Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

I. DE HEMELVAART DES HEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

I. DE HEMELVAART DES HEEREN.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondag 18.

Alleen de Evangelist Lucas vermeldt ons maar op welke wijze Christus voor de ogen van Zijn discipelen is opgevaren naar de hemel. Marcus zegt van die hemelvaart niet meer dan dat Oiristus nadat Hij tot Zijn discipelen gesproken had, is opgenomen in de hemel en is gezeten aan de rechterhand Gods. Mattheus en Johannes hebben ons in het geheel niets van het feit van Christus' hemelvaart beschreven. Lucas heeft echter in zijn Evangelie en ook in zijn beschrijving van dè Handeliagen der apostelen predes vermeld hoe Christus door Zijn hemelvaart van Zijn discipelen gescheiden is. In het Evangelie van Lucas lezen we: „En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanië, en Zijn handen opheffende, zegende Hij hen. En het geschiedde, als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde en werd opgenomen in de hemel". Hij heeft dus Zijn discipelen naar buiten geleid, tot aan Bethanië. Deze woorden hebben ons zeer veel te zeggen. Bethanië is voor ons geen onbekende plaats uit de geschiedenis van Jezus' omwandeüng op aarde. Menigmaal heeft Jezus daar vertoefd in het huis van Martha, Maria en Lazarus. Aangename herinneringen waren er aan dat Bethanië verbonden. Dit Bethanië was een dorp bij Jeruzalem, aan de oostzijde van de Olijfberg, 15 stadiën van Jeruzalem af. Bethanië was dus een plaats op dte Olijfberg. Aan de voet van de Olijfberg lag de hof van Gethsémané. Al waren er dus aan deze plaats vele aangename herinnermgen verbonden, ze moest ook doen terugdenken aan dat smartelijke lijden dat in die hof een aanvang had genomen. Niet minder dan het helse lijden heeft Christus hier doorworsteld.

Hier was Hij naar de ziel zeer verbaasd en beangst geweest. Zijn zweet was hier geworden als grote droppelen bloeds die op dte aarde afliepen. En in deze hof was Hij door Zijn vijanden gevangen genomen.

Maar nu stond Hem op de Olijfberg Zijn opneming in de hemel te wachten. Welk een tegenstelling! Ook voor de discipelen was dit een grote tegenstelling. Zij die aan dteze plaats aanschouwers waren geweest van Zijn helse angsten en benauwdheden, zouden nu getuigen mogen zijn van Zijn hemelse triumphtocht. Hij leidde hen buiten tot aan Bethanië. Hij bracht ten düs naar de plaats waar Hij voor hun ogen zou opvaren naar de hemel. In die hemelvaart zou Hij hen slechts voorgaan naar de plaats met de vele woningen Hij ging heen om hen plaats te bereiden. Daartoe was dus ' Zijn hemelvaart voor hen noodzakelijk.

Veelbetekenende woorden zijn het dus, als we zo lezen: „En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanië. Veelbetekendte woorden zijn dit voor Gods kerk ook van de dag van heden. De disópelen hebben er vóór de hemelvaart maar niets van verstaan, dat Christus door Zijn hemelvaart de weg tot de hemelse gelukzaligheid voor hen ontsluiten moest. Ze verwachtten altijd nog maar de oprichting van een aartfe koninkrijk door Christus. Nog zeer kort voor Zijn hemelvaart hebben ze Hem gevraagd: „Heere, ^t Gij in deze tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten? ”

De mens zoekt eigenlijk altijd maar een hemel •lier op aarde. En Gods kinderen blijven in öchzelf met alle ontvangene genade altijd nog 20 uit de aarde aardis. Ze moeten dan ook van iet aardse losgemaakt worden. Zo moeten ze uitgeleid worden naar buiten tot aan Bethanië. Als (ïït niet zou geschietten, zoudten ze nooit kimnen komen tot de hemelse gelukzaligheid hiernamaals. Ze bleven aan de wereld vasthouden. Maar nu moeten ze tot de eeuwige gelukzaligheid komen. Christus heeft plaats voor hen bereid. Hij wU Zijn kerk eeuwig bij Zich hebben. In Zijn hogepriesterlijk gebed heeft Hij gezegd: „Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij! gegeven hebt, opdat zij Mijne heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt”.

Lucas vermeldt ons verder dat Christus, als Hij Zijn discipelen heeft uitgeleid tot aan Bethanië, Zijn handen opheffende hen gezegend heeft en alzo zegenende van hen gescheiden is. Zegenend is Hij dus van Zijn discipelen gescheiden. Het was ten goed© voor hen dat Hij opvoer naar de hemel. Maar al voer Hij ook voor hun ogen op naar de hemel. Hij liet ze toch niet troosteloos achter. Vanuit de hemel zou Hij hun de Trooster schenken. En ook zou Hij naar Zijn Goddelijke tegenwoordigheid nimmer van hen scheiden. Naar Zijn menselijke natuur echter moest Hiji van hen scheiden. Zijn hemelvaart was tot hun zaligheid noodzakeüjk. Daarbij bepaalt ons nu ook dè 18e zondagsafdeling van onze Höidelbergse Catechismus. Daar wordt door de onderwijzer gevraagd;

Vraag 46: Wat verstaat gij daarmede: Opgevaren ten hemel?

Antw.: Dat Christus voor de ogen Zijner jongeren van de aarcfe ten hemel is opgeheven, en dat Hij ons ten goede daar is, totdat Hij wederkomt om te oordelen de levenden en db dodten.

Vraag 47: Is dan Christus niet bij ons tot aan het einde der wereld, gelijk Hij ons beloofd heeft?

Antw.: Christus is waarachtig mens. en waarachtig God. Naar Zijn menselijke natuur is Hij niet meer op aarde; maar naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons.

Vraag 48: Maar zo de mensheid niet overal is, waar de Godheid is, worden dan de twee nature in Christus niet van elkander gescheiden?

Antw.: Ganselijk niet; want mitsdien de Godheid onbegrijpelijk en overal tegenwoordig is, zo moet volgen, dat zij wel buiten haar aangenomen mensheid is, en nochtans ook in haar is en persoonlijk met haar verenigd blijft.

Vraag 49: Wat nut ons de hemelvaart van Christus?

Antw.: Ten eerste, dat Hij in de hemel voor het aangezicht Zijns Vaders onze Voorspreker is. Ten andere, dat wij ons vlees in de hemel tot een zeker pand hebben, dat Hij, als het Hoofd, ons Zijn lidüiaten ook tot Zich zal nemen.

Ten derde, dat Hij ons Zijn G|eest tot een tegenpand zenct, door Wiens kracht wij zoeken, dat daarboven is, waar Christus is, zittende ter rechterhand Gods, en niet dat op de aarde is.

Bij de hemelvaart des Heeren worden we hier dus bepaald.

En dan:1. Bij het feit dat daarmee geschied is. 2. De belofte die daarin toch vervuld werd. 3. Het nut dat daardoor verkregen wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's

I. DE HEMELVAART DES HEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's