Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET CONVENT VAN WEZEL.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET CONVENT VAN WEZEL.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit jaar is het 350 jaar geleden, dat in Dordrecht de synode bijeenkwam, die zo onnoemelijk veel voor het kerkelijke leven in ons land en daarbuiten betekend heeft. Wij hopen daar ook nog wel over te schrijven, maar het zou niet juist zijn, alsdoor Dordt een andere kerkverga< tering uit het oog verloren zou raken, die toch ook recht op onze belangstelling heeft. In oktober is het vierhonderd jaar geleden, dat het convent van Wezel gehouden werd.

Het was het jaar 1568, het jaar waarin de tachtigjarige oorlog juist begonnen was. De nood was hoog voor Neerlands kerk. De ge­ duchte Alva regeer(fe met straffe hand. Duizenden waren uitgeweken en zo vond men in vele plaatsen vluchtelingengemeenten.

Wij noemen er enkele: Londen, Norwich, Sandwich en Colchester in Engeland, Emdèn, en Norden in Oost-Friesland, Aken, Keulen en Wezel in het Rijnland, Frankfort en de Palts, waar Datheen in Frankenthal werkte.

Die vluchtelingengemeenten zijn van grote betekenis geweest voor het werk ook in het benauwde vaderland. Zij steunden de gemeenten onder het kruis door geld te sturen en als het maar even kon ook predikanten.

Het gevaar van dè verstrooiing was natuurlijk, dat elk zou doen, wat goed was in, zijn ogen. Dat zagen mannen als Datheen en Mamix van Sint Aldegonde goed in. Vandaar, dat zij in 1568 in Wezel in vergadering bijeen zijn gekomen, om tot een organisatie te komen.

In dat convent van Wezel ligt dus eigenlijk de geboorte van het kerkverband van Neerlands kerk der Reformatie.

In Wezel werd de eerste steen gelegd van wat in Dordrecht vijftig jaar later zo heerlijk zou worden voltooid: de organisatie van de Nederlandse Gereformeerde Kerk.

Die Wezelse vergadering wordt een convent genoemd, geen synode. En dat is juist. Een synode is immers een samenkomst van kerken. Mannen komen bijeen, die daartoe opdracht hebben gekregen van hun kerkeraden.

Dat kan men van het convent van Wezel niet zeggen. Daarvoor was aUes ook te haastig georganiseerd onder te benarde omstandigheden. Het waren wel kerkelijke personen, predikanten en ouderlingen, die samenvergaderd waren om over kerkelijke zaken te handelen, maar zij hadden geen welomschreven mandaat. Daarom was hun samenzijn strikt genomen maar een particuliere vergadering zonder kerkelijk gezag.

Dat hebben deze mannen zelf ook zo gezien, zoals uit onderscheidene artikelen van dit convent blijkt. Zij zagen hun arbeid maar als iets voorlopigs in afwachting van een werkelijke synode.

Zuiver zagen zij dus de rechte regering der kerk, al is het ook waar, wat Voetius schrijft (Pol. Eccl. rV 292), dat in bijzondere tijd, in dagen van vervolging, een convent van mannen, die volgens de wens der kerken samenkomen, wel dè kracht van een wettige synode hebben kan.

Praktisch heeft dit convent het werk van een synode verricht. Daarom sprak het ook vanzelf, dat het resultaat van hun arbeid door ds. G. H. Kersten ook is opgenomen in het bekende „Kerkelijk Handboekje", waar we de Artikelen van Wezel 1568 kunnen vinden.

Aan het slot lezen we daar de handtekeningen van de aanwezigen. Het eerst heeft Petrus Dathenus ondertekend. Men neemt daarom aan, dat hij de voorzitter van het convent geweest is. De tweede ondertekenaar, Hermanns Moded, predikant in Londen, was wellicht de scriba. De derde was Cornelius Walraven, predikant in Wezel. Verscholen ergens onderaan zien we tussen de ongeveer veertig handtekeningen nog die van „PhUippus Mamixius". In die dagen was Mamix ouderling in Emden.

Allerlei gebruiken in ons kerkelijk leven, die voor ons vanzelfsprekend zijn, werden in Wezel ingesteld. Wij noemen: de indeling van de gemeenten in classes, dè verkiezing van ambtsdragers door dè gemeente uit een door de kerkeraad opgemaakt dubbeltal, dat de predikanten de catechismus en de Nederlandse geloofsbelijdenis moeten onderschrijven.

Dit convent voerde ook dè berijming van Datheen in en verschillende van dè üturgische formulieren, die wij nu nog gebruiken.

De voorlopige kerkorde, zoals men in het boekje van ds. Kersten kani nalezen, is zeer op de praktijk van het kerkelijke leven ingericht en bevat daartoe allerlei wijze raadgevingen.

Het rechte inzicht in de bevoegdheden van de meerdere vergaderingen inzake het schorsen en afzetten van ambtsdragers vinden we in het vijfde kapittel, artikel XIX: „Nochtans staan wij de classicale vergaderingen hierin geen recht toe over enige kerk of haar diensten; tenzij dezelve dat vanzelf zullen toestemmen, opdat de kerk niet tegen haar dank beroofd worde van haar recht en gezag."

Men weet, hoezeer de handelingen van de synodalen in 1953 met déze regel spotten.

De geest van dit convent van Wezel kunnen we tenslotte niet duidelijker tonen, door aan te

i halen wat besloten werd over de precïïkaties j (II, 22 en 23):

„Verder wat aangaat de wijzö van prediken en profeteren, daarin kan men niets bijzonders ' iemand voorschrijven, dan alleen, dat ieder, naar de gaven van de Heilige Geest ontvangen zal trachten de Heilige Schrift op het duidelijkst uit te leggen en op het aUerbekwaamst naar het begrip der toehoorderen toe te passen. Dat men zal vermijden alle hatelijke en stinkende affectatie of hoogdravendheid, waarin velen zeer dikwijls vervallen, die zichzelf behagen in vele onnutte speculation; die buiten het wit in de tekst voorgesteld afdwalen; die met velerhande spitsvondigheden allergorieën spelen; die naarstiger als het betaamt opzoeken en aanprijzen heidense getuigen, ja dikwijls fabuleuze en heilloze getuigenissen; die met voordracht trachten duister te zijn in woorden en spreuken; en ten besluite op diergelijke wijze meer tot ijdele vertoning, dan tot stichting de predikatiën aanstellen.

Maar men zal alles richten tot deze twee voornaamste hoofdstukken des evangeliums, het geloof namelijk en de bekering. En daarin zullen de predikers als tot hun enig wit beogen de kennisse Christi en inscherpen de ware afsterving en levendmaMng des mensen. Zij zullen arbeiden in te dringen met him precfikatiën, zoveel doenlijk is, in aUe bedekte voorhangselen en schuilhoeken van de zielen der toehoorders en bestraffen aUe valse opiniën en ketterijen en boze zedten; en niet alleen blijven staan op grove schelmstukken en blijkelijke zonden, maar ook uitschudden die verborgen geveinsdheid des harten en daaruit voor de dag brengen en op het bekwaamst uitroeien het seminarium en (Me modderpoel van allerhande goddeloosheid, hovaardigheid en ondankbaarheid, hetwelk zelfs in de allerbeste nog zijn voedsel en beweging heeft.”

Drie jaar later, in 1571 in Emden, kon de eerste synode worden gehoudfen.

K.

S.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HET CONVENT VAN WEZEL.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's