Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis. 314

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis. 314

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ELIA’s HEMELVAART

Vragen 351 t.m. 360.

351. Nog eenmaal heeft Elia getuigd tegen Achabs huis. Het was toen Ahazia boden had gezonden naar Baal-Zebub in het heidense Ekron om te vragen of hij genezen zou van een ziekte. Op bevel des Heeren gaat Elia de gezanten tegemoet en zegt: Is het omdat er geen God in Israël is, dat gylieden heengaat, om Baal-Zebub, den god van Ekron te vragen ? De boden keren terug tot hun heer met de boodschap van de man Gods: „Gy zult niet afkomen van dat bed maar gy zult den dood sterven. Wanneer Ahazia uit de beschrijving van zijn boden de bekende profeet herkent, zendt hij een hoodman met vijftig soldaten om Elia gevangen te nemen. En als hij tot hem opkwam (want ziet, hij zat op de hoogte eens bergs) zo sprak hij tot hem: Gy man Gods! de koning zegt: Kom af. De Heere toonde daarop, dat Hij met Zijn knecht niet laat spotten. Op het woord van Elia daalde er vuur van de hemel dat de hoofdman met zijn vijftigen verteerde. Een tweede hoofdman met zijn vijftigen wedervoer hetzelfde lot. Wanneer de koning ten derde male een gezantschap zendt, dan blijven de hoofdman en de zijnen gespaard. Deze man boog zich voor Elia en smeekte hem: laat toch myn ziel en de ziel uwer knechten, van deze vijftigen, dierbaar zyn in uwe ogen l Met hem ging Elia mee en herhaalde vóór het koninklijk ziekbed onverschrokken zijn woord: Zo zegt de Heere, Daarom, dat gij boden gezonden hebt om Baal-Zebub te vragen gy zult den dood sterven. Waarschijnlijk werd Ahazia door dit bericht zodanig in verwarring gebracht dat hij, noch iemand van zijn hovelingen, Elia kwaad durfden te doen.

Korte tijd nadat de profeet was heengegaan stierf Ahazia. Hij had nog geen twee jaar geregeerd en zijn jongere broeder Joram werd koning in zijn plaats.

Thans naderde het einde van Elia's levenstaak. We lezen in 2 Kon. 2 dat hij met Eliza van Gilgal ging en dat hij geheimziimig tot zijn metgezel sprak: Blijf toch hier, want de Heere heeft mij naar Beth-El gezonden. Eüza laat zich echter niet wegzenden. Zo gaat de reis naar'Beth-El, en van Beth-El naar Jericho.

Ook te Jericho, herhaalt Elia dezelfde woorden en dringt er op aan dat Eliza zal achterblijven maar deze weigert beslist en betuigt met een eed dat hij zijn meester niet zal verlaten. De aanstaande scheiding is bUjkbaar voor Eliza een smartelijke zaak, want als de profetenzonen hem herhaaldelijk toeroepen: Weet gi/, dat de Heere heden uwer heer van uw hoofd wegnemen zal ? doet het hem pijnlijk aan, waarom hij kort antwoordt: „Ik weet het ook wel, zwijgt gy stil! Zo gaan zij van Jericho naar de Jordaan. Vijftig mannen van de zonen der profeten volgen hen. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij van verre ooggetuigen geweest zijn van de hemelvaart. Elia moest de Jordaan over. Hij had gebruik kunnen maken van het veer dat daar was, maar de Heere wilde dat er bij het heengaan van Zijn knecht een wonder zou plaatsvinden ten bewijze van de kracht Gods die in hem was.

Zoals een der grootste profeten in het verleden het water gekliefd had door het met zijn staf te slaan, zo nam nu EHa zijn mantel en wond hem samen en sloeg het water. Toen werd het her-en derwaarts verdeeld en er kwam een pad door de Jordaan waarover zij de andere oever bereikten. Zij waren nu in het Overjordaanse land aangekomen, het land waar Elia gewoond had. Dit zal'de plaats zijn waar hij van het aardse leven zal scheiden. Vooraf mag Eliza nog zeggen wat hij begeert. Het schijnt dat hij niet lang over het antwoord behoefde na te denken. Dat toch twee delen van uw geest op my zijn, vraagt hij. Maar Elia noemt die begeerte hard en zwaar. Dat komt omdat hij niet bij machte was aan dit verzoek te voldoen. Het ligt niet in de macht van een profeet de gave des geestes uit te delen. Dat doet God alleen. Hij zorgt zelf voor Zijn eigen werk. En Zijn werk staat nimmer stil, ook niet als personen van hun zware post worden afgelost, hetzij jong of oud, of op middelbare leeftijd. Elia onthield zich dus van een beslissing aangaande Eliza's wens, totdat hem daarover de bijzondere verklaring des Heeren gegeven zou zijn. Dit kon hij zijn vertrouwde leerling wel zeggen: wanneer deze de hemelvaart mag aanschouwen, dan is dat het teken dat zijn bede verhoord is. Terwijl zij nog tot elkander spraken kwam er opeens een vurige wagen, met vurige paarden bespannen, tussen hen inrijden. Het vuurgespan maakte scheiding tussen de sprekenden. En onder een geweldig onweder rees de Godsman omhoog. Mijn vader, myn vader! wagen Israels en zijn ruiteren! riep Eliza toen hij vol verbazing zijn meester nastaarde. Daarna greep hij Elia's mantel die van hem afgevallen was Zijn wens was dus vervuld. Wanneer hij de terugweg aanvaardt, mag hij dadelijk ondervinden dat God hem met de geest van Elia heeft bedeeld.

Want als hij bij de Jordaan komt en het water met Elia's mantel slaat, doet God hetzelfde wonder als bij de heenreis. Bij zijn aankomst te Jericho wordt hij ook van stonde aan door de zonen der profeten als Elia's opvolger erkend. Zij buigen zich voor hem en worden versterkt in de zekerheid dat de Heere het werk van Elia door Eliza zal voortzetten wanneer zij een tijdlang naar Elia zoeken, doch zonder hem gevonden te hebben, beschaamd naar Jericho terugkeren.

Hieronder volgen - zoals gebruikelijk - een aantal vragen. De eerste vier hebben betrekking op Elia's optreden tegenover Ahazia en de overige gaan over zijn hemelvaart.

351. Kunt u uit teksten uit het Nieuwe Testament afleiden dat Ahazia s zoeken van Baal-Zebub uitermate goddeloos geweest is ?

352.' Waarmee toonde de eerste hoofdman zijn persoonlijke vijandschap jegens de profeet Elia ?

353. Trad de derde hoofdman anders tegen Elia op omdat het bevel des konings gewyzigd was, of deed hij zulks uit eigener beweging ?

354. Zijn er aanwijzingen dat Ahazia's gemoed enigermate geschokt geworden is door Elia's optreden ?

355. Met welk doel zou Elia vóór zyn opneming nog een bezoek gebracht hebben aan Gilgal, Beth-El en Jericho ?

356. Hoe moeten we Eliza's begeerte: „Dat toch twee delen van uw geest op my zijn" opvatten ?

357. En wat ligt er opgesloten in zyn klacht: „Mijn Vader, myn Vader, wagen Israels en zij ruiteren ?

358. Hoeveel dagen zijn de zonen der profeten bezig geweest met het zoeken naar het lichaam van Elia ?

359. Met welke Godsman uit het verleden vertoonde Elia bijzonder veel gelijkheid ?

360. En van welke profeet der toekomst (der nieuwe bedeling dus) was hij een voorbeeld ?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis. 314

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's