Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem."

Joh. 3 : 36.

2

In ons tekstwoord beluisteren wij de voorgestelde of voorgehouden prediking van dood en leven; de dood door Hem niet te gehoorzamen of niet in Hem te geloven; het leven door in Hem te geloven. Dit werd gepredikt door Johannes de Doper, de wegbereider van Christus. Hij was de stem des roepende in de woestijn, predikende: „Bereidt den weg des Heeren; maakt recht in de wildernis een baan voor onzen God. Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden; en wat krom is dat zal recht, en wat hobbelachtig is, dat zal tot ene vallei gemaakt worden. En de heerlijkheid des Heeren zal geopenbaard worden; en alle vlees tegelijk zal zien, dat het de mond des Heeren gesproken heeft."

Zo heeft de profeet Jesaja al van hem geprofeteerd dat hij de Christus, de Zaligmaker Zijns volks zou verkondigen, volgens Jes. 40 : 3-5. Hij was predikende in de woestijn, in het begin van Jezuj openbaar optreden hier op aarde, predikende de doop der bekering tot vergeving der zonden. Hij is voor Christus gegaan in de Geest en kracht van Elia. Lukas 1: 17, en de schare overlegde bij zichzelve of Hij de Christus wel ware als men hem hoorde prediken. Lukas 3 : 15. Hij was dus een gezant des Heeren en een dienaar van het N.T. om Gods volle raad te verkondigen. Hij was een brandende en lichtende kaars en voor een korte tijd heeft men zich maar in zijn licht mogen verheugen. Joh. 5 : 35. Neen, hij was het licht zelf niet, noch de Zon der gerechtigheid, maar hij is wel van God gezonden om van het Licht (Christus) te getuigen. Joh. 1: 7. Al was hij dan de voorloper van Christus, hij was oneindig veel minder dan de pas geboren Zaligmaker Zijns volks Die nu in het openbaar ging prediken en Zijn leer door wonderen bevestigen. Naar Zijn mensheid was Hij na Johannes de Doper, ^maar naar Zijn Godheid was Hij vóór Johaimes, dewijl Christus eerder was dan Abraham, want Hij was in den beginne, voor alle schepselen, daar deze alle door Hem gemaakt zijn. Joh. 1:3. Hij was er eer de wereld was en Zijn uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. Micha. 5:1. Johannes was een bloot mens, maar Christus God en Mens in één Persoon de waarachtige God en het eeuwige Leven. Johannes was van de aarde, is uit de aarde; Christus is naar Zijn Godheid uit de hemel en dat is van boven de aarde; Hij is gegenereerd door de Vader en waarachtig God Eenswezens met de Vader, en door Zijn menswording God geopenbaard in het vlees, het Vleesgeworden Woord. Joh. 1: 14. • Dienaangaande wordt er dan gezegd, uit de hemel gekomen te zijn en onder ons gewoond en gewandeld te hebben. Joh. 3 : 31.

Johannes was de vriend van de Bruidegom, maar Christus was, is en blijft altijd de Bruidegom van Zijn uitverkoren volk. Johannes heeft in zijn prediking de zonde bestraft en niet gepleisterd met loze kalk; hij was geen mensenbehager. noch gemoedsprediker om de schare op het gemoed te werken maar hij ontzag niemand en noemde de zonde bij name die door alle rangen en standen van het volk op een godonterende wijze bedreven werden. Hij was niet zo'n liefelijke prediker en bracht geen evangelie naar de mens, integendeel. Hij zeide tot farizeeën en de Sadduceeën dat zij adderengebroedsels waren en wie hun aangewezen had te vlieden van de toekomende toom; dat zij vruchten moesten voortbrengen der bekering waardig.

Hij zei het hun dus openlijk aan dat zij met al' hun gemaakte vroomheid en godsdienstigheid, onbekeerd waren en vol van allerlei gruwelen. Tot de ruwe soldaten zei hij dat zij niemand overlast aan mochten doen, noch stelen, en tevreden zijn met hun soldij. Lukas 3 : 14.

Neen, hij predikte geen onvoorwaardelijk aanbod van genade algemeen aan elke hoorder, maar stelde het wel en wee voor, dood en leven. Al meende dan dat vrome Jodendom dat zij Abraham tot een vader hadden en zij waarlijk gelovigen waren, als zij niet bekeerd werden dan waren zij maar een kwade boom, waar de bijl airede aan de wortel van dezelve lag om die boom uit te houwen; want alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Matth. 3 : 9 en 10. Al bestrafte Johannes dan de zonde op de rechte vwjze in het openbaar, nochtans kon hij de zonde niet wegnemen en uitdelgen, hetgeen Christus voor Zijn volk wel kon en ook gedaan heeft.

Johannes heeft dan ook zijn onwaardigheid beleden, zeggende: „Hij moet wassen en ik moet minder worden, daar ik niet waardig ben om Zijn schoenriem te ontbinden." Och dat deze ootmoedige gestalte des harten noch eens bij Gods kinderen gevonden mocht worden, dan zouden zij in grote verwondering der ziel uitroepen: „Wat is de mens dat Gij zijner gedenkt."

Zo kunnen wij ook in ons tekstwoord bespeuren de zuivere prediking der waarheid in de voorstelling van dood en leven aan de schare; de dood buiten Christus, die dus in Christus niet geloven en Hem ongehoorzaam zijn; het leven in Christus voor hen die in Hem geloven en gehoorzaam zijn. In deze tekst wordt ongehoorzaamheid tegenover geloven gesteld, gelijk als in Gods Woord ook wel ongehoorzamen tegenover gelovigen gesteld worden, zoals in 1 Petr. 2 : 7: „U dan, die gelooft, is hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd: De steen, die de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; dengenen namelijk, die zich aan het woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn." En in Rom. 1: 5 komt het geloof onder de naam van gehoorzaamheid duidelijk voor. Die de Zoon ongehoorzaam is, dat is evengelijk als niet in de Zoon geloven, en dat is dan buiten Christus de dood. Daar staat niet: die een engel ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, daar een engel niet een mens het leven kan geven, noch het natuurlijke, noch het geestelijke. Zij, de heilige engelen kunnen dus onmogelijk een mens zalig maken en verlossen, want zij zijn noch God, noch mens. Hier wordt ook niet geleerd: die de mensen ongehoorzaam is zal het leven niet zien, daar niet één mens zichzelf kan verlossen en zalig maken, noch de ene mens de andere, daar zij alle maar blote schepselen zijn en aUen onder de toom Gods liggen en alle mensen, kinderen des toorns zijn van nature. Hier worden wij gewezen op de enige Zaligmaker der uitverkorenen, de uitverkoren, gezonden, bekwame en volkomen Zaligmaker, daar Hij volkomen kan zalig maken al diegenen die door Hem tot God gaan. Hebr. 7.

Johannes predikt dus zuiver de Eniggeborene des Vaders als het grote Middelpunt en volmaakte Middelaar, Die door de Vader is uitverkoren, aangesteld, geheiligd en in de wereld gezonden om Zijn volk zalig te maken. Om als de waarachtige God en het Eeuwige Leven Zichzelf in onze menselijke natuur het volkomen rantsoen ter betaling van. de hemelhoge schuld Zijns volks, door lijden, sterven en opstanding teweeg te brengen ter verheerlijking van al Gods volmaakte deugden die door Adams ramp-

zalige val ontluisterd zijn geworden. Hem dus ongehoorzaam te zijn , of niet in Hem te geloven is straks bij het sterven voor elk mens de eeuwige dood. Niet geloven in de Zoon is Hem niet in waarheid voor de ware en volkomen en enige Zaligmaker te erkennen. Dat is Hem verwerpen en doorgaan in onze verharding en ongehoorzaamheid. Hem niet dierbaar, beminnelijk en begeerlijk achten boven alles. Ongehoorzaamheid en ongeloof zijn zware en gruwelijke, godonterende zonden. 1 Sam. 15 : 23. En in Hebr. 3 lezen wij dat zij wegens hun ongehoorzaamheid niet in Zijn rust konden ingaan en wegens hun ongeloof niet in Kanaan. Daardoor verzetten vn] ons tegen Hem en dat is nog dwazer dan dat de doornen zich verzetten tegen het vuur, als een onmachtige knecht tegen zijn heer en als een veroordeelde, gebonden naisdadiger tegen de scherprechter. Ongehoorzaamheid en ongeloof zijn de bronwei van alle zonden, de fontein en wortel van alle zonden. De zonde is het water maar het ongeloof de wel; het water zal niet ophouden te stromen zo de wel niet gestopt wordt; als de wortel niet wordt weggenomen dan wassen de spruiten toch wederom uit.

De ongehoorzamen en ongelovigen worden met Gods straf niet alleen gedreigd zoals wij lezen in 1 Sam. 12 : 15: „Doch zo gij naar de stem des Heeren niet zult horen, maar de mond des Heeren wederspannig zijn, zo zal de hand des Heeren tegen u zijn." En in Markus 16 lezen vrij, dat die niet geloofd zal hebben, zal . verdoemd worden; maar Hij straft ook in der daad. Adam en Eva zijn er zwaar om gestraft geworden toen zij hun Schepper ongehoorzaam waren en niet geloofden; daardoor gekomen in de drievoudige dood en uit de aangename lusthof van Eden geworpen. De eerste wereld is daardoor in een naamloze ellende omgekomen door de zondvloed en de Israëlieten zijn daardoor later-in de woestijn terneer geslagen zodat niemand van al de mannen die uit Egypteland gegaan" waren in Kanaan zijn gekomen dan Jozua en Kaleb, maar die van boven de twintig jaar stierven in de woestijn.

Hierdoor verstaat Johannes niet degenen die wel eens een ogenblik in Hem hebben mogen geloven, maar de meeste tijd in hun leven ongehoorzaam zijn en ook niet in Hem geloven en zich daarin tegen Hem schuldig stellen, dan zou er niemand zalig worden en allen verloren gaan. Maar hier worden aangewezen die altijd in de staat van ongehoorzaamheid en ongeloof blijven, de waarheid blijven tegenstaan met hun verharde hart; hun nek trots alle vermaningen en waarschuwingen blijven verharden, weigerende voor Hem te buigen en dan eeuwig te ondervinden, naar ziel én lichaam: „Wie heeft zijn nek verhard en vrede gehad." Het geldt dus van allen die in de staat des ongeloofs en der ongehoorza; amheid blijven, waarin elk mens eenmaal door Adams val gekomen is door eigen schuld, moed- en vrijvrillig. De mens was door zijn Schepper en Formeerder gesteld in een rechte verhouding met Hem om Hem te kunnen gehoorzamen. Als het pronkjuweel van Zijn schepping zijnde, het grootste en heerlijkste, edelste en schoonste van alle schepselen, versierd zijnde met Gods beeld waardoor hij op God gelijkend was, had de mens de macht ontvangen om te kunnen gehoorzamen en alle verzoekingen tot ongehoorzaamheid, om Zijn Schepper niet te geloven te kunnen weerstaan. Daarboven is de mens gesteld in een bijzondere verhouding met zijn Schepper en \vel in een verbondsverhouding en mocht hij verbondsgemeenschap met zijn Schepper beoefenen, krachtens het verbond der werken hetwelk de Heere soeverein naar zijn welbehagen met de mensen in Adam als verbondshoofd had opgericht. Daar heeft de Heere in Adam aan elk mens beloofd dat hij bij gehoorzaamheid het eeuwige leven zouden zien, dat is volmaakter en onverliesbaar genieten. Adam, en vrij in hem als ons verbondshoofd mochten in die rechte staat het volmaakte geestelijke leven genieten met onze Schepper, maar de proeftijd doorstaan hebbende zou het nog volmaakter en onverliesbaar zijn. Hij leefde dus in geloofsgehoorzaamheid aan God en geloofde hij God krachtens de schepping naar Zijn beeld en gelijkenis, wat geen zaligmakend geloof was, want de zonde was er niet, maar in een meer algemene zin en betekent verzekerd te zijn van de waarheid der zaak. Daardoor hebben Adam en Eva in die rechte staat de Drieenige God als God erkend en geëerd.

Wordt, vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's