Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De andere Debora

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De andere Debora

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn van die mensen, over wie wij heen lezen in de Schrift. Wordt ons gevraagd wie Debora was, dan zullen wij Debora uit de Richterentijd vast wel kunnen noemen. Maar die andere Debora uit Gods Woord, wie kent haar?

En Debora, de voedster van Rebekka, stierf, (Genesis 35 : 8).

De andere plaats waar wij van haar lezen, is in Genesis 24 : 59, in de geschiedenis van Eliëzer, die naar Mesopotamië trok om een vrouw voor de zoon van zijn heer, voor Izak te zoeken: Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken.

Tweemaal genoemd. Waarvan de ene maal niet eens bij haar naam. Maar in al de soberheid, hoe veelzeggend! Debora is de familie van Rebekka ttouw gebleven. Al die jaren lang.

Debora was dus de voedster van Rebekka.

Dat kan betekenen de min, een vrouw die in dienst genomen werd om een pasgeboren kind te zogen. Maar dat kwam onder Israël weinig of geheel niet voor. De moeders stelden er een eer in, hun kinderen zelf te zogen.

De voedster was dan ook meer een verzorgster, wij zouden zeggen een kindermeisje, die aangetrokken werd door aanzienlijke familiën om zich vooral bezig te houden met de opvoeding van de kinderen. Een gouvernante, zoals het ook wel — en dan nog wat deftiger — uitgedrukt werd en nog wel wordt.

En wij kuimen onmiddelijk aarmemen, dat Bethuel, Rebekka's vader, in Paddan Aram tot de rijken en aanzienlijken van zijn tijd behoord heeft. Hij kon het zich veroorloven, een vrouw aan te nemen, speciaal voor de verzorging en opvoeding van zijn dochter Rebekka.

—^Alzo heeft Debora het meegemaakt, dat op een dag die vreemdeling uit het verre land kwam, Eliëzer met zijn bijzondere boodschap, het verhaal hoe God bemoeienissen met hem gemaakt had op zijn reis in de gewichtige opdracht die hij had te vervullen, en hoe hij had krijgen te geloven, dat Rebekka de jonge vrouw was, die de Heere hem had doen zien als de toekomstige vrouw voor Izak.

Debora heeft het meegemaakt, dat Bethuel en Laban tot Eliëzer zeiden: Van den Heere is deze zaak voortgekomen, maar ook hoe Rebekka, in wie de vreze Gods lag, zo eenvoudig, maar zo beslist antwoordde: Ik zal trekken.

En Debora is met haar meesteres meegegaan. Met Rebekka heeft ook zij haar land en haar maagschap verlaten om de verre reis te maken, met Abrahams knecht mee, om Gods roepstem te volgen.

Wij kunnen ons zo voorstellen, dat Rebekka er verbHjd mee geweest is, dat haar voedster met haar mee wüde gaan. Al had Rebekka geen enkele reden om bevreesd te zijn voor Eliëzer, alles was toch maar vreemd en wat zou haar te wachten staan? Maar Debora heeft haar geholpen, de moeüijke tijd door te komen. Debora is de vertrouwde begeleidster harer jeugd gebleven.

Zij heeft het meegemaakt, hoe Izak met de zijnen aftrok naar Abimelech, de koning der Filistijnen, in Gerar en hoe Izak daar zondigde.

Zij heeft het ook meegemaakt, dat het huwelijk van Izak en Rebekka zo lang kinderloos is gebleven. Twintig jaar heeft dat geduurd. Immers, wij lezen in Genesis 25, dat Izak veertig jaar was bij zijn huwelijk, en zestig jaar toen Ezau en Jakob geboren werden.

Maar het is opmerkelijk, dat Rebekka toen niet gedaan heeft, wat vóór haar Sarai deed, die in gehjke omstandigheden haar dienstmaagd Hagar aan Abram gaf, hem tot een vrouw (Gen. 16 : 1, 4) en na haar Rachel en Lea met him dienstmaagden Bilha en Zilpa (Gen. 30).

Neen, zo hebben Rebekka, Izak en Debora niet naar een „oplossing" gezocht, die dan voor die tijd wellicht aanvaardbaar was, maar toch niet zou kunnen bestaan voor Gods heilig aangezicht. Hoeveel te meer zal Debora verblijd zijn geweest, dat het voor Izak een zaak des gebeds worden mocht. Zijn geduld werd wel op de proef gesteld, want Rebekka was onvruchtbaar. Maar de Heere Het Zich van Izak verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd. Hoe wonderHjk werd het Rebekka te moede, toen zij de gans buitengewone bewegingen in haar sShoot gewaar werd. Wie onder de mensen zal zij eerder om raad gevraagd hebben dan Debora? Is het zo? Waarom den ik dus?

En zij ging om den Heere te vragen, staat er dan. Later betekende dat, dat men een knecht Gods op ging zoeken, maar die waren er toen niet, of het zou zijn dat zij naar Abraham gegaan is, die toen nog leefde. Maar meer waarschijnlijk is het, dat Rebekka toen uitgegaan is in het eenzame om daar haar hart voor de Heere uit te storten en te vragen, of Hij haar bekend wilde maken, wat die tekenen in haar beduidden.

Het is niet vreemd, wanneer wij veronderstellen, waar vrouwen in die dagen nimmer alleen op weg gingen, dat zij zich daarbij heeft laten vergezellen van haar oude gedienstige, Debora.

En hoe aangrijpend was het woord des Heeren tot Rebekka aangaande de tweeling in haar schoot: De meerdere zal den mindere dienen.

Vrije soevereine verkiezing, „als de kinderen nog niet geboren waren, noch iets goeds of kwaads gedaan hadden", zou Paulus er later van getuigen.

Wat een stuk is dat voor die moeder geweest: „Jakob heb Ik Hefgehad en Ezau heb Ik gehaat". Vrije bedeling van Gods genade. Het ene kind een uitverkorene, het andere voor eeuwig verloren.

Wat moet dat voor die moeder geweest zijn! Welk een wetenschap aangaande haar kinderen. Maar zij heeft eraan vastgehouden, door alles heen, ook toen dat spaimingen in het gezin ging geven, want Izak had Ezau lief. Ofschoon niet altijd langs rechte wegen, toch heeft zij aan de waarheid van de Godsspraak vastgehouden: de eerstgeboortezegen moest voor Jakob zijn.

Al lezen wij dan van Debora niet, toch heeft zij dat ook meegemaakt. Dat blijkt immers uit het vervolg. Zij heeft ook de droevige geschiedenis meegemaakt van het bedrog jegens de bünde Izak, de haat waarmede Ezau zijn broeder Jakob dood wenste, en Jakobs vlucht naar moeders familie in Paddan Aram. Maar als Debora sterft, is zij bij Jakob, en niet bij Izak. Wat zal daarvan de reden geweest zijn? Algemeen neemt men aan, dat Rebekka toen reeds niet meer leefde. Wanneer Rebekka gestorven is, wordt ons niet in de Schrift verhaald. Maar algemeen wordt aangenomen, dat Jakob zijn moeder na zijn vlucht naar zijn oom Laban niet meer teruggezien heeft in het land der levenden. In die twintig jaar van zijn verblijf daar moet zij gestorven zijn. Als Jakob terugkeert naar Kanaan, lezen wij wel dat hij tot Izak zijn vader kwam, maar Rebekka wordt niet meer genoemd.

DenkeUjk is dan, dat Debora na de dood van haar vrouwe haar intrek heeft genomen bij de zoon, die haar vrouwe zo inzonderheid had liefgehad.

Misschien is Debora wel naar Haran gereisd om zelf aan Jakob de tijding van de dood van zijn moeder over te brengen, en is zij zo bij hem gebleven. Haar hart ging uit naar de zoon met de liefde, waarmede zijn moeder hem had liefgehad. En Jakob zal er ook een eer in gesteld hebben, die oude gedienstige in haar grijsheid een eerlijke verzorging te geven. Want Debora moet toen al zeer oud geweest zijn. Meer dan honderd jaren waren reeds voorbijgegaan, sinds Rebekka met Izak getrouwd was.

De oude Debora heeft in het huisgezin van Jakob haar werk voort kunnen zetten. Lea en Rachel, die van hetzelfde land waren als zij, zullen met haar verbHjd zijn geweest. En Jakobs kinderen kunnen van de oude dienstbode nog wijze levenslessen hebben ontvangen.

Zo hebben wij in Debora een voorbeeld van de grote trouw, die thans zelden meer gevonden wordt, hoe vrouwen soms enkele geslachten lang aan een familie verbonden konden zijn, en ook wederkerig door de familie met liefde behandeld werden tot in hoge ouderdom en met eerbied werden bejegend. Jakob heeft trouw

opgepast op Debora, de vrouw die voor 2ijn moeder van zo grote betekenis geweest was.

Bij Dachsel kunnen wij het volgende vinden, dat Maarten Luther over deze Debora heeft geschreven: „Ik houd het ervoor, dat deze Debora een wijze en godzalige matrone geweest is, en door het gezin als een grootmoeder beschouwd is, die Jakob gediend en geraden heeft, en dat deze in groot gevaar en in bezwaren zich menigmaal door haar heeft laten toespreken en vertroosten. Want de vrouwen, wanneer zij de godzaligheid liefhebben, hebben gewoonlijk ook bijzondere genade om anderen te vertroosten en hun smarten te verzachten. Het gesprek der vrouwen beweegt dikwijls , de mensen meer, dan dat der mannen". Tot zover Luther.

Debora, haar naam betekent „honingbij". Welnu, een nijvere bij is zij geweest in haar leven. En wanneer zij dan ten laatste sterft, in een gezegende ouderdom, krijgt zij van Jakob ook een eerbare begrafenis. Zij wordt begraven onderaan Bethel, onder een eik die van Jakob de naam krijgt „Allon-Bachuth",

„Allon-Bachuth" wÜ zeggen: Eik van geween. Zo is Debora in gedachtenis gebleven. Wanneer jaren later de kinderen zouden vragen: Waarom heet deze eik zo, dan konden de vaders en moeders hun kinderen vertellen van deze Debora.

Eeuwen later horen we weer van een Debora. Is het niet opmerkelijk, dat zij woonde op precies dezelfde plek, waar de voedster van Rebekka gestorven is? Immers, wij lezen dat de latere Debora uit de Richterentijd woonde „tussen Kama en tussen Bethel op het gebergte van Efraim".

Ons dunkt, dan hebben wij in de naam van deze moeder in Israël een levend bewijs, dat de nagedachtenis van Debora de voedster van Rebekka in ere gebleven is onder Israël.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De andere Debora

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's