Huwelijk
In het tweede hoofdstuk van Genesis wordt ons vermeld dat God in het Paradijs het huwelijk heeft ingesteld.
God, Die alle dingen uitvoert naar Zyn wijs beleid, sloot Zelf Adams huwelijk in de staat der rechtheid.
Hij keurde niet goed dat de mens alleen zou blijven; dat heeft Hij duidelijk door Mozes laten beschrijven.
Het huwelijk van Adam en Eva, het eerste mensenpaar, was tot de ere Gods; zó leefden die twee met elkaar.
De gemeenschap met God was het leven van hun leven; maar helaas: dat is slechts korte tyd zo gebleven.
De vreselijke zondeval verwoestte ook het huwelijk; de gevolgen daarvan zijn tot op heden zeer gruwelijk.
God heeft de mensen nog wel het huwelijk gelaten, maar het ligt vertreden in het slijk der straten.
Bijna nergens wordt er zo'n goddeloosheid gevonden, als juist rondom het huwelyk in de staat der zonde.
Ieder mens heeft van binnen dezelfde verdorven aard; een voorrecht als wë voor uitleving nog zyn bewaard.
Maar allernodigst is dat de echtgenoot en zyn gctde, een ander en beter huwelijk leren kennen uit genade.
Want Gods Woord leert ons dat op de aardse trouwdag, vroeg of laat, maar zeker en gewis volgt een rouwdag.
Dan is niet de vraag of het aantal jaren hoog klom, maar of we kennis hebben aan de hemelse Bruidegom. Die Bruidegom heeft Zijn Bruid lief van eeuwigheid, en zal dus zeker met haar verenigd worden in de tijd.
Van nature is ook die Bruid de eeuwige dood waardig; en dat om eigen zonden en schuld, gans rechtvaardig.
Zal het wel zijn in die grote dag der eeuwigheid, zal men toch dat huwelyk moeten kennen in de tyd.
Ook in dit verband is er zo ontzettend veel schyn; de vreemde voor de Man aan te nemen, dat zal wat zyn.
Men zal toch moeten leren getrouwd te zyn aan de Wet. die de mens rechtvaardig buiten Gods gemeenschap zet.
Maar als men aan die eerste man sterft, in waarheid, kan een beter huwelyk gesloten worden, op Gods tijd.
God staat er voor in dat zonen dochteren Adams, worden, door Hem toe verkoren, de Bruid des Lams.
Hij zal dat huwelijk doen beginnen hier in de tyd, en Hij zal het doen bestendigen tot in eeuwigheid.
Want dat huwelyk zal nooit meer worden ontbonden; in eeuwige heerlykheid wordt geen scheiding gevonden.
In het Hooglied horen we de Bruid belijdenis afleggen, enerzijds van haar zwartheid; maar ook mag ze zeggen, - in Christus, op grond van recht-liefelijk te zyn; enerzijds Kedars tent, anderzijds Salomo's gordijn.
De Bruidskerk blijft zwart in de stand van haar Leven, hoewel bedekt met de klederen, door Christus geweven. Hoe meer die zwartheid door de Bruid wordt ingeleefd, hoe meer waarde het werk der hemelse Bruidegom heeft.
Mattheüs schrijft over een man zonder bruiloftskleed; die kwam op onbeschrijfelijk vreselijke wijze aan de weet, toen de koning hem tot in eeuwigheid buiten sloot, dat buiten Christus alles uiteindelyk is: de dood.
Dat in ons korte leven het ware huwelijk werd geleerd; dat wil zeggen: in Christus tot God te worden bekeerd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1972
De Wachter Sions | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1972
De Wachter Sions | 8 Pagina's