Terzijde

Abraham

Een van de grote zonden van de ongelovige Joden in de dagen van Christus' omwandeling op aarde is geweest hun ijdel roemen, dat zij Abrahams kinderen waren. Zij verwierpen Christus' prediking van de noodzakelijkheid om verlost te worden van de dienstbaarheid der zonde. Zij wilden niet weten dat zij van nature onder satans slavenjuk verkeerden. Trots was hun antwoord: Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend.

Doch Christus bestrafte hen: Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken Abrahams doen. En in dat verband hield Hij hun voor: Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien en is verblijd geweest. Abraham was niet als zijn ongelovig nageslacht dat meende geen vrijmaking van node te hebben. Integendeel, hij heeft met verlangen uitgezien naar de dag des Heeren, omdat hij wist dat daarvan voor hem alles afhing. Die dag, dat de Heere Zich als Heere en Zaligmaker zou openbaren, zou immers ook voor Abraham de bevrijding van zijn ziel betekenen. En Abraham heeft dat mogen zien en dat is hem oorzaak geweest tot grote blijdschap zijns harten. Die prediking was meer dan de Joden konden verdragen. Toen Christus dit zeide, barstten zij los in bittere smaadtaal. Zij spotten: Gij hebt nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien? Abraham leefde tweeduizend jaar geleden en wij zien aan U, dat Gij nog geen vijftig jaar oud zijt; hoe kunt Gij dan Abraham gezien hebben ? Zij bedoelden: Hoe kan Abraham U dan gezien hebben?

Hoe geweldig grievend moet deze spotternij die ons beschreven is in Johannes 8, voor de Zaligmaker geweest zijn! Wij kunnen onmogelijk vatten, hoezeer ook hierin zich het lijden van de Middelaar heeft voorgedaan. Van deze goddeloze schimptaal schrijft Matthew Henry: Hier is de boosaardigheid der hel, die zich openbaart in de lage taal welke de ongelovige Joden tegenover onze Heere Jezus gebruikten. Hiervan schrijft de apostel: Aanmerkt Dezen, Die zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft verdragen.

Er zijn mensen die de woorden der Schrift met grote gemakkelijkheid kunnen gebruiken voor familiaire uitdrukkingen. Wanneer iemand vijftig jaar wordt, zeggen zij: Nu hebt gij Abraham gezien.

Wie zo spreekt, heeft Joh. 8:57 nog niet eens goed gelezen, want de Joden bedoelden uiteraard helemaal niet te zeggen, dat als men maar vijftig jaar mag zijn geworden, men Abraham wel gezien heeft. Zij gebruikten deze woorden alleen maar, omdat zij op het uiterlijke afgaande meenden, dat Christus nog wel geen vijftig jaar oud zou zijn.

Maar wat meer is, wie dergelijke humoristische opmerkingen maakt, heeft er blijkbaar geen besef van, dat hij de Heilige Schrift zo misbruikt.

In sommige streken van ons land bestaat zelfs van oudsher de zotte folklore, om iemand op zijn vijftigste verjaardag een pop van brooddeeg of banket ten geschenke te geven, die men Abraham noemt.

Roomsen hebben er een handje van, zo met het heilige om te gaan.

Helaas moet men vaststellen, dat dit gebruik ook buiten roomse kring hand over hand toeneemt. Wij nemen aan, dat zulks uit onnadenkendheid gebeurt.

Maar een waarschuwing daartegen is toch noodzakelijk.

Naar wij vernamen, wordt de zotternij al verder doorgetrokken door aan vrouwen bij die gelegenheid een Sara-pop te geven, en voorts bij de 60e verjaardag een „Izak", en bij de 70e verjaardag een „Jakob".

Dit is zeker: wie in waarheid verlangende is gemaakt, als Abraham, om de dag nog eens te mogen zien dat Christus Zich ook in onze harten openbare als de Zaligmaker, om te verlossen van de dag des kwaads, en om de vrijspraak in de goddelijke vierschaar te mogen erlangen, die zal nooit met dergelijke gekkernij kunnen meedoen.

Wie eenmaal beseft, dat de oorsprong van dit gebruik spot-en hoonwoorden zijn geweest, waarmede de gang van de Gezalfde gesmaad is, kan niet anders dan er een innerlijke afschuw van hebben.

Het is al erg genoeg dat de wereld Gods Woord misbruikt voor eigen vermaak en spotternij. Laten wij daar nimmer aan meedoen.

P.S.

Een EO-donateur, die van een familielid de Wachter van 18 april te lezen kreeg en daarop een bezorgde brief naar de EO schreef, heeft van de EO-directie de toezegging gekregen, dat wanneer de EO de bewuste tv-serie zal gaan uitzenden (de besprekingen met Amerika over de aankoop zijn nog niet afgerond), de „passage waarin de Heere Jezus voorkomt" zal worden weggelaten. Wij willen dat hier doorgeven. Uiteraard neemt dat de andere bezwaren tegen deze film niet weg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen