Lijdensoverdenking. VI
Meditatie
"Toen verscheurde de Hogepriester zijne klederen, zeggende: Hij heeft God gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijne godslastering gehoord. Wat dunkt ulieden? En zij antwoordende zeiden: ij is des doods schuldig. Matth. 26 : 65 en 66."
Toepassing.
Zo hebben wij iets gestameld van dat bittere lijden van die dierbare Borg en Middelaar om de eeuwig vertoornde Rechter volkomen voldoening te geven opdat Zijn volk in het gericht eeuwige vergeving, vrede en vrijspraak zal ontvangen. Maar zo zeker Hij is veroordeeld geworden tot de dood, om voor de schuld Zijns volks volkomen te betalen, opdat God, God kan blijven en Hij Zijn volk in Zijn gemeenschap zetten, eeuwiglijk en altoos, zo zeker zult gij mijn onbekeerde medereiziger naar de eeuwigheid, ook eenmaal gewisselijk veroordeeld worden tot de eeuwigen dood tot verheerlijking van Gods rechtvaardigheid. De mens in zijn staat in Adam is al veroordeeld, want het vonnis is al uitgesproken eer dat hij at van de verboden boom: "Ten dage als gij daarvan eet dan zult gij den dood sterven". Dus toen hij at lag hij gelijk onder het vonnis des doods.
Nu kan hij een benauwd geweten krijgen, veel beroering in zijn binnenste, zijn klederen verscheuren, al de dag in het zwart gaan zonder een verscheurd hart. Zonder dat hij in waarheid schuldenaar voor God is geworden, met een wroegend geweten wegens benauwdheid voor de dood en angsten voor de hel kan'hij een rechtzinnige belijdenis hebben als een Farao, Achan, Saul en anderen: "Ik heb gezondigd, de Heere is rechtvaardig". O, wat kan het ver gaan dat het alles lijkt en totaal niets is dan zware algemene werkingen des Geestes zoals bij Simon de tovenaar. Dat men met roeringen, benauwdheden, teksten, visioenen en gezich ten, met hoge beschouwingen van Christus zich staande houd en menen zeker zalig te zullen worden. O, wat is Neêrlands kerk daar vol van, maar het ware zielsbevindelijke werk des Geestes haten zij. Dezulken kunnen hun gezicht zo goed in de plooi houden of dat zij elke dag de godzaligheid beoefenen, maar het is enkel godsdienstige vroomheid dat hun de ogen uitstraalt. Meestal zijn het de ergste benauwers van Gods ellendige, arme, schuldige volk. Hun stem kunnen zij zelfs zo verdraaien en hun woorden, dat de mensen die hen horen het vast geloven dat het wel met hen staat. En zo zijn er wat predikers die de schare betoveren. Als zij dat gewaar worden, dan gaan zij het al langer hoe prachtiger maken, maar Gods arme volk walgt ervan. Wat zijn zij dan toch ongelukkige misleiders, hetgeen straks in de-dag der dagen gewisselijk openbaar zal komen. Petr. 2:1. Met dat alles toch het ware werk des Geestes te missen en nooit met een overgebogen ziel kermend, met een hart vol smart uitgeroepen: "Ik ben des doodsschuldig, invallende voor een alwetende Rechter van hemel en aarde. O, mijn medereiziger die dat alles mist, en dan levende onder het evangelie waarin u wordt voorgehouden de enige Weg van ontkoming, om als een doodschuldige van de Rechter pardon te mogen ontvangen en met God verzoend, wat zal dan bij uw sterven eeuwig klinken: "Gij zijt des doods schuldig". Om dan met de jongste dag verwezen te worden naar de plaats van eeuwig ach en wee, als dan al de roepstemmen des Evangelies eeuwig op uw geweten zullen branden. Och, haast u danom uws levens wil en vraag om ontdekkend licht en waarheid in uw binnenste, om dit eeuwige heilgeheim des Heeren te mogen leren tot Zijn eer en uwer zieler zaligheid, want het is nog het heden der genade, de dag der zaligheid. En gij bedrukten, bedroefden, schuldige, zoekende en veroordeelde zielen, wiens hart onder alle bestrijdingen en aantijgingen van binnen en van buiten naar God uitgaat. Hij mocht u nog leren in waarheid te buigen onder Hem, zeggende: "ik ben des doodsschuldig". Dan zal Hij het heilgeheim in Christus ontdekken, die gevonnisd is voor dezulken, tot uw vrijheid en zaligheid. Van u staat geschreven dat Hij de nooddruftigen hoort, Zijn gevangenen niet veracht. Gij die God zoekt, ulieder hart zal leven. En gij die kennis hebt aan iets van deze zaken, o Hij mocht u meer en meer ontdekken dat gij altijd doodschuldigen in uzelf bhjft met alle ontvangen genade, maar in Hem, die hier doodschuldig is verklaard en zweeg, de eeuwige vrijverklaring uit genade ontvangt, eeuwige zaligheid en vrede tot Gods eer. En dat om u hier zingende te maken onder 't zwaarste kruis en straks eeuwig. Amen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982
De Wachter Sions | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982
De Wachter Sions | 8 Pagina's