Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET BOEK RUTH. XXXIX

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK RUTH. XXXIX

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

„Laat haar ook tussen de garven oplezen en beschaamt haar niet. ]a, laat ook allengskens van de handvollen voor haa wat vallen, en laat het liggen, dat zij het opleze, en bestraft haar niet."

Ruth 2 : 15b en 16.

In het Oosten zowel als hier in het Westen was het de regel dat, wanneer mefn toestemming kreeg van de landeigenaar om aren te lezen, men niet verder mocht gaan dan waar de garven aan de schoof waren opgezet. Wanneer de maaiers een handvol ontglipt was die tussen de garven kwam te liggen dan werd die door de bindsters op de volgende losse garf gelegd. Daarom mochten de arenlezers niet tussen de losse garven komen. Als Boaz de maaiers beveelt Ruth ook tussen de garven toe te laten is dat een bijzondere weldaad. Zo mocht zij oplezen wat tussen de garven lag. Maar aan de garven mocht ze dus niet komen. Ook van de garven die nog niet gebonden waren, zou ze gemakkelijk een handvol weg kunnen nemen. En ik denk wel dat in de tijd waar in we leven er niet veel zouden zijn die dat toevertrouwd was. Het is erg genoeg geworden met het wegnemen en stelen van degenen in wiens dienst gearbeid wordt. Doch dat was Ruth wel toevertrouwd. Zoveel wist Boaz wel, dat haar oprecht edel karakter en kinderlijke vreze waar zij mee bedeeld was niet toeliet te nemen wat niet gegeven werd. Zo geeft zij een voorbeeld in de Heilige Schrift voor degenen die niet alleen in wiens dienst zij zijn van de tijd maar ook van het bezit beroven. Ruth nam niet meer dan hetgeen haar op een wettige wijze werd toegezegd. Ze heeft de garven zien liggen, maar die waren eerst nog voor de dorsvloer bestemd. Zo is het ook met Gods arme volk. Het kan zijn dat er handvollen mogen vallen onder de prediking, maar dat is geen dagelijks werk. Er zijn nu eenmaal mensen die altijd met voUe zakken van de akker komen. Maar het zijn loze aren. God geeft wanneer het flodig is, maar dan zijn het de armen van Geest die wat mogen ontvangen. Het zijn degenen die afgekapte handen hebben, die kunnen en durven niets aan te nemen tenzij het gegeven wordt, zoals bij Ruth. Het komt er dus maar nauw op aan hoe we er aangekomen zijn. Ruth zag die garven ook wel liggen.

Gods volk mag het dan ook wel eens klaar zien liggen, maar om toe te eigenen is toepassing van node. Zo wordt er wat genomen wat niet toegepast wordt. Niet dat er wat genomen kan worden, maar in verbeelding dan, terwijl degenen die het op wettige wijze ontvangen hebben het meest worden aangevallen met dat het niet echt is. Die hebben heel wat moeten bukken voor een handvol, terwijl die kunstmatige bekeerlingen de garven er bij hebben geroofd, maar het is gestolen goed. Voor Gods arme volk ligt dat zo anders. Daarom durven ze er ook altijd maar zo niet mee voor de dag te komen. Nee, het moet door de Heere Zelf waar worden gemaakt. Hoe bevreesd is de 'ïiel voor %en werk. Het gaat in het begin ook niet om grote dingen. Evenals de onderwijzer op school, die de eerste beginselen bij gaat brengen, en geen vragen stelt uit de hoogste klas. Het is dan ook niet om de ziel grond te geven in het beginsel, want met het begin kan men toch zeker het einde niet zien. En dat werkt toch de ware zielsbekommering uit dat ze daar geen rust in kan vinden, en dat kan ook niet, want de vaste grond voor de zaligheid ligt geheel en al buiten haar in Christus. Hoe noodzakelijk is het dan ook weer voor Ruth, ja, voor al Gods arme volk om eens van al dat wettische gewoel met eigen werk er geheel buiten te worden gewerkt om door de meerdere Boaz te worden overgenomen. Doch een kind moet heel wat leren voor het van de eerste in de laatste klas komt. De Heilige Geest houdt orde dat zien we ook in de leiding met Ruth. Zo is het wanneer Boaz bevel geeft aan de maaiers om haar op te laten lezen dat hij haar in haar armoede toch in het leven behoudt. Als de schuldeiser gaat komen wordt het anders. Doch hier leeft Ruth uit de weldaden van de toekomstige losser. Die zorgt voor haar. Welk een sterke genegenheid van Boaz tot Ruth komt hier voor de maaiers openbaar. Nee, het is zeker dat Ruth niet heeft gehoord wat Boaz de maaiers heeft opgedragen zoals dat ook al zo verklaard wordt. Dat wil niet zeggen dat de Heere niet in sommige gevallen een toezegging aan de ziel doet om haar te geven wat nodig is, en om hulp te verschaffen in een aanstaande, doch voor haar nog verborgen nood. Maar hier is het een opdracht aan de maaiers. Die krijgen dus van Boaz bevel om Ruth ook tussen de garven toe te laten om op te lezen. De maaiers doen dat maar zo niet uit zichzelf. Zo moeten degenen die arbeiden op de akker van Gods Kerk handelen naar het Woord van God. Maar zij kuimen van en uit zichzelf ook maar niets laten vallen dan hetgeen Christus Zelf voor de armen laten vaUen wil. Laat ze ook tussen de garven oplezen, en beschaamt haar niet. Niet enkel de zorg voor haar dagelijkse nooddruft, maar ook voor haar bescherming geeft Boaz zijn bevelen. Hij is er van overtuigd dat Ruth als een vreemdeling op zijn akker zichzelf niet beschermen kan. Hij voelt het zo nauw aan, wat het voor Ruth zal zijn daar hij haar naar het hart gesproken had, en nu achterlaat op de akker wanneer hij zijn akker verlaat en wederkeert naar Bethlehem. Beschaamt haar niet, als- zij tussen de garven in komt. Het is of hij wil zeggen: wat ik haar geven wil mag haar niet worden onthouden. Hij gaf haar zelf die plaats, en dan mogen de maaiers haar die plaats niet ontzeggen. Dat gebeurt soms ook nog als God Zijn volk wat verder brengt op de akker dat door afgunst of jaloezie hen die plaats verachtelijk wordt ontzegd. Doch als God Zelf de ziel daar gebracht heeft, dan geeft haar dat ook een vrije consciëntie, dat hetgeen daarop geraapt mag worden eerlijk gekregen is. Dan kan men degenen die haar daarover bestraffen wel vrij in de ogen zien.

Meestal verdienen zulk een bestraffing over hun bestraffing. De Heere wil dat de armen en ellendigen niet zullen beschaamd worden, want het zijn degenen die niet zichzelf op de voorgrond plaatsen. Het liefst zouden zij zich maar geheel verborgen hebben gehouden. Omdat de Heere ze Zelf naar voren wil brengen geeft Hij ze dan ook een plaats onder Zijn volk. Dat voelen juist zij die wel recht op zulk een plaats menen te hebben wel aan, en dat verwekt de bitterste vijandschap tegen het ware leven. „Beschaamt haar niet". In het negende vers had hij de jongens geboden dat ze Ruth niet zouden aanroeren. Draagt Boaz die zorg, zo draagt God zorg dat men Zijn volk niet aanroert, want die Zijn volk aanraakt, raakt Zijn oogappel aan. Zo maakt Boaz zijn wÜ aan de maaiers bekent voordat hij wederkeerde naar Bethlehem. De meerdere Boaz maakte ook Zijn uiterste wil bekend toen hij Zijn leven voor de Zijnen ging afleggen toen Hij aan het kruis uitriep: „Vrouw ziet uw zoon". Daarna zeide Hij tot de discipel: „Ziet uwe moeder". Boaz ziet in gunst op Ruth neder. „Ja, laat ook allengskens van de handvollen voor haar wat vallen. En laat het liggen dat zij het opleze, en bestraf haar niet", sprak hij tot de maaiers. Hij heeft aan Ruth zijn weldadigheid betoond, en wil dat de maaiers hetzelfde zullen doen.

Zulk een die met arme vreemdelingen niet kunnen omgaan, ja, die hen hard behandelen, die het alleen maar om 2ichzelf begonnen is, kan hij op zijn akker niet gebruiken. Hij wÜ dat ze aan de ellendigen en armen milddadigheid zullen betonen. Allengskens moet ervan de handvollen wat vallen. Dat wil zeggen, ongemerkt, het moest voor Ruth niet opvallen dat Boaz dat opzettelijk deed. Hier komt ook weer duidelijk in uit dat Ruth niet mocht horen welk een voornemen hij ten opzichte van haar had. Dat moest nog verborgen blijven. Hierin ligt ook een voorbeeld voor de arbeiders op de akker. Het moet er aUeen om begonnen zijn hun meester te volgen. Wat Boaz aan Ruth doet, daar loopt hij ook niet mee te koop. Het is uit liefde tot Ruth die zulk een plaats bij hem inneemt, en de liefde zoekt zichzelf niet. Christus zoekt ook Zijn eigen eer niet, maar die Zijns Vaders.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's

HET BOEK RUTH. XXXIX

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's