Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 193.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 193.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jeruzalem Residentie.

Vragen 1 t/m 10.

1. Toen David door officiële deputaties uit alle stammen (zie^ dfe betreffende lijst in 1 Kron. 12:23—37)''op plechtige wijze tot koning over gans Israël gezalfd was, stond hij voor een geweldige taak. Allereerst moest hij Israels vijanden ten onder brengen. De omwonende heidenen, die het volk voortdurend bedreigden, moesten worden vernederd, maar vooral moest de oppermacht van de Filistijnen, die een groot deel van het land bezet hielden, gebroken worden. Voorts moesten de stammen, die sinds Jozua's dood slechts in zeer los verband tot elkander hadden gestaan, tot eenheid worden samengebracht.

En eindelijk moest hij - als theocratisch koning - het volk terugbrengen tot de Heere en Zijn dienst. Met scherpe blik zag David dat hij beginnen moest met aan het verenigde rijk een hoofdstad te geven. Zijn residentie moest hij verleggen van het zuidelijke Hebron naar het midden van het land. Welke stad was daarvoor meer geschikt dan Jeruzalem, gelegen aan de grote karavaanwegen van noord en zuid en van oost naar west, vlak tussen het stamgebied van Benjamin en Juda? Deze stad was een natuurüjke vesting en de kinderen Benjamins - en aan wie zij tijdens de verdeUng was toegevallen - had^ den de Jebusieten nog steeds niet kunnen verdrijven, zodat de sterke burcht Sion een voortdurend gevaar opleverde.--De benedenstad was indertijd door Juda ingenomen (Richt. 1:8) maar de citadel scheen onneembaar. Indien het David zou gelukken deze vesting aan de Jebusieten te ontrukken, zou er een enorme hinderpaal uit de weg geruimd zijn en zou de vrije samenleving tussen Juda en de noordelijke stammen bevorderd worden. De Jebusieten zelf waren zozeer van de sterkte van hun vesting overtuigd, dat zij spottend zeiden, dat blinden en kreupelen wel in staat waren om de burcht tegen aanvallers te verdedigen. Dit heeft David bewogen tot een belofte, dat hij die de wallen het eerst beklom en deze mensen versloeg, opperbevelhebber zou worden. Wellicht dacht David, dat er zo een kans kon zijn om Joab te doen vervangen door een ander. Doch het was Joab die dit stoute stuk volbracht (1 Kron. 11 : 6) en zo werd hij in zijn hoge positie nog meer bevestigd. Die burcht werd nu tot residentie van David gekozen en DavidStad genoemd. Met behulp van buitenlandse arbeiders werd er voor David een paleis gebouwd, van cederenhout vervaardigd, dat op de Libanon groeide.

Ook breidde hij door vermeerdering van het aantal zijner vrouwen zijn hofstoet uit, en veel zonen en dochters werden hem geboren. Om welke redenen David dit ook gedaan hebbe, wij kunnen niet anders dan dit tot de fouten van deze man Gods rekenen. Nadat de burcht Sion ingenomen was en Jeruzalem tot hoofdstad van het rijk verklaard was, vestigde David in bijzondere mate zijn aandacht op de godsdienst. De dienst des Heeren was in verval geraakt ook doordat de Ark des Verbonds haar plaats niet meer had in het heiligdom. David begeerde de Ark in de nabijheid van zijn trqon te mogen bezitten. Onder leiding van Ahio en Uza, twee zonen van de Leviet Abinadab, werd de Ark op een nieuwe wagen weggevoerd. De tocht werd echter ondterbroken, omdat ds Heere Uza sloeg. De Heere toonde Zijn ongenoegen omdat Zijn ordinantiën niet stipt werdten nageleefd. De vreugde waaronder de opvoering van de Ark plaats had, maakte nu plaats voor droefheid. David waagde het zeUs niet verder te gaan. De Ark werd ondergebracht in het huis Obed-Edom. Drie maanden later deed de kennelijke zegen, die God aan het huis van Obed-Edom bewees, David opnieuw moed grijpen om zijn plan ten uitvoer te brengen. Nu hield hij zich echter nauwkeurig aan de voorschriften der wet en bij elke vordering van zes schreden werden oöers gebracht aan de God Israels. Onderwijl speeldb er muziek en zong het volk. Ook David deed mede. Hij huppelde voor het anagezicht des Heeren. Gekleed in linnen lijfrok mengde hij zich onder zijn dienstknechten en dienstmaagden, die met hem vrolijk waren. 2b werd voor de Koning der ere de Davidsstad geopend.

Doch Michal, die de ware blijdschap van Gods volk niet kende, verachte haar man in haar hart, toen zij ten venster uitzag. En als David wederkomt om zijn huis te zegenen, verwijt zij hem schimpend zijn ongekunstelde vreugde en zijn omgang met de eenvoudigen die God vreesden. David evenwel schaamde zich niet voor de geringen.

„Ik zal mij nog geringer houden dan alzo", antwoordde hij aan Michal, „en ik zal nederig zijn in mijne ogen, en met de dienstmaagden, waarvan gij gezegd hebt, met dezelve zal ik verheerlijkt worden”.

David ging verder op haar hatelijke opmerking niet in, maar de Heere strafte Michal voor haar hoogmoed. „Die Mij eren, zal Ik eren, " zegt God, maar ook: die Mij, Mijn dienstknecht en Mijn dienst versmaden, zullen licht geacht worden". Zo geeft ook dit gedeelte van Gods Woord weer stof tot overdenking. We willen dat doen aan de hand van onderstaande vragen. We mochten de allergewichtigste vraag echter eens overwegen n.1. of we iets van de ware ootmoet kennen, die David beoefende maar die in onze tijd zo gemist wordt. Michals hoogmoed werd van Godswege gestraft met de smaad van kinderloosheid, maar de geestelijke hoogheid des harten, die ieder mens van nature omdraagt, loopt uit op een eeuwige versmaadheid, want de dag komt dat „alle hoogmoedigen een stoppel zuUen zijn en de toekomstige dag hen in vlam zal zetten". Mal. 4 : 1. Nu de vragen:

1. Wat betekent het spreekwoord: Een blinde en een kreupele zal in het huis niet komen? " 2 Sam. 5 : 8.

2. Wat betekent de naam „Jeruzalem”?

3. Wie hielpen David met het bouwen van een paleis?

4. Wat betekent: Perez-Uza?

5. Hoe moeten we het woord uit 2 Sam. 6:8: David ontstak” verklaren?

6. Wat had de Heere in Zijn wet voorgeschreven omtrent het vervoeren van de Ark?

7. Noem eens enkele Psalmen, die bij het opvoeren van de Ark zijn gezongen?

8. In welke brief houdt de Apostel de Nieuw-Testamentische kerk voor: „Het zingen van Psalmen en lofgezangen en geestelijke liederen" ?

9. Waarom zou de profeet Amos in hoofdstuk 6 vers 5 in afkeurende zin gesproken hebben over degenen „die zichzelven instrumenten der muziek bedenken, gelijk David”?

10. Hoe is uw oordeel over dansen?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 193.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's