DE VERDRUKKINGEN van Gods Kerk. 44

Zo gebruikt de Heere menigmaal straffen en verdrukkingen als een werktuig om hen van eigen liefde en vleseUjke en wereldse begeerlijkheden meer en meer te reinigen, opdat Hij in hun harten door Zijn Geest moge wonen. En gelijk nu de dorsvlegel nuttig is voor het koren om van het kaf gezuiverd te worden, gelijk de vijl voor het ijzer, de oven voor het goud, en ook de slijpsteen voor het ijzer nodig en nuttig is, alzo zijn ook de verdrukkingen nodig en nuttig voor Gods keurlingen, zoals de apostel Petrus dan ook schrijft in 1 Petrus 1:7-9: Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden' worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus; Dewelke gij niet gezien hebt, en nochtans liefhebt, in Dewelke gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde; verkrijgende het einde uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen. „Want als men het ijzer stil laat liggen, dan gaat het verroesten en uiteindeHjk vergaat het, en doet het geen nut meer, maar als het van alle kanten bewerkt wordt dan gaat het steeds meer blinken. En zo nu Gods kinderen met menigerlei verdrukkingen verdrukt worden, en deze geheiligd worden dan gaan ze als morgensterren schijnen en blinken. In des Heeren kinderen die in en van zichzelf maar stof en as zijn, moet het Goddelijke Woord en het geloof in de oven der verdrukkingen beproefd worden, zullen die waarlijk haar glans vertonen en zullen ze hun eigen vnl in de wil des Heeren verliezen. De Heere heeft daar ook Zijn welgevallen in, dat de kracht van Zijn Woord en het geloof, tot Zijn heerlijkheid en eer, in het zwakke en arme, aardse vat beproefd worden. Goud en zilver zijn ook door God geschapen

Vervolg bladz. 3.

en voortgebracht, en het zijn nog schone en begeerlijke schepselen ook; maar ze kunnen niet beproefd worden dan alleen in aarde vaten en door krachtig vuur. Zo kan des Heeren Woord en het geloof alleen maar beproefd worden in de uitverkoren mensen door het vuur en in de oven der verdrukkingen. Langs zulk een weg komt dan juist openbaar dat in des Heeren Woord een Goddelijke kracht is als alle hulpmiddelen, ja alle schepselen wegvallen en maakt degenen die het door een waar geloof mogen geloven tot een bestendig goud en zilver in de vurige oven der verdrukking. Voor de godlozen zijn de verdrukkingen straffen tot hun eeuwige ondergang, maar voor de rechtvaardigen of Gods kinderen zijn ze beproevingen ten eeuwigen leven, of kastijdingen tot hun nut. De godzalige Augustinus zegt dat de verdrukkingen voor de godlozen niet anders zijn als wat het hooi voor het vuur is dat daardoor geheel verteerd wordt al zullen de godlozen in de rampzaligheid nooit geheel verteren, terwijl ze voor Gods kinderen zijn als wat het goud voor het vuur is. Zo kunnen we dus Judas zien dat hij als hooi hier verteerd is en voor eeuv; ig in de hel neergestort om eeuwig in het helse vuur te blijven, terwijl we Job door de vuuroven der verdrukkingen als goud zien uitkomen. De grote hervormer Luther schrijft dat het vuur het goud geen schade doet, ook niet verteerd noch vermindert, maar alle schuim beneemt en tot groot nut is, opdat het recht gelouterd en gezuiverd en rein zal worden. Zo dient ook het vuur der verdrukkingen en allerlei aanvechtingen niet tot hun schade, noch zullen ze er door verteerd worden, al moeten ze daardoor veel smarten en weeën in het verdorven vlees doorstaan. Maar alles moet toch dienen tot hun nut. en bestwil opdat daardoor het geloof rein en gelouterd wordt als goud en zilver, hoewel hun oude mens daaronder treurt en kermt, ja, zo menigmaal opstandig en ongeduldig is. En naardien Gods kinderen in zichzelf de verdrukkingen niet graag doorstaan maar ze dan tegen hun wü zijn, zo begeren ze de verlossing al eer dat ze in de oven warm geworden en genoeg beproefd zijn. En als de Heere Zijn volk niet vasthield, tegen hun wü in, in de oven der verdrukkingen, zij zouden zich losrukken en de proef ontlopen, en echt niet vragen of zij wel genoeg gekastijd, beproefd en gelouterd waren tot Gods verheerlijking en welzijn van hun ziel. Maar de Heere weet veel beter wat goed en nuttig voor hen is dan zijzelf, en daarom laat Hij de duur der verdrukking zolang als Hij nodig keurt en Hij zijn wil aan hen volbracht heeft. Wanneer nu Gods kinderen in zonden vallen en daardoor Zijn Naam vreselijk gelasterd wordt dan zullen zij Zijn kastijding en tuchtiging niet ontlopen en ook niet wanneer ze maar steeds wereldgelijkvormig voortleven, dan bezoekt Hij ze menigmaal met de roede en bittere tegenheên zoals we lezen kunnen in de 89 ste Psalm, waar de Heere zegt: Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen; Indien zij Mijn inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden; Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen.f' Daaruit kunnen we dus klaar beluisteren dat de Heere hun zonden niet ongestraft zal laten maar Zijn kastijdingen zeker te duchten hebben en dan spaart de Allerhoogste geen vlees en bloed bij Zijn geliefde kinderen.

O.

v.B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen