Geloof in de almachtige kracht Gods.

Meditatie

.. en in de sterkte Zijner macht. Efezeó : 10b

VIII.

De Christen in volle wapenrusting.

Evenals de Franse gezant eens de hoogmoed van de Spanjaard tot zwijgen bracht, toen deze op de veelvuldige titels zijns meesters roemde, door één titel des Fransen konings te noemen, waarin die allen als verzwolgen werden, zo heeft God, na de zonde zijns volks in al haar afzichtelijkheid te hebben voorgesteld, op eens een liefelijke en kostelijke belofte gegeven, om aan te tonen, waartoe Hij in staat is: Ik zal de hittigheid mijns toorns niet uitvoeren; " en waarom niet? „Want Ik ben God en geen mens". Hosea XI:9. Ik zal de almacht Mijner genade tentoonspreiden. Het is zoals wij ons gewoonlijk uitdrukken, wanneer een kind, of een vrouw, ons slaat: Ik ben een man, en geen kind, of geen vrouw, en daarom zal ik niet weerom slaan." In de blote gedachte dat God God is, ligt de veronderstelling opgesloten, dat Hij machtig is om te vergeven, zowel als om te straffen. Dit geeft reeds verlichting. Maar dat God zich verbonden heeft om die almachtige kracht te gebruiken om ons te begenadigen, dat is nog veel meer. Gelijk niemand dan God zelf God tot iets kan verbinden, zo kan ook niemand het verbond verbreken, dat Hij heeft gemaakt; en heeft Hij niet zelf gezegd, dat „Hij menigvuldiglijk vergeeft? " Jesaja LV : 7. Hij zal het vergeven vermenigvuldigen; alsof hij zeide: Ik zal met uwe zonde genade doen nederdruppen, en liever alles wat ik heb te koste leggen, dan dat er gezegd zou kunnen worden, dat Mijn goed overwonnen is door uw kwaad. Het gaat met de godvruchtige ziel in dit geval als met een krijgsoverste, die het kasteel, dat hij had verdedigd, overgeeft op voorwaarde van lijfsbehoud en vrijgeleide naar zijn huis, waar hij zich vredig en rustig vestigt op zijn goederen. Die voorwaarden zijn door de generaal ondertekend, waarop hij uittrekt uit het kasteel. Maar nu wordt hij aangerand door de ruwe soldaten, die hem in doodsgevaar brengen. Hij beroept zich op de generaal, wiens eer verpand is voor zijn veiligheid, en terstond wordt hij in vrijheid gesteld, terwijl zijn vijanden worden gestraft. En wanneer gij, nooddruftige ziel, beschuldigd wordt door Satan, gekweld wordt door zijn verschrikkingen, zeg dan: od is het, die rechtvaardigt: k heb Zijn belofte, zwart op wit, dat mij het leven geschonken zal worden, zodra ik de wapens neerleg en mij aan Hem onderwerp, en dat begeer ik te doen. Zie, de poorten mijns harten zijn ontsloten om de Vredevorst binnen te laten. En is de Almachtige niet in staat om Zijn belofte te vervullen? Zo wil ik dan mijzelven Hem, als de getrouwe Schepper, bevelen.

2. Gebruik deze almachtige kracht Gods en uw deel aan dezelve in verzoeking tot zonde, als gij overweldigd wordt en vliedt voor het aangezicht van uw krachtig bederf, of wanneer gij vreest, dat gij er nog eens ten val door zult worden gebracht. Houd vrijmoediglijk vast aan deze eigenschap, ontleen er kracht aan om weerstand te kunnen bieden; en - terwijl gij wederstaat - om te geloven, dat gij er de overwinning over zult behalen. De Almachtige God staat voor uw ogen, terwijl gij strijd in het dal; en als de strijd u te zwaar wordt, dan behoeft gij slechts tot Hem te roepen, en Hij zal u te hulp komen. Toen Josafat zich van alle kanten door vijanden omringd zag, „riep hij uit, " en de Heere hielp hem; hoe veel te meer zult gij dan niet in de strijd uwer ziel op Zijn bijstand kunnen rekenen! Begeef u naar de troon der genade met deze belofte: De zonde zal over u niet heersen, " en eer gij er nog op pleit, vertroost u, om uw geloof te versterken, met de gedachte, dat, ofschoon het woord almachtig hier niet is uitgedrukt, dit toch in deze, zowel als in alle andere beloften, ligt opgesloten, en zonder tittel of jota toe te voegen aan Gods Woord, moogt gij hier toch gerust lezen: e zonde zal over u niet heersen, zegt de Almachtige God, want deze, zowel als alle andere Zijner eigenschappen, zijn het voortdurend zegel op Zijn beloften. Welaan, o ziele, stel uwe eis in voor hetgeen u hier beloofd is; vrees niet, dat gij afgewezen zult worden; het is een schuld, die gij gerust invorderen kunt; zij zal u betaald worden. Hij, wien gij om betaling aanzoekt, is volkomen bij machte om aan uw verzoek te voldoen; en zo behoeft gij niet te vrezen, dat gij met deze invordering op kosten zult gebracht worden, die niet zullen worden goedgemaakt. Hij, die zo genadig was om zich te willen verbinden, toen Hij nog vrij was, zal, daar Hij er de macht toe heeft, ook getrouw zijn om aan de verplichtingen te voldoen, die Hij op Zich heeft genomen. Slechts moet gij, terwijl gij de vervulling verwacht der belofte, en de bijstand der almachtige kracht tegen uw bederf, wel acht geVen, dat gij u onder de schaduw houdt van deze eigenschap en van de voorwaarden dezer belofte. Psalm XCI : 1. Die schaduw zal u geen koelte geven, tenzij gij er onder nederzit. Wat nuttigheid heeft de schaduw - zelfs die ener hoge rots - voor ons, als wij in de volle zon gaan zitten? Wat nuttigheid heeft het, dat God zich verbonden heeft Zijn almachtige kracht aan te wenden ten onzen behoeve, als wij ons aan haar bescherming onttrekken door ons in verzoeking te begeven? De val der heiligen heeft plaats, als zij uitgaan uit hun verschansing, want, gelijk de konijnen, zijn zij in zichzelven slechts een zwak volk, en hun sterkte ligt in de rots van Gods almacht, welke hun ter woning is gegeven.

Wordt vervolgd,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen