Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Modern heidendom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Modern heidendom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Bijbel is Gods Woord. Dit Woord is door openbaring van Gods wege verkregen. Wat in de Bijbel staat moeten we niet zoeken te bewijzen met allerlei opgravingen, zoals men tegenwoordig nogal gradg doet. Veel belangrijker is, dat we iets mogen leren kennen van de goddelijkheid van de Heilige Schrift. Dat gebeurt, als het de Heere behaagt Zijn Woord krachtdadig voor onze ziel te gebruiken.

Wat we echter ook zien in onze dagen is, dat men de resultaten van de opgravingen zoekt te gebruiken om aan te tonen, dat hetgeen in de Heilige Schrift vermeld is, onmogelijk waar kan zijn. De Bijbel zou, historisch gezien, niets voorstellen. We krijgen dan de wonderlijkste verklaringen. Als er bijvoorbeeld staat, dat Rebekka zei: Ik zal ook voor uw kemelen putten (Gen. 24 : 19), dan moeten we niet denken, dat dat kamelen waren. In die tijd hadden ze nog geen kamelen als huisdieren. Het zullen waarschijnlijk ezels zijn geweest. Het is dus nodig goed op onze hoede te zijn voor de resultaten, die de archeologen menen op te delven.

Een treffend voorbeeld van de vijandige en dwaze uitleg van de resultaten van de opgravingen, is die van Jericho en Ai. Men acht het onomstotelijk bewezen en vindt het ook bij de opgravingen terug, dat de muren van Jericho door een bijzondere kracht grondig zijn verwoest en dat daarna de stad door brand totaal is vernield.

Het heeft ook geruimen tijd geduurd eer de stad opnieuw als stad werd bewoond. Ai is verwoest in vrijwel dezelfde tijd als van de wonderlijke verwoesting van Jericho. Maar deze stad is nooit meer opgebouwd. Een aanvullend feit, dat volgens de geleerden zeer duidelijk is gebleken, is dat een nieuw volk vanaf die tijd het gehele gebied van Kanaan, vanaf het hoge noorden tot aan het verre zuiden, heeft bewoond. Dat kan men nagaan aan de hand van de gevonden scherven van het gebruikte aardewerk. Zeker wel 800 jaar heeft eenzelfde volk dat gebied bewoond, overeenkomende met de tijd tussen de verovering van het beloofde land en de wegvoering naar Babel. Zelfs al werden er tussentijds al eens steden verwoest, het zelfde volk bouwde de steden weer op en bewoonde die. Hoe overduidelijk zijn deze feiten in overeenstemming met hetgeen Gods Woord daarover meldt. ^ Maar niet alzo de geleerden. Zij zeggen precies

Maar niet alzo de geleerden. Zij zeggen precies te weten hoe ze de geschiedenis van Egypte moeten dateren. Wetenschappelijk gezien is hun bouwsel even wrak als het huis op de zandgrond. Ze moeten dan ook nogal eens dikwijls wijzigingen in honderdtallen van jaren aanbrengen. En aan die tijdschaal hangen ze nu alles wat ze vinden op. Dan blijkt er niets meer te kloppen. De verwoesting van Jericho? O, die was al eeuwen geleden gebeurd, toen Jozua met het volk Israël over de Jordaan trok. En Ai dan? Wel, dat was al vele eeuwen een onbewoonde puinhoop, toen Jozua met zijn mannen verscheen. En zo doorgaande blijkt er van alles niets meer te kloppen. Het is eigenlijk een raadsel hoe toch die Israëlieten in Kanaan gekomen zijn. Een joodse geleerde heeft eens gezegd: het is duidelijk, dat de Israëlieten in Kanaan kwamen. Dan zullen ze daar toch op de één of andere manier moeten zijn gekomen en het land hebben veroverd.

Het is daarom toch wel eens goed te weten, wat er onder die geleerden aan gedachten leeft. Wat voor ideeën en wat voor wereldbeschouwing hebben die mensen? Als voorbeeld willen we die van één van hen vermelden. We halen het volgende daarvoor aan uit een boek van Magnusson, getiteld: B.C.:

„Dr. James B. Pritchard van het universiteitsmuseum van Pennsylvania deelt dr. Gray's enthousiasme voor de Kanaanieten en is van gevoelen, dat zij heel erg als verdorven zijn voorgesteld. Hij groef in zijn opgravingen in Palestina door veel tot de Kanaanieten behorende aardlagen en hij denkt, dat hij het leven tussen de oude Kanaanieten zeer akseptabel zou hebben gevonden: „Zij waren een doordenkend volk, hadden op materieel gebied een hoogstaande kuituur en zij hadden een godsdienst, die in vele opzichten gelijk was aan moderne begrippen, daarin dat ze zich bewust waren, dat er vele oorzaken zijn voor zekere verschijnselen in de wereld. Bij voorbeeld, ze zeiden, dat de ene god verantwoordelijk was voor dit terrein van de menselijke ervaring en een andere god was voor een ander gebied verantwoordelijk, en zo voorts. Nu, deze verklaringen van de menselijke ondervinding schijnen te passen in de moderne wetenschappelijke opvatting, waarbij genen (dragers van de erfelijkheidsfaktoren) zekere bepalende faktoren zijn; andere, die tot de omgeving behoren; weer andere van ekonomische aard — allemaal soorten krachten, waarover we de besturing niet hebben. En het schijnt me, dat de Kanaanieten een glimp van dit idee hebben gehad, dat geen ingang vond, maar dat wij nu uit archeologische bronnen kunnen ontdekken".

Openlijk wordt dus de sympathie voor de heidense godsdienst uitgesproken. Weliswaar noemde men toen allerlei krachten goden en dat is men nu te boven. Maar in wezen stelt men zich gelijk met de oude heidenen door verschillende krachten als de oorzaken van hetgeen op aarde voorvalt te erkennen en daarmee de enige Schepper van hemel en van aarde te verloochenen.

De Kanaanieten vereerden zowel mannelijke als vrouwelijke goden. De mannelijke werden baals genoemd en de vrouwelijke astaröth, een verzamelnaam voor alle astarte's en van asjëra. De opgravingen hebben wel zoveel aan het licht gebracht, dat duidelijk is gebleken, dat deze afgodendienst een gruwelijke en zedeloze levenspraktijk met zich meebracht. Hetgeen Gods Woord ons ook leert in Lev. 18: „Verontreinigt u niet met enige van deze, want de heidenen, die Ik van uw aangezicht uitwerpe, zijn met alle deze verontreinigd; zodat het land onrein is, en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners uitspuwt". De Kanaanieten werden ook beheerst door vrees voor alles wat hen omringde.

Door allerlei amuletten en tovermiddelen hebben ze getracht om de schadelijke invloeden, die zij meenden daardoor te ondergaan, te ontlopen.

Zo zien we met het afgaan van de tijden, gene-

genheid rijzen voor de goddeloze en afgodische leefwijze der heidenen. De kennis van de ene ware God was bij de Kanaanieten ver geweken en dat openbaarde zich in een afschuwelijke zedeloosheid. Evenzo is in onze dagen de kennis van de enig ware God ver geweken en zien we op alles rondom ons, dan kunnen we niet anders zeggen, dan dat de aarde geworden is een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte". Openb. 18 : 2. In een tijd, waarin er zoveel reden is om te vrezen, dat wij met onze kinderen mede door dit Baby- Ion zuUen worden weggevaagd, vrezen we nauwelijks meer. Ook nu zoekt men allerlei voorwerpen om te dragen, ook onder de jongens, die tenminste herinneren aan de amuletten der heidenen.

Als we het bovenstaande goed overdenken, zal het ons duidelijk zijn, dat we zeer voorzichtig moeten zijn met hetgeen zulke geleerden ons over de oude geschiedenis proberen wijs te maken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Modern heidendom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's