393 DE Bijbelse Geschiedenis

Antwoorden 631 t.m. 635.

631. Belsazar was niet de zoon maar de kleinzoon van Nebukadnezar. Deze opvatting is niet in strijd met de tekst Dan. 5 : 2, aangezien de oosterse volken al de voorouders vaders noemen, zoals zij ook de neven en andere nakomelingen als zonen aanduiden.

632. Volgens de kanttekening bij 2 Kon. 25 : 27, was Evil-Merodach de zoon van Nebukadnezar en de vader van Belsazar. De Babylonische vorsten, zoals die ons bekend zijn uit de bijbelboeken in overeenstemming te brengen met de berichten van ongewijde schrijvers, heeft velen een tijdlang onmogelijk toegeschenen. Maar ook in dit geval bleek weer dat, hoe nauwkeuriger men de oudheid naspeurde, hoe meer men genoodzaakt werd de waarheid van de H. Schrift te bevestigen. Het heeft de Heere behaagd in Zijn Woord te laten optekenen hetgeen de kerk nodig is te weten en daarbij behoort de korte mededeling aangaande Evil-Merodach, die we vinden in de laatste verzen van de boeken der koningen. In het jaar dat hij koning werd verhief hij het hoofd van Jojachin, de koning van Juda uit het gevangenhuis. En hij sprak vriendelijk met hem .... en hy veranderde de klederen zijner gevangenis, en hij at geduriglijk brood voor zijn aangezicht, al de dagen zijns lévens

De beweegredenen, welke Evil-Merodach tot deze daad gebracht hebben zijn voor ons niet van belang. Wij hebben hier slechts te letten op de genadige beschikking Gods aangaande Davids zaad, dat wel zwaar getuchtigd maar niet geheel verworpen werd. De Heere toonde dat Hij niet alleen getrouw is in de vervulling van Zijn gerichten tegen het afvallige Israël, maar Hij wilde ook doen zien dat Hij de toorn niet eeuwiglijk zal behouden. Zo was deze eenvoudige en korte mededeling aan het slot van de boeken der koningen voor het in de gevangenis verkerende bondsvolk een troostrijk voorteken van de belofte der verlossing. Zij konden immers, hun koning uit zijn vernedering opgericht ziende, zulks aanmerken als een onderpand van de vrijlating van het gehele volk. >

633. Sommigen houden het ervoor dat Belsazar de grote maaltijd gehouden heeft in verband met de omstandigheid dat de Perzen de stad belegerden. Hij wilde door dit feest betonen dat hij de vijand .weinig of niet achtte.

De stad was zo sterk dat zij onneembaar geacht werd en hoe weinig de koning vreesde door gebrek aan levensmiddelen tot overgave gedwongen te worden, liet hij zien door een overdadig feest te houden.

634. De vaten van de tempel waren van grote waarde, niet slechts omdat zij op kunstige wijze vervaardigd waren uit edele metalen maar meest daarom, dat zij voor heilig gebruik bestemd waren, 's Heeren bijzondere voorzienigheid was over deze voorwerpen en daardoor kwam het dat zij tijdens de ballingschap niet verloren gegaan zijn, ook niet gesmolten werden of vermengd met andere vaten. Het hart van het volk Gods was zeer gehecht aan het gereedschap des tempels, hetgeen wel blijkt uit Jer. 27 : 16 en Ezra 1:7.

Van de zijde van Belsazar was het een zWare zonde de vaten te gebruiken bij zijn drinkgelag. Hij tartte daarmee de God van Israël. Dat de heilige voorwerpen uit de tempel geroofd en in Babel gebracht konden worden was volgens de gedachte der Chaldeeën een overweldiging van de God der joden door hun eigen goden. Maar Belsazars oogmerk was het deze God nog dieper te vernederen. Men bracht de heilige vaten aan en zij dronken de wyn en prezen de gouden, de zilveren, de koperen, de ijzeren, de houten en de stenen goden. Hiermede haalden zij op buitengewone wijze zich Gods toorn op de hals. Hun handelwijze was

temeer misdadig daar de joden geen aanleiding gegeven hadden om een vijandige houding jegens hen te hebben. Integendeel de God Israels had meer dan eens door tekenen en wonderen betoond dat Hij" de ware God is en door middel van Zijn knecht Daniël had Hij het Babylonische rijk gezegend. Het zich vergrijpen aan het heilige is tegenwoordig aan de orde van de dag. Vooral in een land als het onze, waar het merendeel van het publiek nog herinnering heeft aan godsdienstige aangelegenheden, vinden radio-en televisieuitzendingen met een godslasterlijk karakter een welkom onthaal. Terecht wordt door de deputaten onzer gemeenten hiertegen gedurig geprotesteerd, maar men gaat ermee door. Dat ons land de maat der ongerechtigheid hiermee volmaakt, is wel zeker.

635. Belsazar werd zeer ontsteld bij het zien van het schrift aan de wand nog vóór hij wist wat de betekenis ervan was. Hij besefte aanstonds dat hij "geen reden had een goed bericht te verwachten. Zijn eigen consciëntie zei hem dat het de dreigende hand des Heeren was, die hier ingreep oxn de lastering van Zijn naam te vergelden. Hij was er innerlijk van overtuigd dat hij schuldig was en hij vreesde terecht dat de geheimzinnige hand een dagvaardiging was voor het gericht van die God, wiens Naam hij gehoond had. Zijn gedachten verschrikten hem, staat er in vers 6, en de banden zijner lenden werden los, en zijn knieën stieten tegen elkander aan. Zodat de koning met kracht riep, dat men de sterrekijkers inbrengen zou .... Juist dat met kracht roepen bevestigt nog temeer de hevige vrees en de diepe geschoktheid waardoor zijn ziel beroerd geworden was.

Hoe wqrden zij, tot ieders schrik. Vernield, als in een ogenblik! Hoe moeten zij het leven enden. Van angst verteerd in hun ellenden! Hun weeld' is als een droom vergaan.

O Heer, wanneer Gij op zult staan. Zult Gij hun tonen, onverwacht, Hoe Gij hun ydel beeld veracht.

Psalm 73 : 10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen