Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK STAAT en SCHOOL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK STAAT en SCHOOL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ontstaan van de ai^ti-rerolutionaiFe partif 55

Op 19 md 1876 kwam een einde aan het leven van de man die zijn tijd als wellicht geen ander besteed had aan bestrijding van de revolutie. Die man was Groen van Prinsterer. Op 24 mei d.a.v. werd hij begraven. Een grote schare volgde zijn baar; er was zelfs Koninklijke belangstelling.

Enige jaren tevoren was hij „met emeritaat" gegaan naar zijn eigen woorden in Nederlandse Gedachten. Hij was een vereenzaamd man geworden door de bittere ervaringen met vroegere vrienden en medestanders. Groen is betiteld als een „veldheer zonder leger". Een liberaal afgevaardigde in de Tweede Kamer zeide eens in een debat dat „de heer Groen van Prinsterer de leider was van een partij die uit niet veel meer dan de geachte spreker zelve bestaat." Deze uitlating, misschien niet al te vriendelijk bedoeld, was niet verwonderlijk. Groen was afkomstig uit een aristocratisch milieu. Hij had verkeerd in Reveil-kringen, was gevormd door marmen van grote geleerdheid. Zijn stijl van schrijven was van een verheven schoonheid. Treffend is steeds weer de. ernst van zijn betoog en vooral de eerlijkheid van overtuiging. Zijn geschriften, velen in getal, waren voornamelijk bedoeld voor geletterden, maar door de grote diepgang daarvan werd hij zelfs door hen niet steeds begrepen. Zelf klaagt hij over een voortdurend „misverstand van dgen geestverwanten omtrent de reeds van 1829 tot 1832 gebleken hoofdgedachte mijner Anti-Revolutionaire, Christelijk-Historische, misschien zou ik er bij kunnen voegen, Nederlandsch-Calvinistische politiek."

Deze omstandigheden waarin Groen verkeerd heeft moeten verklaard worden uit het triomferend liberalisme van zijn dagen en de machteloosheid van wat later Kuyper's „kleine luiden" genoemd werd. Groen heeft zijn eenzame strijd volgehouden tot zijn „emeritaat" en zelfs daarna. Het pleit voor de vastheid van zijn overtuiging en de kracht van het beginsel waaraan hij zich gebonden wist. In zijn leven en eenzame strijd is waarheid geworden wat hij zelf schreef: „In ons isolement ligt onze kracht." Die strijd was gericht tegen de revolutie. „Met revolutie bedoel ik niet een der menigvuldige gebeurtenissen, waardoor verplaatsing van het openbaar gezag teweeggebracht wordt; niet enkel de omwentelingsstorm, welke in Frankrijk gewoed heeft, maar de omkering van denkwijs en gezindheid in geheel de Christenheid openbaar. Met revolutiebegrippen heb ik het oog op de grondstellingen van vrijheid en gelijkheid, volks-soevereiniteit, maatschappeliik verdrag, conventionele herschepping, welke men als de hoekstenen van Staatsrecht en Staatsopbouw vereert." fOngeloof en Revolutie.) Hij noemt zijn beginsel een

„fundament tegen elk schrikgevaarte, een wortel tegen iedere wervelwind van filosofisch ongeloof bestand." De revolutie had de liberale stroom des tijds doen ontstaan. Groen had die stroom tegen. Daarom voerde hij strijd voor beginselen. Zijn kracht lag in het getuigen, aldus een geestverwant van hem. Beginselstrijd belette hem politieke aktie, zoals indienen van amendementen en wat meer tot wetgevende arbeid behoort. Door en in die beginselstrijd heeft Groen de Anti-Revolutionaire richting bepaald.

In 1837 werd in de pastorie van Maassluis een jongetje geboren. De ouders waren ongerust over de abnormale grootte van het hoofdje; zij vreesden dat de boreling een waterhoofd zou hebben. Een arts werd geraadpleegd. Hij nam dat grote hoofd in zijn handen, bekeek het aan alle kanten en deed toen de merkwaardige uitdrukking: „Allemaal hersens !" Dat jongetje was Abraham Kuyper, later Abraham de Geweldige genoemd. Het jongetje werd groot, studeerde en promoveerde cum laude, werd vervolgens vrijzinnig predikant in het Betuwse Beesd. Door de invloed van Pietje Baltus werd hij van een vrijziimige tot een meer rechtzinnige belijdenis gebracht.

De dokter had geen onwaarheid gesproken toen hij over de grote hoeveelheid hersenen sprak. Dr. A. Kuyper was bedeeld met rijke gaven van verstand en welsprekendheid. Hij heeft van die gaven op overvloedige wijze gebruik gemaakt. Er schuilt geen overdrijving in dat dr. Kuyper lange jaren in het politieke en kerkelijke leven overwegende invloed heeft uitgeoefend. In hem waren verenigd theoloog en hoogleraar, staatsman en journalist, predikant en partijleider. Deze man werd de opvolger van Groen van Prinsterer. Tussen Kuyper en Groen bestonden grote verschillen in aanleg en karakter. Terwijl Groen zich meest richtte tot de meer ontwikkelden, werd Kuyper de man van de „kleine luiden". Groen was allermeest een man van beginselgetuigenis, Kuyper daarentegen zocht de praktische politiek. Er bestond geen partij-organisatie van de antirevolutionaire richting waaraan Groen vele jaren stuur gegeven had. Wel waren in zijn tijd enige kiesverenigingen ontstaan, namelijk te Amsterdam, Gouda en Goes. Dat waren echter op zichzelf staande verenigingen zonder verband en vooral zonder program. Met voortvarendheid arbeidde Kuyper aan verbetering. In 1878 was de beruchte schoolwet van Kappeyne aangenomen. Daarbij werd aan de bijzondere scholen, die toch al op eigen financiële kracht moesten drijven, nog bijzondere lasten opgelegd. Het volkspetionnement had de totstandkoming van die wet niet kunnen verhinderen. Maar deze gebeurtenissen waren wel de stoot tot oprichting van de Unie „een school met de Bijbel". Dr. Kuyper was van dit alles de drijvende kracht. Intussen had hij reeds enige jaren door middel van de Standaard een ontwerp program van beginselen voorbereid en toegelicht. In 1878 en de daarop volgende jaren gaven een aantal kiesverenirinffen van instemming blijk en werd een Deputatenvergadering gehouden. Daarmee was de Anti- Revolutionaire . Partij opgericht. Dr. Kuyoer wees er op dat het Volkspetionnement het beslissende punt was in de vorming van de nartij. De Anti-Revolutionaire of Christelijk-Historische richting was partij geworden, dat wil zeggen een georganiseerd geheel en geplaatst onder de geestdriftige leiding van dr. Kuyoer. De predikant-theoloog was ook joumalist-politicus geworden.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

KERK STAAT en SCHOOL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's