Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 352

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 352

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bekering van Ninevé.

Vragen 481 t.m. 490.

De uitwerking van Jona's prediking was wonderlijk. Zijn boodschap werd door de inwoners van Ninevé met ontzetting aangehoord. Ze geloofden dat het bericht van de aanstaande verwoesting van Godswege tot hen kwam en dat mitsdien de ondergang van de stad op de vastgestelde tijd door Hem zou worden uitgevoerd. Sommigen 'denken dat, Jona's prediking zoveel indruk maakte omdat de Ninevieten op de een of andere wijze kennis gekregen hadden van zijn geschiedenis (dat hij in de zee geworpen was en er door een wonder weer uitgekomen was). Maar hiervan hebben we geen zekerheid. De Schrift zegt: zij geloofden aan God. Ze spotten niet met Jona's prediking, zochten het naderend onheil ook niet af te wenden door de natuurlijke oorzaken op te sporen, neen, zij waren bereid de ware oorzaak onder het oog te zien, namelijk de zonde. Ze beseften dat God rechtvaardig Zün hand opgeheven had om de ongerechtigheden te bezoeken. Ook de koning werd met de toestand in kennis gesteld. We lezen niet dat Jona persoonlijk aan het paleis geweest is om het oordeel Gods daar aan te kondigen, maar dat zijn boodschap het koninklijke hof bereikt heeft, is in ieder geval zeker.

Het gevolg was dat er van overheidswege een algemeen vasten werd uitgeroepen. Daarbij^ werd bevolen sterk tot God te roepen en zich te bekeren, een iegelijk van zijn boze weg. Wie weet, werd erbij gezegd. God mocht zich wenden en berouw hebben; en Hy mocht zich wenden van de hittigheid Zijns toorns, dat wy niet vergingen ! Men ging dus niet alleen vasten, maar ook bidden dat God hen genadig mocht zijn. Jona had hen geen hoop op Gods barmhartigheid gepredikt en toch hadden zij blijkbaar een algemeen denkbeeld van Zijn goedheid en mededogen. Behalve besef van de gruwelijkheid der zonden en eigen onwaardigheid waren er spranken van hoop dat God acht zou willen geven op hun berouw en Zich zou wenden. En dan lezen we in vers 10 het wonder der goddelijke genade als' daar vermeld wordt dat God hun werken zag, dat zy zich hekeerden... en het berouwde God over het kwaad, dat Ry gesproken had hun te zullen doen, en Hy deed het niet. Van een boze weg zich bekeren is geen kleine zaak, al is het slechts uitwendig. Het had tot gevolg dat het vonnis werd herroepen en de bedreigde ondergang niet werd uitgevoerd.

Maar Jona was hiermee niet verheugd. Integendeel, het verdroot hem met groot verdriet (hfd. 4:1). Hij was de stad uitgegaan en had zich, nadat hij een schaduwrijk plekje voor zich gemaakt had, neergezet om te zien wat er van de stad zou worden. En toen er niets gebeurde, werd hij daarover verdrietig, gemelijk en toornig. Hij geeft uiting aan zijn mismoedigheid door zich te beklagen bij God. Hij zegt: ch Heere ! was dit mijn woord niet als ik nog in myn land was ? Daarbij bidt hij om maar te mogen sterven, want dat was hem beter dan te leven, meende hij. Zo was Jona bij vernieuwing op een verkeerde weg. Maat de Heere gaat hem wederom terechtbrengen. Hij gaat Zijn murmurerende knecht onderwijzen van Zijn recht en Zijn goedheid jegens Zijn schepselen. Want al laat Hij toe dat Zijn volk in zonde valt. Hij wil niet dat zij in de zonde blijven liggen, maar dat zij hun dwaling inzien en tot het rechte pad terugkeren. Daattoe liet de Heere een wonderboom opschieten

om de profeet schaduw te geven. Jona verblijdde zich zeer over die boom. Maar ook even snel liet God hem weer verdorren. Hierdoor was Jona zo teleurgesteld dat hij, neerzittende in de brandende zonnehitte, levensmoe werd en opnieuw de dood boven het leven verkoos. En toen kwam God tot hem met de les. Jona had de wonderboom willen sparen, waaraan hij niet gearbeid had, die in één nacht groeide en in één nacht verging... en zou Ik die grote stad Ninevé niet verschonen ? vraagt de Heere hem af, waarin veel meer dan honderd en twintig duizend mensen zijn, die geen onderscheid weten tussen hun rechterhand en hun linkerhand; daartoe veel vee } Wat kon Jona hiertegen zeggen } Hij werd door dit voorbeeld feitelijk als een zelfzuchtige dwaas tentoongesteld en dit moet hem wel tot nadenken gebracht hebben. Daar we niet lezen dat hij nog antwoord gegeven heeft mogen wij geloven dat hij hierdoor op zijn plaats gebracht is. In de voorrede van het boek-Jona hebben de Statenvertalers opgemerkt dat hij van God niet alleen is berispt, maar ook zeer liefelijk is onderwezen en overtuigd. Deze geschiedenis had echter ook een boodschap voor het volk der Joden. Want in zijn enghartige, trotse houding tegenover de heidenwereld, vertoonde Jona het beeld van het vleselijk Israël van die dagen. Evenals Jona vrolijk was over een wilde struik, waren zij gelukkig met hun uitwendige voorrechten. De bekering van Ninevé beschaamde dit farizees zelfvertrouwen, zoals Jona teleurgesteld werd door de steek van het wormpje aan de wortel van zijn wonderboom. Uiteindelijk mogen we zeggen dat het boek Jona van grote betekenis is voor de kerk van alle eeuwen. Het leert ons de Opperheerschappij Gods over alle schepselen, ook Zijn genegenheid tot al het geschapene. Zijn lankmoedigheid en taai geduld, maar inzonderheid Zijn welbehagen tot Zijn volk in de weg van recht en gerechtigheid waar Jona toch een type is van Christus, die door de dood en door het graf verrezen is als de Zaligmaker der Zijnen. Want Ninevé's ondergang is wel gestuit als gevolg van een uiterlijke bekering op Jona's prediking: voor een eeuwige behoudenis is er ' meer nodig. Toen de maat der ongerechtigheid van Ninevé vol geworden was, is haar oordeel voltrokken. Maar Jona heeft met al Gods getrouwe knechten en kinderen het genadeloon der uitverkorenen verkregen op grond van de gehoorzaamheid en het bloed van de beloofde Messias. ;

Laten we trachten aan de hand van onderstaande vragen een en ander nog nader te overdenken.

481. Welke drie maatregelen nam de koning van Ninevé als vruchtgevolg van Jona's prediking ?

482. Toon aan dat de voorschriften met betrekking tot de vastendag in Ninevé zeer streng waren.

483. Waarom zouden de uiterlijke tekenen van boetvaardigheid in het boek Jona zo nauwkeurig opgetekend zijn ?

484. Was er te Ninevé een oprechte bekering tot stand gekomen ?

485. Hoe moeten we het berouw Gods verstaan, waarvan sprake is in hfd. 3 : 10 ?

486. Welke gronden meende Jona te hebben om hierover ontstemd te zijn ?

487. Hadden zijn argumenten, die hij aanvoerde, enige grond ?

488. Was er iets goeds in zijn begeerte om te mogen sterven ?

489. Had hij reden om zich om de wonderboom te verblijden ?

490. Waarom noemen onze Statenvertalers het onderwijs, dat Jona van Godswege ontving, een „zeer liefelijk" onderwijs ? •

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 352

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's