Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZONDAG 14.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZONDAG 14.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze zo dierbare leer van de menswording van Christus heeft echter altijd zijn bestrijding al gehad. Zo waren er al in de oude kerk de zogenaamde dynamisch Monarchianen.

Deze leerden dat Christus een gewoon mens was, maar met Goddelijke wijsheid en kracht toegerust. Ook loochenden ze de Godsheid van Christus.

Een Apollinaris leerde, dat Christus bij de menswording wel een menselijke ziel en lichaam heeft genomen, maar dat de Goddelijke Persoon van Christus, de plaats van de geest had ingenomen. Daarmede werd echter de menselijke natuur van Christus geschonden.

Volgens Eutyches vervolgens heeft Christus sinds Zijn menswording een God-menselijke natuur. Ook hij deed tekort aan de menselijke natuur van Christus. Hij leerde zo dus, dat in Christus na de menswording meer één natuur is geweest, en dat het lichaam van Christus niet wezenlijk aan het onze gelijk was, maar met de menswording vergoddelijkt. Hier was dus een vermenging van de beide naturen in Christus. Daar stond weer Nestorius tegenover. Hij sprak van een goddelijk Persoon en Goddelijke natuur en een menselijk persoon en menselijk natuur van Christus. Hij tastte daar mede de eenheid van de Persoon van Christus aan. Hij zag de vereniging der beide naturen aan als die van twee personen in het huwelijk. Hij ontkende, dat de Heere Jezus, toen Hij vlees werd, Gods Zoon bleef, doch dat Hij maar was een aangenomen zoon van God. Maria was dan ook volgens hem maar moeder van Christus. Maar zo stelde hij Christus zich maar voor gelijk aan alle andere mensen, zonder meer. Daarmede ontkende hij dat God in de Persoon des Zoons in het vlees gekomen was om te lijden en verzoening teweeg te brengen, waarmede ook de eeuwige waarde van Christus komst en zoenoffer verviel.

Het concilie van Chalcedon in 451 sprak tegen beide grove dwalingen uit, dat de naturen van Christus zijn:1. Ongedeeld en ongescheiden, tegen Nestorius. 2. Onvermengd en onveranderd, tegen Eutyches.

Later kwamen er nog met de dwaling, dat er in Christus sinds de menswording maar een God-menselijke wil zou zijn, waartegen over te Constantmopel in 680 de zuivere leer gehandhaafd werd, dat Christus twee naturen en twee wülen had, zonder vermenging en zonder tegenstrijdigheid.

In de Hervormingstijd kwamen de Socianen op, die leerden, dat Christus met de hemelvaart de menselijke natuur had afgelegd, echter in flagrante strijd met Hand. 1, 11.

Dwaling van Rome hier is, dat de Goddelijke natuur de menselijke heeft doordrongen en haar Goddelijke heerlijkheid, wijsheid en macht heeft deelachtig gemaakt, zoals het vuur het ijzer doorgloeit. Van Zijn geboorte af aan zou Christus ziel al met de gave van kennis vervuld zijn en volkomen zalig geweest zijn, zo tegen Lukas 2, 52 in.

De Luthersen dwalen hier daarin, dat ze leren, dat de Goddelijke eigenschappen aan de menselijke zijn medegedeeld, zoals alomtegenwoordigheid, almacht, alwetendheid, zo tegen de Heid. Catechismus (Zondag 18) in.

De Remonstranten leerden om de vrije wü te handhaven, dat Christus naar de menselijke natuur heeft kunnen zondigen. De mogelijkheid dus van zondigen bij Christus, wat vanzelf als Sans onmogelijk dient afgewezen te worden.

De Wederdopers, dwaalden hier ook schromelijk ia hun gevoelen, dat Christus Zijn lichaam uit een hemelse zelfstandigheid zou meegebracht hebben, en door Maria maar gegaan zijn als het water door een goot loopt.

Van Barthiaanse zijde wordt de menswording van Christus vervluchtigt tot een teken waardoor hopeloos tekort gedaan wordt aan het feit dat Hij Zijn menselijke natuur aangenomen heeft uit het vlees en bloed van de maagd Maria, en in die weg het ware Zaad Davids zou zijn geweest.

Al deze vormen van bestrijding vloeien maar voort uit zovele dwalingen. 2k) bij sommigen uit de loochening van de waarheid Gods, dat Christus al voor de; menswording er was, God van eeuwigheid en God gebleven ook na de menswording. Bij anderen dat de Zone Gods niet uit Maria's vlees en bloed mens geworden is maar van elders. Dat het ook niet geschied' ' is door aanneming, maar door verandering. Dat de Heere Jezus daarom ons niet in alles gelijk zou zijn. Ze komt tenslotte bij anderen nog voort uit de dwaling van de vermenging van de beide naturen ondereen.

Zo willen ze zich beroepen op Joh. 1, 14, waar de waarheid Gods zegt, dat het Woord vlees geworden is, en Hij dur. geen God gebleven zou zijn. Maar hier is geen sprake van verandering van persoon en staat, maar van verandering door aanneming, zoals een ambt of beroep door aanneming wordt aanvaard. En als alle worden een verandering zou zijn, hoe dan met Gal. 3, 13, waar staat, dat Hij een vervloeking is geworden.

Wijlen dr. C. Steenblok.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ZONDAG 14.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's