EEN WONDERVOLLE OMZETTING VAN DES HEEREN VOLK. VII

„Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; In Denwelke wij de verlossing hebben door zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden." Kolossenzen 1 : 13 en 14.

Want waar des Heeren Geest, Quristus verheerlijkt in de ziel van de verloren doemwaardige zondaar, daar worden alle banden verbroken en mogen dan delen in de vrijheid der heerlijkheid van Gods kinderen. Dan smaken zij de verlossing en vrijheid alleen in en door Christus als door des Heeren Geest want waar de Geest des Heeren is aldaar is vrijheid. Dan mogen zij in de uitlatingen van des Vaders eeuwige liefde delen in Christus daar Zijn toom en gramschap dan bedekt is door de Persoon en Zijn gerechtigheid van die eeuwige Middelaar. Dan mogen zij ook iets ervaren van die zalige en eeuwige vrede die door Hem aUeen geproefd en gesmaakt wordt. Want buiten Hem was het enkel toom, hel en verderf.

O, vrede met God in hun hart dat doet hen in zalige verwondering en aanbidding uitroepen: „Hij is onze vrede". Dan mogen zij ondervinden vrede in hun geweten en zalige mst alleen in en door Hem, Die grote Gvmsteling des Vaders. O, zij genieten dan vrede met de dieren des velds, de vogelen des hemels, enz. daar die vrede Gods hun verstand en begrip verre te boven gaat, en zij mogen ondervinden in hun ziel: „Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede, dengenen, die verre zijn, en dengenen, die nabij zijn, zegt de Heere, en Ik zal hen genezen". Jes. 51: 19. Dezulken zal Hij dan ook geheel genezen, dat is de breuk tussen de Heere en hun ziel en doen delen in de genadige vrijmaking en verzoening. Delend in die vrede, gunst en gemeenschap des Heeren in Christus smaken zij een zaligheid die geen oog gezien, geen, oor gehoord en in geen 's mensen hart ooit is opgeklommen, hetgeen de Heere bereid heeft degenen, die Hem liefhebben. En wie hebben Hem lief ? Alleen degenen die Hij van eeuwigheid Heft met een eeuwige liefde en tot de zaligheid heeft verkoren. Daarom ook trekt in liefde uit de staat des doods, om hen in Christus en op grond van Zijn vergoten bloed die liefde te doen genieten. In die ure mag onder Christus Persoon en gerechtigheid alle zonden en schuld bedekt liggen voor Gods heiMg en rechtvaardig aangezicht. O, zulk een ziel kan niet onder woorden brengen wat haar dan overkomt en waarin zij mag delen want dat werk des Heeren is onbegrijpehjk voor des mensen verduisterd verstand. Zouden zij daar niet zingen in vermiming des harten den levenden God tot verheerlijking: „Zo moet de Koning eeuwig leven ! Bidt elk met diep ontzag; Men zal Hem 't goud van Scheba geven, Hem zeeg'nen, dag bij dag. Is op het land een handvol koren. Gekoesterd door de zon, 't Zal op 't gebergt' geruis doen horen. Gelijk de Libanon". Ps. 72. O, dan mogen zij met hart en mond Zijn lof verkondigen want daartoe is dan naar des Heeren belofte hun hart geformeerd: , JDit volk heb Ik Mij geformeerd. Zij zullen Mijnen lof vertellen".

Daar zijn dan alle bestrijders gevloden want de duivel met al zijn bestrijdingen en bestrijders worden daar verjaagd door die ene Zions gezalfde Koning. Daar klinken de vloeken der wet hiet meer en zwijgt de heilige wet met al zijn vloekspraken en delen ze in de liefderijke troost des evangeliums. 0, dan mogen zij ervaren dat Hij alleen de treurigen Sions troosten kan door Zijn komst in het neergebogen hart en dan openbaart dat Hij de opdracht Zijns Vaders getrouw vervult, daar Hij met de Geest des Heeren gezalfd is om te verbinden de gebrokenen van harte, gevangenen vrijheid te geven en alle treurigen Sions te troosten. Eeuwig wonder, dan zijn zij in Hem verzadigd met 's hemels gunstbewijzen.

In die ure en tijden worden zij dan wel eens ingeleid in de eeuwige Godsgeheimen, in 't eeuwige wonder van Zijn menswording, hoe die dierbare Persoon eeuwig en waarachtig God is maar ook waarachtig en rechtvaardig Mens is. Zalig ingeleid in Zijn wondervolle geboorte in een beestenstal als een hulpeloos Kiad om in onze natuur door bitter lijden en sterven Zijn bloed te gaan storten tot volkomen voldoening. Tot verzoening van alle overtredingen en wegneming van de middelmuur des afscheidsels en op grond van dat bloed eeuwige vergeving en verlossing te ontvangen. Als nu die Geest hen nader gaat ontdekken,

ontbloten en ontgronden, dan gaan zij zielsbevindelijk verstaan dat zij de vergeving missen. O, als dan de bestrijder komt met zijn bestrijdingen, Christus Zichzelf verbergt, de genadetroon omringd is met wolken van donkerheid, dan wordt de ziel verschrikt. Als, zij dan in hun binnenste gaan roepen: , J)aar is geen God", of „Waar is nu uw God op Wien gij bouwdet en aan Wien g' uw zaak vertrouwder? " dan worden zij zeer vrezende en bevende in him biimenste.

Wanneer dan gevraagd waar hun schuld gebleven is en de Rechter hen heeft vrijgesproken, en een geschonken Jezus gekregen dan hebben zij den smader niets te antwoorden en zijn met stomheid geslagen. O, dan komen zij aan de weet dat zij die vrijmakende daad zo missen en hoe zullen zij dan buiten Christus rechtvaardig voor God verschijnen. Velen menen die verlossende en vrijmakende te bezitten, maar het is inbeelding, want dan hebben zij in hun hoogste ellende een tekst bij hen gekregen die juist ziet op de uitdelging van alle schuld en zonden, als: „Ik zal niet op u toornen noch schelden", enz. Jes. 54. Maar verder weten zij niet en als men dat dan hoort vertellen, dan kun je maar zo aanvoelen dat dat de rechte verlossing in Christus niet is.

Zelfs des Heeren ware bekommerde volk heeft het vast geloofd toen Christus hun hart innam bij aan- en voortgang, dat al hun schuld en zonden vergeven waren want daar was niets dan zoete zaligheid in Hem en door Hem in God. Maar nu komen zij langs een pijnlijke weg er achter dat zij het missen, moetende uitroepen: „Wanneer zal ik voor Gods aangezicht verschijnen". Ps. 42. Hoevelen zijn er niet die op de predikstoel staan die menen de verlossing door Christus bloed deelachtig te zijn, n.1. de vergeving der zonden, maar je kunt in hun prediking of in hun schrijven wel beluisteren en lezen dat zij toch de waarheid van de zaak missen. Men praat en predikt er wel over, maar zij kunnen er niet uit spreken en preken. En een ware ontdekte ziel die met alles wat er gebeurd is in de laagte zit, ongeholpen en ongered, en met alles de dood in moeten, voelen dat zo scherp aan. Dezulken hebben menigmaal goede voelhorens ontvangen en ook nog vaak een arendsoog om het helder en klaar te doorzien.

En als dezulken die hoge geesten daarop wijzen dan slaat het negen van de tien keer in vijandschap over en dat is een zeer slecht teken. O, die missende zielen zien toch in het diepst van hun ziel uit naar die vrijmaking in Christus door de Rechter der ganse aarde. Al gevoelen zij heel goed dat zulks door een weg van een algehele afsnijding van hun leven moet, daarom strijden zij om in het leven te blijven. Wat ziet de ziel bij ogenblikken daar naar uit om door dat bloed gereinigd te mogen weten, een totale uitdelging van al hun overtredingen en bij die dochteren Jeruzalems te mogen horen wiens drek is afge­ wassen en wiens bloedschulden verdreven zijn geworden door de toepassende bediening des Geestes. Jes. 4:4. Wat worden zij in hun binnenste toch gewaar dat zij zo vol van eigenwÜlige en ijdele godsdienst zitten en een weefsel zijn van wettische werken. Maar geen naakte, ontblootte en uitgeschudde zondaar die het buiten Christus' bloed tot genadige verzoening zich niet langer bij het leven houden kan. De Heere mocht het uitzien nog eens genadiglijk wiUèn vervuUen tot Zijn verheerlijking in Zijn eeuwige deugden, tot hunner zalige vrijmaking en verlossing. Om zielsbevindeHjk te ervaren:

„Hij ziet geen zonden in Zijn Jakob, noch overtreding in Zijn Israël". Hij mocht hun moedeloze ziel noch opbeuren, van alles losmakende om in een rechte weg in Christus te mogen overgezet worden, tot verlossing. En straks bij de dood zal Hij ze volkomen vergeving en verlossing schenken tot in der eeuwigheid naar des Vaders welbehagen om dan nooit meer te zondigen. De onbekeerde mocht Hij dit heilgeheim nog leren tot Zijn eer en hun eeuwig heil. De nabijkomende nog ontdekken, die vastgeroest zitten op ingebeelde bevinding. Amen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen