen, monniken van dezelfde orde, als waartoe Luther zelf behoorde. Zij woonden in Antwerpen.

De augustijnerkloosters in Antwerpen en Dordrecht waren de invalspoorten, waardoor de opvattingen, die-Luther uitdroeg, al zeer spoedig de Nederlanden binnenkwamen. Vrienden en leerlingen van Luther hadden er de leiding. In het voorjaar van 1521 werd de kloof duidelijk zichtbaar. In mei werd Luther veroordeeld op de Rijksdag te Worms en in vele plaatsen, ook in Antwerpen, werden zijn geschriften openlijk verbrand. In alle delen van zijn rijk liet keizer Karel het edict van Worms afkondigen, waarin onder meer verboden werd het drukken, kopen, verkopen en verspreiden van de geschriften van Luther en andere van soortgeUjke inhoud, die gericht waren tegen de paus en de roomse kerk.

Op alle pleinen der steden, ook in de Nederlanden, werd het volk door trompetgeklank bijeengeroepen, waarna de wü des keizers luide werd voorgelezen, eindigende met „Indien iemand dit edict mocht overtreden, hij zou op staande voet schuldig worden verldaard aan de misdaad van majestleitsschennis en db straf moeten dragen, op die misdaad door de wetten gesteld.”

Het ontbrak de volgehngen van Luther in Antwerpen niet aan moed. Dat bleek wel uit de daden van twee huimer. Diezelfde zomer toch trok de prior (het hoofd) van het klooster. Jacobus Spreng, naar Wittenberg, om aan Luthers universiteit tot doctor in de godgeleerdheid te promoveren. Terug in de Scheldestad bestreed hij openlijk de aflaathandel en predikte hij de rechtvaardigmaking door het geloof alleen.

En eveneens m 1521 trotseerden de Antwerpse stadssecretaris Cornells Schrijver de wol van keizer Karel door een Nederlandse vertaling te bezorgen van de „ChristeHjke Vrijheid" van Joh. P. van Goch. In de voorrede beleed Schrijver openüjk, de zaak van Luther omhelsd te hebben.

Het laat zich verstaan, dat de daden van Spreng, Schrijver en andere elders in de Nederlanden de toorn van de keizer niet weinig opwekten. Met dé uitvoering van het edict werd de eerste maanden bovendien ten onzent nog maar weinig ernst gemaakt. Vele bestuurders achtten het in strijd met de priveleges der provinciën. Z^lfs de landvoogdes, Margaretha van Oostenrijk, betoonde zich toegeeflijk jegens de aanhangers van de „nieuwe leer”.

Keizer Karel bevorderde daarop, dat de inkwisitie in ons land ging werken. Nicolaas van Egmond, een karmeUeter moimik, gaf hij de last, om UI het hele land nauwkeurig onderzoek te doen naar „Lutheranij" in samenwerking met de geslepen mr. Frans van der Hulst, raadsheer van Brabant. Hun eerste slachtoffers waren Spreng en Schrijver. December 1521 en eind januai 1522 werden zij gevangen genomen. Toen kwam het openbaar, dat een mens niets uit zichzelf vermag. Gelijk weleer Petrus in de zaal van de hogepriester, waren ook deze beide mannen in de kerker zwak genoeg, om uit vrees voor mensen hun gevoelens te herroepen. Daardoor kwamen ze vrij, Spreng in februari. Schrijver in april van het jaar 1522.

Maar eenmaal vrij openbaarde zich het verschil tussen beide mannen. De vreesachtige stadssecretaris volhardde in zijn houding.

Spreng daarentegen voelde zich bezwaard door de herroeping, die hem door de inkwisiteurs afgeperst was. Ten diepste werd hij vernederd onder de bevinding van zijn vreesachtigheid en ontrouw. Hoe leed hij er onder, dat anderen door zijn voorbeeld mogelijk in verleiding konden zijn geraakt. Maar de Heere wilde de prior weer in genade aannemen.

Zo werd Spreng er bij vernieuwing toe verwaardigd, om de leer van vrije genade te prediken, inzonderheid in Brugge. De mensen stroomden toe om te zien de wonderlijkheid van het geloof, waar het geworden was „uit zwakheid krachten gekregen".

Spoedig werd Spreng opnieuw gegrepen, maar nu verging het hem als Petrus in Handelingen. Hij vreesde niet, nam de aangeboden verlossing niet aan, maar wachtte op de Heere. En evenals bij Petrus heeft toen de Heere voor deze monnik in juni van het jaar 1522 de gevangenis op wonderlijke vnjze geopend. Spreng reisde naar Luther en zou later één, van de hervormers van de Duitse stad Bremen worden.

(Wordt vervolgd)

K.

S.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's

450 JAAR REFORMATIE (4).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's