Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bewaar het pand III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bewaar het pand III

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De manier van deze uitspraak is zonderling', want vooraan gaat een grote beroerte van verlegenheid in de ziel: Wat moet ik doen, op dat ik zalig worde ? Hand. 15 : 20. Daarop volgt een aangename kalmte van de beloften Gods; Indien gij van ganser harte geloof-t ? alle genadebeloften Gods mogen aan u verzegeld worden. Hand. 8 : 37. En zo eindigt deze uitspraak in een geruststelling des gemoeds, door dien dezelve Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Rom. 8 : 16. Gelijk de Heere Zich aan EUa vertoonde, eerst was er een grote en sterke wind, scheurende de bergen en brekende de steenrotsen voor de Heere heen, doch de Heere was in de wind niet; daarna een aardbeving en een vuur en de Heere was daarin niet; eindelijk het suizen van een zachte stilte, daarin openbaarde Zich de Heere en stelde Elia gerust, 1 Kon 19 : 11, etc. Deze uitgesprokene sententie wordt in het hart aangenomen door het geloof, de Richter reikt het pardon of de vrijbrief toe aan de ziel door de hand van Zijnen Geest en de ziel steekt ook haar geestelijke hand uit om dat vonnis der vrijspraak aan te nemen en in het hart te brengen door een oprecht geloof, want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, Rom. 10 : 10. Gelijk Jesaja van ouds heeft geprofeteerd: Door Zijne kennis zal Mijn knecht de Rechtvaardige velen rechtvaardig maken; Jes. 53 : 11. Het geloof wordt van de Richter niet gewaardeerd, noch opgewogen in de evenvaar van Zijn gerechtigheid, om daarom de zondaar vrij te spreken; want zekerlijk de eigene opschrift van het allersterkste geloof zou zijn TEKEL, gij zijt te licht gevonden. Dan. 5 : 27. De allerheiligste moet bekennen; wij zijn alle als een onreine en onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; Jes. 64: 6. Het geloof der Apostelen zelfs wordt, niet alleen vóór Christus lijden klpin gelovigheid, Matth. 6:16enl4:21, maar ook na zijn opstanding noch ongelovigheid genaamd, Matth. 16 : 14. Zo de Heere dan daar over wilde richten. Hij zou het als een ongelovige mogen verwerpen, waarom ook ons gebed moet zijn: Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulpe ; Mare. 9 : 24.

Maar het geloof is alleen het enige werktuig der aanneming gelijk de hand, Joh. 1 : 12 of gelijk het oog om te zien, Joh. 3 : 14, 15.

Daarom worden wij nooit gezegd gerechtvaardigd te worden om ons geloof, maar altijd door het geloof Rom. 3 : 24, 25, 28, 30. Of in het geloof, 1 Tim. 3 : 13. Of naar het geloof. Hebr. 11:7. Ook uit het geloof Rom. 3 : 20. Doch deze hand van'ons geloof, wordt in het opnemen door Christus hand, de H. Geest, gesterkt en bevestigd, om die schat wel vast te houden; dat doet Hij oAmiddellijk door Zijn eigen verzegeling: In Christus Jezus zijt gij ook, nadat gij geloofd hebt, verzegeld geworden met de H. Geest der belofte, Ef. 1 : 13. En middellijk door de H. sacramenten, als door de zegelen der rechtvaardigheid des geloofs Rom. 4 : 11. Alzo drukt de Goddelijke kanselier op de kwijtbrief zijn Goddelijk zegel in het gelovige hart, om alle genadebeloften Gods, die in Christus Jezus zijn ja en amen aan ons te verzegelen, zijnde deze verzegeling het onderpand des Geestes in orize harten, om ons van de gehele erfenis des Vaders te verzekeren. 2 Cor. 1 : 20, 22. Dit zijn dan de eerstelingen des Geestes, niet wegens haar kleine beginselen, maar wegens de overgrote massa der eeuwige heerlijkheid, die haar opvolgen zal en die .de gelovige ongetwijfeld inwacht, zijnde in hope zalig geworden. Rom. 8 : 23, 24. Gelijk een koopman, hebbende maar een klein staaltje van de koopmansschap ontvangen, vaste staat maakt, dat hij het al, dat hem beloofd is, zal ontvangen of gelijk Israël uit de eerstelingen, dien zij den Heere heiligden, zich verzekerden van tde heiligheid der gehele massa. Num. 15 : 20, Rom. 11 : 19. Op deze aanneming der vrijspraak volgt een ruime en wijdluchtige betuiging der waarheid van deze genade, in een oprechte, ijverige en volstandige oefening der ware godzaligheid; het is onmogelijk, dat Christus gerechtigheid door het geloof in het hart zij zonder een ijver in de godzaligheid. God de Kenner des harten heeft de heidenen getuigenis gegeven, haar gevende den HeiÜgen Geest, gereinigd hebbende hare harten door het geloof. Hand. 15 : 8, 9. De goede werken als vruchten des geloofs geven getuigenis, dat een mens Gode in Christus aangenaam is, zij gaan dan niet vóór de rechtvaardigmaking als verdienende oorzaken, maar zij volgen als vruchten en getuigen. Woont Christus door het geloof in uwe harten, zo zijt gij in de liefde geworteld en gegrond. Ef. 3 : 17. Van de bekeerde zondares, zegt de Heere Jezus: Hare zonden zijn haar vergeven, die vele waren, want zij heeft veel lief gehad. De grote liefde, die zij aan de Heere Jezus betoonde was een rechte vrucht, klaar bewijs en onfeilbaar kenteken van Gods- genade, dat haar vele zonden waren vergeven, die zij niet verdiend had door haar liefde maar aangenomen door haar geloof ; Uw geloof heeft u behouden en niet uw liefde, gaat henen in vrede. Luc. 7 : 47, 50. Gelijk als ik zeg, de zon is opgegaan, want het is licht; dat iseen deftige boom, want zij heeft goede en vele vruchten; de mens leeft nog, want zijn pols slaat, zijn adem gaat, zijn lichaam beweegt zich nog, enz. Zijn dan het licht, de vrucht, het slaan van de pols oorzaken, of zijn het getuigende vruchten ? Toont mij uw geloof uit uwe werken, ik zal u uit mijne werken mijn geloof tonen, Jac. 2 : 18. De roeping werkt wel in de uitverkorene een inwonende heÜigheid naar het evenbeeld Gods als het eerste beginsel der heiligmaking en der heerlijkmaking, maar geenszins als de grondoorzaak der rechtvaardigmaking, die alleen rust op de gehoorzaamheid van Jezus Christus en in het hart der uitverkorene niet kan aangenomen worden dan op de roeping, die de inwendige mens schept; opdat Christus door het geloof (als de eerste deugd der inwendige mens) in uw hart wone Ef. 3 : 16, 17. De eerste werkingen dan van de nieuwe mens is het geloof op Christus uitgaande en hem omhelzende, zich met Hem verenigende en in Hem voor het gerichte Gods verschijnende om de vrijspraak der zonden te bekomen en daarop gaat ze voort naar binnen in zich, om aUes gevangen te leiden tot gehoorzaamheid van Christus. 2 Cor. 10 : 5."

Tot dusver Gr. Mees.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Bewaar het pand III

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's