KERK STAAT en SCHOOL

De eis van het vierde gebod en de school.

In Zondag 38 van de Heidelberger Catechismus wordt beleden, dat het vierde gebod naar de zakelijke inhoud mede insluit, dat de kerkdienst of het predikambt, en de scholen onderhouden worden. Ook over de scholen zal de zorg gaan. Niet alleen de hogere maar ook de lagere scholen.

Het vierde gebod legt dus ten aanzien van het laatste met name de ouders de taak op, dat ze naar vermogen de kinderen zullen laten onderwijzen in de ware leer, die is naar de godzaligheid, zoals ook vereist en beloofd wordt in de doopvragen aan de ouders bij de doop van hun kinderen in de kerk. En dit sluit weer aan bij het vierde gebod en de kerkelijk-bindende uitleg er van in Zondag 38.

Nu is er altijd al ten aanzien van de opvoeding en het onderwijs aan de kinderen, zo bij Calvijn, de Franse en Nederlandse kerken vroeger en later, deze verhouding geweest, dat zo de overheid als de kerk en de ouders hier een roeping hebben, getuige de verschillende synodale uitspraken van vroeger en later.

In onze dagen is de verhouding van deze drie factoren van die aard, dat ook de overheid er belang bij heeft, dat de burgerij goed onderwezen zij. Maar met name de kerk heeft de plicht te zorgen, dat aan de kinderen der gemeenten geen ongelovige en verkeerde beginselen en levensvormen worden bijgebracht en dat de kinderen der gemeente in die leer, die alhier geleerd en beleden wordt, zo mogelijk op eigen scholen, worden onderwezen.

De ouders hebben het eerste van God hun gegeven recht op hun kinderen, wat geen staatsof kerkelijke bemoeiing hun kan ontnemen, dan bij duideUjk gebleken verwaarlozing der kinderen. Zij hebben dus zelf allereerst het recht en de plicht, dat de kinderen in de door hen zelf beleden leer der kerk onderwijs ontvangen op de school en ze mogen zich de roeping niet laten ontnemen en ook niet het recht, om de kinderen te doen onderwijzen in de leer der gemeente tegenover de zo veelszins verwaterde en onzuivere leringen van heden. Dit is gegrond in Gods onfeilbaar Woord, dat zegt in Deut. 6:7: En gij zult ze (namelijk de heilige geboden des Heeren) uw kinderen inscherpen en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op de weg gaat en als gij nederligt en als gij opstaat.

Zo lezen we in Spreuken 1 : 7, dat de vreze des Heeren het be'ginsel is der wetenschap en in Spreuken 22 : 6: Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis van zijn weg; als hij ook oud geworden zal zijn, zal hij daarvan niet afwijken. En Efeze 6 : 4 wekt ook al op: Voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren. Het vierde gebod dringt het mede aan, evenals Zondag 38, en het doopsformulier.

Wanneer er dus mogelijkheid is er naar te handelen en men het gebod des Heeren daarentegen verwaarloost, door de zonde van nalatigheid, dan zal dat niet anders kunnen zijn dan een verwaarlozing allereerst tegenover God de Vader, aan Wie men belooft, de kinderen te Zijner ere op te voeden en te doen onderwijzen. Tegen Christus vervolgens, omdat men zich dan onttrekt aan Zijn profetische bediening, die immers ook op de school in de ware leer onderwijzend zal zijn, en de kinderen overlaat aan een valse leer en opvoeding. Dat zal ook zijn tegen de Heilige Geest, Die als de Geest der waarheid, waarheid zal blijven, ook met de kinderen bij die waarheid.

Dat zal ook ingaan tegen de zuiverheid van Gods Woord en de handhaving daarvan, door valse leer en leven voet te geven. Dat zal ook al ingaan tegeii de gemeente Gods en de zuivere belijdenis tegenover anderen, tegen het eigen kerkelijk ambt, dat immers ook opkomen zal voor de zuivere waarheid en tegen alle valse leer en godsdienst.

Dat zal ook al ingaan tegen de eigen welstand van het opgroeiend kind. Dat zal dan ook: medebrengen, dat Gods lieve heilige Naam wordt onteerd, de vorst der duisternis toegegeven, de wereld ontzien en bevorderd, het naamdragend christendom gesterkt, het vlees gekoesterd wordt, en de kinderen aan verkeerde leer overgelaten worden, en men zelf in de zonde van nalatigheid weggezonken ligt, met al de gevolgen er van onder Gods heilig ongenoegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen