DE Bijbelse Geschiedenis. 293.

Antwoorden 285 t.m. 290.

285. Omri had behoefte aan een goed verdedigbare plaats als residentie. Thirza had bewezen geen beleg te kunnen weerstaan. Die stad had bovendien veel van haar aantrekkelijkheid verloren nadat Zimri de koningsburcht in brand gestoken had. De burgeroorlog was over de plaats getrokken, haar weerstandvermogen was geknakt, haar sterkte was vergaan. Voor die tijd had Thirza een aangename schoonheid, die spreekwoordelijk was. Salomo vergelijkt de bruidskerk met haar in Hooglied 6:4. Zie gij zyt schoon, zegt hij gelyk Thirza. Toen Omri de troon beklom was van de eertijds prachtige stad, slechts een puinhoop over.

286. Naar de mens gesproken had Omri geen geschikter plaats kunnen kiezen dan de berg Samaria. Als middelpunt van het verkeer lag het uitermate gunstig: ngeveer midden in het rijk, op bijna gelijke afstand van de Jordaan en de Middelandse Zee. De berg was vruchtbaar door zijn waterrijke dalen. Vanaf zijn hoge top bood hij rondom een prachtig uitzicht, westwaarts over de vlakte van Saron, noordelijk op het gebergte van Efraïm met zijn groene weiden langs de hellingen. En op zijn vlakke kruin, 450 meter boven de zeespiegel, bouwde Omri de nieuwe hoofdstad. Hij omgaf haar met een sterke muur, voorzien van poorten en torens. Zo werd Samaria een bijna onneembare vesting. Meermalen heeft ze bewezen een langdurige belegering te kunnen weerstaan. Zij wordt in Jes. 28 : 4 de bloem, des sieraads op het hoofd der zeer vette vallei genoemd en ook wel: et hoofd van Efraïm d.i. de hoofdstad van het rijk der tien stammen. En toch is haar ondergang gekomen; de Assyriërs hebben haar verwoest. De oorzaak was door de profeet Hozéa van te voren aangewezen, toen hij in de naam des Heeren voorspelde: amaria zal woest worden; want zy is wederspannig geweest tegen haren God (Hos. 14 : 1).

287. Omri heeft voor de berg een koopprijs van twee talenten züver moeten betalen. (1 Kon. 16 : 24). Wat de waarde daarvan geweest is in onze guldens, kunnen we niet zo gemakkelijk bepalen. De gegevens van de meeste uitleggers (met inbegrip van de kanttekening) zijn in deze tijd niet bruikbaar wegens de steeds verder gaande ontwaarding van onze munteenheid. Men berekende vroeger twee talenten zilver op ƒ 9.830, —, maar dit bedrag stelde vijftig of honderd jaar geleden een heel andere waarde voor, dan nu. Om toch enig idee van de koopkracht van twee talenten zilver in die dagen te krijgen, kunnen we verband zoeken met de prijs die handelsreizigers in Salomo's tijd moesten betalen voor een paard (zie 1 Kon. 10 : 28 en 29). Aan de hand hiervan kan men berekenen dat Omri voor de berg aan Semer een bedrag heeft moeten geven dat overeenkomt met de waarde van 90 paarden.

288. Semer had niet de bevoegdheid de berg, die zijn erfgoed was, aan de koning te verkopen. Naboth heeft het later geweigerd. In Numeri 36 : 7 wordt voorgeschreven dat... de erfenis van de kinderen Israels niet omgewend zal worden van stam tot stam. Mogelijk heeft Semer bij de verkoop als voorwaarde bedongen dat de stad naar zijn naam genoemd zal worden. We lezen althans in 1 Kon. 16:24.. en hy (Omri) noemde den naam der stad, die hy bouwde, naar den naam van Semer, den heer des bergs, Samaria.

289. Gods toorn werd opgewekt doordat Achab, de opvolger van Omri een altaar voor Baal oprichtte, volgens 1 Kon. 16 : 32, in het huis van Baal, hetwelk hy te Samaria gebouwd had. Vermoedelijk heeft deze goddeloze koning in de nabijheid van zijn paleis een kostbare tempel, bestaande uit een tempelhuis met voorhoven en andere gebouwen voor de afgoden gebouwd. Uit 2 Kon. 10 : 22 blijkt dat zelfs een klederhuis niet ontbrak. Kosten noch moeite werden er dus gespaard om een goed ingericht gebouwcomplex te krijgen. De Baalstempel moest kunnen wedijveren met de tempel des Heeren, die te Jeruzalem was. Zowel de Israëlieten als de heidenen moesten kunnen zien dat Baal niet onderdeed voor Jehova In het voorhof verrees een schitterend altaar en toen alles gereed was, werden er 450 priesters aangesteld, opdat de offeranden voor Baal vermenigvuldigd zouden worden.

290. Het herbouwen van Jericho was mede een kenmerk van de goddeloosheid van die dagen. In zyn (Achabs) dagen, zo lezen we in 1 Kon. 16:34, bouwde Hiel, de Betheliet, Jericho. Merkwaardig, iemand uit Beth-El, de stad van het gouden kalf, durfde het aan tegen Gods gebod in te gaan. God had immers door Jozua scherp laten verbieden de palmstad te herbouwen en dat onder een zware strafbedreiging. Wellicht heeft Achab Hiel er toe aangezet om een vesting te hebben bij het veer over de Jordaan. We zien hieruit hoever het in die dagen met de verachting van God en Zijn Woord gekomen was, en tevens dat God Zich niet laat bespotten. Hiëls geslacht stierf geheel uit tijdens de bouw op Abiram, zijn eerstgeboren zoon, heeft hij haar gegrondvest, en op Segub zijn jongsten zoon, heeft hij haar poorten gesteld, naar het woord des Heeren, dat Hij door den dienst van Jozua, en zoon van Nun, gesproken had. (zie Joz. 6 : 26).

God slaat een gram gezicht Op bozen, die Hem tegenstaan; Hij doet hun naam met hen vergaan Door 't hoogste strafgericht.

Psalm 34 : 8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen