Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 387

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 387

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De drie pngelingen in de vurige oven.

Vragen 611 t.m. 620.

Het was niet van lange duur dat Nebukadnezac onder het beslag van de majesteit van de God Israels verkeerde. Het is de waarheid, had hij uitgeroepen toen Daniël hem zijn droom verklaard had, dat ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen, en die verborgenheden openbaart.... (Dan. 2 : 47), maar in het volgende hoofdstuk lezen we dat hij een groot beeld maakte en dat oprichtte in het dal Dura, in het landschap van Babel. We hebben uit het voorgaande reeds gezien dat Nebukadnezar grote macht bezat. Alles wat hij ondernam was hem gelukt. De ene overwinning na de andere had hij behaald. Keer op keer was hij uit de strijd als overwinnaar naar zijn land teruggekeerd en dan werd hij met roem overladen en als een god vereerd. In een opwelling van machtswellust dacht het hem goed een schitterend beeld op te richten. Hij maakte het zestig ellen hoog en zes ellen breed. Toen het beeld gereed was riep hij alle stadhouders en staatslieden van zijn rijk op naar de vlakte van Dura .opdat zij bij de plechtige inwijding tegenwoordig zouden zijn. Van heinde en ver stroomden zij toe en vol bewondering beschouwden zij dit kostbare beeld. En nu liet de koning een boodschap door een heraut afkondigen waaruit duidelijk het despotisme en de dwinglandij van deze oosterse vorst blijkt. De heraut verkondigde namelijk dat, ten tijde als het geluid_van allerlei muzieldnstrumenten zou worden vernomen en het gezang zou worden gehoord, alsdan alle volken, natiën en tongen moesten neervallen en het gouden beeld aanbidden dat Nebukadnezar had opgericht. Wie in deze nalatig bleek zou in het midden van de oven des brandende vuurs geworpen worden. Toen de muziek inzette gehoorzaamden alle staatslieden het bevel van hun koning behalve de drie vrienden van Daniël, Sadrach, Mesach en Abed-Nego, die Nebukadnezar over de bediening van het landschap van Babel gesteld had. Deze jonge mannen hadden zich met beslistheid voorgenomen niet voor het beeld te knielen. Toen de gehele menigte neerviel waren zij de enigen die bleven staan. Aanstonds waren er lieden, die dit bemerkten en het de koning aanbrachten. O koning leef in eeuwigheid! zeiden ze. Gy hebt een bevel gegeven, dat alle mei}sen, die horen zouden het geluid des hoorns enz. nedervallen en het gouden beeld aanbidden zouden. En wie niet nederviel, en aanbad, die zou in het midden van den oven des brandende vuurs geworpen worden. Er zyn joodse mannen .... o koning! deze hebben op u geen acht gesteld; uwe goden eren zij niet, en zij bidden het gouden beeld niet aan, hetwelk gij opgericht hebt. Nebukadnezar, die steeds gewoon was, gehoorzaamd te worden, ontstak terstond in heftige toorn en gebood, dat de drie mannen voor hem gebracht zouden worden. Hij vraagt of hun verzuim met opzet was. Hun antwoord wacht hij niet eens af maar voegt er aanstonds aan toe, dat hij ze op de proef zal stellen. Nog eens zouden de muziekinstrumenten bespeeld worden. Knielden zij dan neer, dan zou hij aannemen dat hun verzuim op een vergissing berustte, maar bleven zij in hun weigering volharden, dan zullen zij in de oven des vuurs geworpen worden en wel op staande voet, zonder enig uitstel. In weinig woorden kwam het er dus op neer: ehoorzamen of niet, buigen of breken. En omdat hij wist dat zij hem weerstonden uit een beginsel van getrouwheid aan hun Godsdienst besloot hij zijn dreigement met het honend woord: n wie is de God, die u uit mijn handen verlossen zou ? Maar moedig en bedaard delen Sadrach, Mesach en Abed-Nego hun voornemen aan de koning mee. Zij willen het sein tot knielen niet afwachten en verklaren zonder omhaal van woorden dat zij nooit voor het beeld zullen knielen. Zij geloven dat God machtig is hen uit de oven des brandenden vuurs te verlossen. Maar ook al zou God toelaten dat zij in de hand van Nebukadnezar zouden vallen, toch zij u bekend, o Koning! zeggen ze, dat wij uwe goden niet zullen eren, noch het gouden beeld zullen aanbidden.

Bij het horen van deze woorden wordt de hoogmoedige koning zeer grimmig en hij geeft bevel dat de oven zevenmaal feller gestookt zal worden. Daarna liet hij de wederspannige joden met hun klederen en al gebonden in het vuur werpen, hetwelk zulk een moordende hitte verspreidde dat de mannen die hen er in wierpen door de vlammen gedood werden...

De vernielende kracht van het vuur werd voor de drie vrienden echter opgeheven. De Heere had zijn engel gezonden om hen te beschermen. Toen Nebukadnezar zich wilde overtuigen hoe spoedig de drie martelaren tot as zouden vergaan daar ziet hij tot zijn verbazing dat zij los en ongedeerd in de vuurzee wandelen, vergezeld van een vierde, die de indruk geeft een zoon der goden te zijn. Vol ontzetting komt hij nader. Hij roept Sadrach, Mesach en Abed-Nego toe, dat zij uit de oven moeten komen. En als zij daar dan staan ten aanschouwe van de koning en al de vorsten zonder dat zij het minste letsel hadden bekomen, wordt Nebukadnezar weer een ogenblik klein. Met een onverwachte teerheid van gemoed erkent hij zijn ongelijk als hij het wonder aanschouwt van het vuur dat van zijn verterende macht beroofd geweest is, zo zelfs dat het haar van de drie knechten Gods niet was verschroeid, noch hun kleding naar het vuur rook. Zonder voorbehoud geeft hij eer aan de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego en hij kondigt en koninklijk besluit af dat uitdrukkelijk verbiedt kwaad te spreken van de God van Israël.

Vragen:

611. Zou het beeld een gelijkende gedaante (b.v. van een mens) gehad hebben?

612. Was Daniël niet bij de inwijding aanwezig ?

613. Wat zijn vedels en psalters voor instrumenten ?

614. Met welk oogmerk brachten de Chaldeeën het verzuim van de drie joodse mannen by de koning aan ?

615. Waarom vonden Hananja, Misaël en Azarja het niet nodig Nebukadnezar te antwoorden ? (vers 16).

616. Wat wil de uitdrukking zeggen: Toen veranderde de gedaante zijns aangezichts ? (vers 19).

617. Wat beoogde Nebukadnezar met zijn bevel de oven zevenmaal heter te maken ?

618. In welk geschrift kunnen we het gebed van Azarja in de vurige oven vinden ?

619. Wat wordt bedoeld met „een zoon der goden", vers 25 ?

620. Was de belydenis van Nebukadnezar (vers 28) een vrucht van hartvernieuwende ge­ nade ?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 387

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's