Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE EREDIENST EN HAAR GEBRUIKEN 88

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE EREDIENST EN HAAR GEBRUIKEN 88

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als we al deze uitleggingen samen vatten dan zou men wel tot de gedachte gaan overhellen dat de 430 jaren van verblijf in

Egypte genoemd in Ex. 40 en 41 een heel andere inhoud hebben dan men letterlijk leest.

Devoorstanders dat de Israëlieten geen 430 maar slechts 215 jaren als vreemdeling in Egypte hebben verkeerd, gronden hun mening in hoofdzaak op de geslachtsrekening. Zij houden vol dat de geslachten van Levi tot Mozes zich niet konden uitstrekken over 400 jaar. Zij nemen aan dat deze geslachten slechts vier in getal zijn en dat Mozes de kleinzoon was van Levi van moederszijde en de achterkleinzoon van vaderszijde.

Nee... zeggen de voorstanders van 430 jaar, de woorden van Ex. 12 vers 40 en 41: De tijd van de inwoning, die de kinderen Israels in

Egypte gewoond hebben, is 400 jaren en 30 jaren" zijn rechtstreeks in tegenspraak met de mening dat zij er slechts 215 jaren verkeerden. Waarom zou deze mededehng in de Bijbel dubbelzinnig zijn. Maar de Septuagint heeft de woorden „In Egypte en in Kanaan" en dit geeft weer enige steun aan de aanhaling van Paulus in Gal. 3 vers 17 dat de wet 430 jaar nó de belofte aan Abraham gegeven was.

We geven het niet gewonnen zeggen de voorstanders van 430 jaren verblijf. Wij houden vol dat de aanvang van het verblijf begint bij Jacobs komst in Egypte (Gen. 46 vers 29).

Tegenover de vier geslachten, van Levi tot Mozes, wijzen zij op zes geslachten, van Jozef tot Zelafead (Num. 26 : 29-33; 27 : 1). Vervolgens zes geslachten van Juda tot Nahesson (Ruth 4 : 18-20; 1 Kron 11 : 3-10).

Dan, zeven van Juda tot Bezaleël (1 Kron. 11 : 18-20). En ten laatste tien geslachten van Jozef tot Jozua. (1 Kron. 7:22-27). Dus geen vier maar tien geslachten.

De vier geslachten, opgegeven in Ex. 6 : 16-20, welke onmogelijk schijnen te kunnen strekken over een tijd van 430 jaar, zijn waarschijnlijk een bekorte opsomming, die alleen de namen van de voornaamste personen in een stam bevat. Een dergelijke verkorting wordt ook gegeven in Jozua 7 vers 1. Het is helemaal niet nodig te denken dat Jochebed de moeder van Mozes de dochter van Levi was, evenmin als Elisabeth de moeder van Johannes de Doper letterlijk een dochter van Aaron was. Lukas de Evangelist zegt in zijn eerste hoofdstuk, vers 5 dit overdrachtelijk. Het vierde geslacht, vermeld in Gen. 15 vers 16 zal als eeuw zijn bedoeld. Ook wordt door de voorstanders van de letterlijke 430 jaren verblijf nog aangehaald dat de vermelding „zij zullen wederkeren" aantoont, dat de jaren buiten KanaSn doorgebracht worden bedoeld.

Wij hebben eerst de argumenten van de voorstanders van een verblijf van slechts 215 jaren opgesomd. Dat verschillende kanttekenaren deze mening ook zijn toegedaan geeft aan dat er steeds veel aandacht aan dit vraagstuk is besteed. We zouden bijna zeggen: van oude tijden af.

Maar de argumenten van de voorstanders dat het werkelijk 430 jaren zijn geweest vinden ook grond in de Bijbel, voornamelijk als zij erop wijzen dat in 1 Kronieken 7 in de verzen 22 t/m 27 duidelijk vanaf Jozef tot Jozua de zoon van Nun (in vers 27 staat Non, maar dat maakt geen verschil) tien geslachten worden genoemd, en geen vier.

Nu is het alleen geschiedkundig belangrijk om dit vraagstuk zo uit te diepen. Bij het lesgeven op de catechisatie is het wenselijk dat de leraar op de hoogte is met de geschiedenis.

Onze persoonlijke mening is niet belangrijk, maar wij houden het liefste het maar op een verblijf van 430 jaren, waaraan we nogmaals toevoegen dat het geen vraagstuk is dat „grondwaarheden" omtrent de leer der zaligheid bevat.

Na de tussenvoeging over de tijdsduur betreffende het verblijf van de kinderen Israels in Egypte keren we weer terug naar de geschiedenis waarin de vroedvrouwen Pua en Sifra zo'n grote invloed hebben gehad.

Op het moment dat we dit schrijven zijn de Paasdagen nog maar nauwelijks voorbij. We brengen dit in verband met de ontzettende toestanden en de angsten welke toen het bevel van Farao ruchtbaar werd in de woningen van de Israëlieten moet hebben geheerst.

In ons land leven we wat veel zaken aangaat nog in vrijheid, waar we direkt aan toevoegen dat de machten der duisternis zich van alle kanten opmaken om die vrijheid weg te nemen.

Ach een mens kan zich zo nameloos eenzaam gevoelen in deze ontwrichtende tijd. Dan schijnt het wel of alles ten onder gaat in zwarte duisternis. Dan heeft de roep van het Paasfeest: „De HEERE is waarlijk opgestaan" niet in de minste vat meer op het geperste gemoed. Wel voor anderen, niet voor mij! Hij die een weinig ontdekking heeft kan dit zelf niet aangrijpen.

Dan moet niemand trachten met veel of weinig woorden daar verandering in aan te brengen, want de ontzettende leegte van het hart kan geen mens vervullen.

Het volk Israël in Egypte zuchtte onder slavernij en daar werden op bevel van de Overheid de jonge kinderen vermoord. Ne­ derland is nog vrij en hier worden vrijwillig honderden kinderen in de moederschoot vermoord. En niet alleen in Nederland, ook bij onze naaste buren wordt dit kwaad openlijk bedreven ondanks de vele protesten van de enkeling dit zondige kwaad toch na te laten.

Hoe meer men daar over nadenkt dat de nietige ijdele mens het aandurft om het leven dat God in beginsel wil geven , te vernietigen, hoe meer de vraag rijst: „Tot hoelang zal de HEERE dit toelaten? "

Sódom en Gomórra, ja de ganse vlakte der Jordaan was als de hof des HEEREN volgens Gen. 13 vers 10.

En wat staat er in het 13e vers? , , En de mannen van Sódom waren boos en grote zondaars tegen de HEERE”.

We mogen dit als een variant ook toepassen op het overgrote deel van het Nederlandse volk.

Nu is het aanzeggen van oordelen nimmer een prettige taak geweest. Vroeger niet en nu nog niet.

Het oordeel aanzeggen heeft niet tot grond om zich te verblijden in de ondergang, maar om tot verootmoediging te komen. Dat wordt zo vaak uit het oog verloren.

Vaak worden zij die het nog aandurven om openlijk voor de naam en eer des HEEREN uit te komen beschuldigd zichzelf op een veilig voetstuk te plaatsen maar hun medeburgers in de diepte te wensen. Met andere woorden: „Wij zijn zulke grote zondaars niet, maar gij " En meermalen wordt vergeten dat men het oordeel altijd eerst zichzelf heeft aan te zeggen en niet boven anderen te gaan staan.

Als een mens zich eerlijk en oprecht in het verborgen gaat onderzoeken, dan blijft er niets over waarop hij zich kan beroemen. Maar dan wordt het punt waar men van uitgaat een heel ander. Men moet de tegenstanders geen stok in de hand geven. Wij verwachten dat de getrouwe wachters innerlijk dezelfde strijd zullen hebben als eens Jeremia, beschreven in hoofdstuk 20 van vers 7 t/m 18.

Nu als het zover komt zal men zich echt niet meer boven de boze wereld plaatsen, hoewel men wel gedwongen zal worden in oprechtheid het oordeel Gods aan te moeden zeggen.

Maar daarmede verdwijnen de donkere wolken van schuld en zonde niet. Er zal een v.'rare verootmoediging móeten komen te beginnen bij ons.

Wordt vervolgd,

J.H.R.V.-L.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1984

De Wachter Sions | 10 Pagina's

DE EREDIENST EN HAAR GEBRUIKEN 88

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1984

De Wachter Sions | 10 Pagina's