Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie II

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven''. {Hand. 13: 48b)

Wij zouden dus spreken met de hulpe des Heeren over "Een welgelukzalig volk". Dat zijn zij in de volste zin des woords en wel: Ie. Wegens hun soevereine verkiezing. Dat staat duidelijk in ons tekstwoord beschreven waar zij geordineerd zijn ten eeuwigen leven.

De herdenking van de uitstorting des Heiligen Geestes op de Pinksterdag ligt weer achter ons. Toen zijn er velen door middel van Petrus' prediking toegebracht tot die gemeente die eenmaal zeker zullen zalig worden. Die hebben allen geleerd in het binnenste huns harten dat het nauwelijks zalig worden een onmogelijk zalig worden is van hun kant maar een zeker zalig worden van Gods kant in Christus door de werkende en toepassende bediening des Geestes. Dat zullen al Gods uitverkorenen leren in een meerdere of mindere mate, naarmate dat de Heere door Zijn Geest, naar Zijn soeverein welbehagen leidt in de weg des heils. Ook na de Pinksterdag droeg de prediking der Apostelen rijke vrucht, werd het Godsrijk uitgebreid en Satans rijk afgebroken. Wat een gezegende tijd toen. Wat is het dan nu een allerbedroevendste tijd waarin wij leven in deze late nageslachten. Nu wordt het schier niet meer gehoord dat de prediking gezegend wordt, zodat er nog één echt tot God bekeerd en met God verzoend wordt. Toen werden er door een preek drieduizend in het hart gegrepen, nu misschien drieduizend preken en nog niet een in het hart geraakt. Toen een vruchtbare tijd voor Gods kerk, nu een vruchtbare tijd voor de zonde, goddeloosheid, eigengerechtigheid, voor het rijk der duisternis. Wij lezen in Handelingen 6 : 7: "En het woord Gods wiens, en het getal der discipelen vermenigvuldigde te Jeruzalem zeer; en een grote schare der priesteren .werd den gelove gehoorzaam. Dat gebeurde terwijl de Apostelen al vervolgd en geslagen werden om Zijns Naams wil.

Doch ook buiten het Joodse land breidde Gods Koninkrijk uit door de prediking des Woords daar de Heidenen het Woord Gods aangenomen en de Heere hun bekering ten leven gegeven had. Overal in "Gods Woord kunnen wij lezen dat de verkorenen des Vaders tot de zaligheid toegebracht moeten en zullen worden, want daar zal er niet één gemist worden in de eeuwige gemeenschap met God Drieënig. Zo zaten ook te Antiochië onder de Heidenen die tot de verkorenen en geliefden van de drieënige God behoorden. De tijd was dan ook even na de Pinksterdag aangebroken om deze door middel van de prediking door Zijn knecht Paulus toe te brengen. Zij zijn dan ook in de dadelijkheid toegebracht zoals wij in ons tekstwoord kunnen lezen: "En er geloofden zovelen als er geordineerd waren tot het eeuwige leven". Wij beluisteren dus hier de keten van souvereine verkiezing, het ware geloof en het eeuwige leven. Dit zit onlosmakelijk aan elkander vast, maar niet vastgehecht door een heilige engel of enig mensenkind maar door de drieënige Verbondsgod Zelf, en dat boven alles als opperste oorzaak Zijner eeuwige verheerlijking. Dienaangaande wordt hier gesproken van een welgelukzalig volk, daar zij van alle eeuwigheid des Heeren eigendom zijn. Oud- Testamentisch werd Israels volk een welgelukzalig volk genaamd omdat de Heere Zich dat tot Zijn erve had verkoren om Zijn daden aan hen te openbaren. Mozes zegt toch in Deut. 33 : 29: "Welgelukzalig zijt gij, o Israël! Wie is u gelijk ? Gij zijt een volk verlost door de Heere, het Schild uwer hulp en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden!" Zo is het geestelijke Israël van God en door God verordineerd, niet in de tijd maar van voor de grondlegging der wereld. In Efeze 1 : 4. wordt ons dat duidelijk geleerd "Gelijk Hij ons heeft uitverkoren in Hem vóór de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde". Zij zijn dus in Christus, de Zoon uitverkoren door de drieënige God. Daarom wordt Hij dus genaamd het Hoofd der gemeente. "En heeft Hem der gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen". Verkiezen of uitkiezen of ordineren dat is uit anderen nemen. Dus daar staat tegenover dat er anderen zijn die niet verkoren en geordineerd zijn, maar verworpen, want verkiezing en verwerping horen bij elkander. De Heilige Schrift leert beide, een verkiezing en verwerping zoals in 1 Thess. 5 : 9: "Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus". Gelijk Gods uitverkoren volk gesteld is tot verkrijging der zaligheid, alzo zijn de anderen gesteld tot toorn. Dat er velen het evangelie ongehoorzaam zijn en zich aan het Woord stoten, is omdat zij daartoe gezet zijn. Maar het is wel zo dat het voor hun eigen rekening is, dat bij het evangelie ongehoorzaam zijn en zich aan het Woord stoten. 1 Petr. 2 : 7 en 8. Deze zijn dus vaten des toorns tot het verderf toebereid, dewijl de geordineerden vaten der barmhartigheid zijn die Hij tevoren bereid heeft tot heerlijkheid, om aan hen bekend te maken de rijkdom Zijner heerlijkheid. Daar staat: "Zovelen als er geordineerd waren". Dat is dus het werk van een Ander. Het werk van de eeuwig levende drieënige God, Die van eeuwigheid tot in alle eeuwigheid God is en blijft. De geordineerden zijn niet geordineerd tot zaligheid door de heilige engelen. Want een deel der engelen is ook geordineerd tot zaligheid. Daarom spreekt de Schrift van uitverkoren engelen in 1 Tim. 5:21. Maar zij zijn niet geordineerd tot zaligheid in en om Christus, terwijl de kwade engelen niet gesteld zijn tot verdoemenis wegens het ongeloof omtrent Christus. De geordineerde goede engelen zijn niet tot betoning van Gods barmhartigheid, zoals de mensen, maar de kwade engelen wel tot betoning van Gods rechtvaardigheid.

Het getal der geordineerden is van God bepaald en gesteld, een zeer groot getal want het is een schare die niemand tellen kan, dus een ontelbare schare uit alle geslachten, talen, natieën en volken. Openb. 7:9. Zo is ook het getal der niet geordineerden door God vastgesteld. Doch het getal der geordineerden is vergeleken met de andere echter maar een klein getal en zo spreekt de Heere Jezus in Lukas 12 : 32. van een klein kuddeke. "Vreest niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven". Die geordineerden hebben zichzelf niet geordineerd tot zaligheid, o neen, daar komt en is totaal niets van hen bij wat tot hun eeuwige gemeenschap met God dient. Als dat waar was dan zou de drieënige God nooit aan Zijn eer komen en zij niet aan de ware zaligheid. Al het werk der schepselen wordt hier ten enenmale uitgesloten, daar het zuiver een daad is van Gods vrije soevereiniteit

naar Zijn eeuwig vrijmachtig welbehagen in eeuwige liefde. Want de drieënige God heeft de geordineerden lief met een eeuwige liefde dat is van voor de grondlegging der wereld. Gods welbehagen wordt uitdrukkelijk aangewezen als de oorzaak van de ordinering tot zaligheid in Efeze 1:5.

2e. "Die ons tevoren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil. In Hem, in welken wij ook een erfdeel geworden zijn, wij, die tevoren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen, Die alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil.Ook is de uitvoering van het werk der zaligheid door Christus niet de oorzaak van de verordinering tot zaligheid, maar een vruchtgevolg, daar zij de verlossing ontvangen door Zijn bloed. Dus niemand van Adams nakroost kan tot de staat der genade en der heerlijkheid geraken, want zo groot is de verdorvenheid, onwil en onmacht, tenzij hij van God daartoe tevoren geordineerd is. Hij koos alleen in wijsheid, in liefde ten eeuwige leven zovelen als het Hem behaagde. daar de personen bij Hém bekend zijn, gelijk geschreven staat: "Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat". Die verordinering is dan ook eeuwig vast. Daar is niet aan af of toe te doen daar het voornemen Gods dat naar de verkiezing is vastblijve. Daar heeft de apostel de gelovigen te Rome mee getroost in al hun ellende en verdrukking door hen te wijzen op de gouden keten der zaligheid en begint dan met over de verordinering te spreken. "En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt". Rom. 8 : 30. Dat wordt nu het eeuwige wonder voor al des Heeren volk als zij door het geloof een inzage krijgen in dat boek des Levens des Lams temidden van al hun druk in dit mesech der ellende en jammerdal. O, als Hij hen door Zijn Geest laat blikken in dat eeuwige heilgeheim, dat Hij Zelf hun naam in eeuwige liefde heeft geschreven in de hemelen. Dan moeten alle bestrijders en bestrijdingen wijken daar zij onder al hun schuld en zonden wat geplaagd worden van binnen dat zij niet geordineerd zijn tot zaligheid. "Zie maar in heel de Schrift dat alleen de uitverkorenen zalig worden, maar daar hoor jij niet bij. Je draagt de tekenen van een verworpeling in je binnenste".

Dan sterft een ziel duizend doden, wordt het angstvallig hart gekweld in het inleven van die verlorenheid. Maar, o eeuwig woiider, als dit voor het oog des geloofs wordt ontsloten voor zulk een schuldig walgelijk monster. Dan is hèt eeii in het niet wegzinken van verwondering en aanbidding. Het is voor zulk een, die de hel dubbel verdiend heeft, mét voorbijgaan van zoveel anderen. Dat eeuwige heilgeheim wordt dan in die hachelijkste ure voor het oog des geloofs ontsloten en daarom is dat volk weigelukzalig te noemen wegens het geloof. Daarmee zijn wij gekomen tot onze tweede hoofdgedachte:

2. Wegens hun geschonken geloof.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 1981

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Meditatie II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 1981

De Wachter Sions | 8 Pagina's