Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende Hozéa 13 : 3.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende Hozéa 13 : 3.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOPENDE: ledere keer weer zien we in de profetie van Hozéa, hoe de profeet het volk moest wijzen op de gruweUjke afwijking van de Heere en dan op het oordeel dat daarover niet kon uitbUjven. Zo hebben we, aan de hand van de eerste verzen uit Hozéa 13 gehoord, hoe Efraïm zich schuldig had gemaakt door die afgodische Baaldienst en hoe men trots alle waarschuwingen was doorgegaan in het vereren van de gesneden beelden en ook in die eigenwillige godsdienst die men met kalverendienst bedreef. Maar nu volgt daarop in het 3e vers: „Daarom zullen zij zijn als een morgenWolk en als een vroegkomende dauw, die henengaat; als kaf van den dorsvloer, en als rook uit den schoorsteen wordt weggestormd."

UITZIENDE: Het woordje „daarom" heeft ons in dit verband dus ook weer heel wat te zeggen. De oorzaak wordt er dus mee aange-' wezen, waarom het oordeel over Efraïm zou komen. Die oorzaak was niet bij de Heere te vinden, maar was bij het volk te vinden. ledere keer maar weer zien we hoe de schuld door de mond der profeten het volk werd aangewezen. De ware door God geroepen knechten hebben in getrouwheid hun werk te verrichten. Ze zuUen de mens niet mogen ontzien en de waarheid in geen enkel opzicht mogen verdoezelen. Zo moeten ze God vrijverklaren en de mens schuldig stellen. Dan neemt men het dus op voor Gods eer en dan ontziet men geen vlees. Men kan het dan vooruit wel weten dat men er geen eer en gunst van mensen mee behaalt, als men zo* de waarheid recht snijdt. Toch zal men daar de goedkeuring des Heeren over ontvangen en die is meer waard dan de goedkeuring van mensen. Dat enkele woordje, „daarom" in de tekst houdt dus heel wat in.

HOPENDE: Als het oordeel komen zou, kon men het dus weten wat men zichzelf op de hals gehaald had. Het woord van de profeet zou terugkomen, zoals de woorden van al de door God geroepen knechten eenmaal zullen terugkomen in het oordeel. Dat zal ook in de hel een eeuwige wanhoop betekenen voor degenen die verloren zijn gegaan, dat de oorzaak van hun verderf bij hen zelf te vinden is en dat te meer daar zij getrouw gewaarschuwd zijn. Hoe zuUen de zonden terugkomen die men bedreven heeft!

UITZIENDE: Maar dat gebeurt hier in dit leven al, als de Heere de zonden met Zijn straffen en oordelen bezoekt. En zo zou dat ook bij Efraïm zijn, als in vervulling zou gaan wat we hier in de tekst beschreven kunnen vinden. O dat „daarom" van de profeet zou straks het volk nog in de oren klinken.

HOPENDE: In het 6e hoofdstuk is er ook al over een morgenwolk en een vroegkomende dauw gesproken. Daar is gezegd dat de weldadigheid van Efraïm en van Juda als een morgenwolk was en als een vroegkomende dauw. Wat er dus met die morgenwolk en die vroegkomende dauw bedoeld wordt, behoeven we nu niet meer te zeggen. De betekenis van deze beeldspraak moet voor ons heel begrijpelijk zijn.

UITZIENDE: Inderdaad is de betekenis van deze beeldspraak zeer begrijpeHjk. Maar als we er goed over doordenken wat met die beeldspraaJc gezegd wordt, dan houdt die beeldspraak toch ook weer heel wat in. Immers wordt hier gezegd, hoe men als de morgenwolken voor de zon en als de vroegkomende dauw verdwijnen zou, als het oordeel komen zou. Dat zegt ons dus, dat er niets is wat voor een vertoornd God bestaan kan. Al wat de mens in het werk kan stellen, om het oordeel af te keren, zal tevergeefs zijn. Als de Heere de mens om de zonden met Zijn tegenheden bezoekt, biedt de mens dus tegenstand. Als het oordeel echter over Efraïm komen zou, dan zou al wat men zou doen om het oordeel af te keren, slechts bij de allerzwakste en vergankelijkste dingen kunnen worden vergeleken. Morgenwolkjes zouden het zijn, die voor de doorbrekende zon moeten verdwijnen. Al wat men nog zou doen om zichzelf te redden, zou als een vroegkomende dauw zijp, die ook voor de zon verdwijnen moet. De morgenwolken kunnen nog wel veel beloven, zowel als een vroegkomende dauw die het aardrijk bevochtigt. Och, waar klemt de mens zich al niet aan vast, met de bedoeling om God uit de handen te büjven ! Hoe diep is hij daarin toch te beklagen ! Hij zou er immers zo' goed mee zijn, als hij nog voor God in mocht vallen.

HOPENDE: Geheel de beeldspraak die in dit vers gebruikt wordt, heeft ons toch zo ormoemelijk veel te zeggen. Er wordt immers ook nog zo aan toegevoegd: „Als kaf van den dorsvloer, en als rook uit den schoorsteen wordt weggestormd." Het kaf ligt stil bij het koren, zolang als de wind er het kaf maar niet vandaan blaast. De wind maakt dus scheiding. De wind doet de rook wegstormen uit de schoorsteen. Er wordt over een wegstormen gesproken. Och vriend, hoe bedriegelijk is toch des mensenhart, daar men zichzelf maar geruststelt op wat men meent te bezitten, zolang de wind het kaf niet van het koren scheidt. Maar die wind komt een keer ! Het kaf kan dan heel stü bij het koren hebben gelegen, maar het wordt in één ogenbHk van het koren weggeblazen. Van het nabijkomende werk zal er echt niets overschieten. Als kaf van de dorsvloer en als rook uit de schoorsteen zal het worden weggestormd. We hebben met een God te doen Die in gerechtigheid handelt en naar waarheid ziet in het binnenste. Een mens is maar een vermetel schepsel door de zondeval geworden. Hij durft alles aan en laat zich ook door de ernstige waarschuwingen van hen die nog getrouw zijn, niet van zijn voetstuk afstoten. En wij zijn ook altijd nog maar geneigd om voor de grootsprekers opzij te gaan. Maar: „Wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal ? en voor eens mensenkind, dat hooi worden zal ? " Ik ben al voor wat grootspraak uit de weggegaan, terwijl ik üi het stervensuur moest zien, dat er van die grootspraak niets meer overschoot. Daar heb ik toch wel iets uit geleerd, hoewel men altijd maar weer getrouwmakende genade moet ontvangen om toch eerlijk en oprecht te blijven handelen ook met hen die welverzekerd op de berg van Samaria zitten en voor geen dood en oordeel schijnen te vrezen. God heeft echter het laatste woord. Vreselijk zal het zijn, als Hij het laatste woord zal hebben in dat oordeel dat üi eeuwigheid niet meer af te wenden zal zijn. Zo geeft dus de tekst- die we bespraken, ons nog wel heel wat te overdenken. De volgende keer hopen we te horen hoe de Heere het volk na deze bedreiging weer heeft herinnerd aan wat Hij vroeger ten goede van Israël had gedaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende Hozéa 13 : 3.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's