Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daniël 3 : 14-25.

Nebukadnézar antwoordde en zeide tot hen: Is het met opzet, Sadrach, Mesach en Abed-nego, dat gijlieden mijn goden niet eert en het gouden beeld, dat ik opgericht heb, niet aanbidt 1" Enz.

HOPENDE: De jongelingen zijn dus voor de koning gebracht, als zij het gouden beeld niet hebben aangebeden. De koning heeft ze gevraagd of het met opzet was dat ze zijn goden niet eerden en het gouden beeld niet aanbaden. Was het soms een verzuim of nalatigheid van hen geweest? Ze werden dan nu nog in de gelegenheid gesteld om op het horen van de muziek zich voor het beeld neer te buigen. De koning wilde het nog wel een keer met hen proberen. Maar hij behoefde het niet meer met hen te proberen. Hij heeft ze doen weten dat ze nog één keer op het horen van de muziek in de gelegenheid gesteld werden om voor het beeld neer te vallen, maar indien zij dat niet deden, zouden zij terzelver ure in het midden van de oven des brandende vuurs geworpen worden. De uitvoering van hun vonnis zou dus geen uur uitgesteld worden. Ze kregen dus geen tijd meer om zich te beraden.

UITZIENDE: Neen, daar zorgde de Heere wel voor, dat zij daar geen tijd meer voor kregen. De koning behoefde het niet meer opnieuw met hen te proberen. Ze hebben hem dat laten weten, want ze hebben tot hem gezegd: „Wij hebben niet van node u op deze zaak te antwoorden. Zal het zo zijn, onze God Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs en Hij zal ons uit uw hand, o koning, verlossen. Maar zo niet, u zij bekend, o koning, dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden". Men zou kunnen zeggen: Ze kregen zich nogal gauw en gemakkelijk over voor de oven. Maar neen, daar krijgt men zich zomaar niet voor over. Daar is bij die jongelingen ook wel wat aan voorafgegaan. Ze hebben immers ook al wel lang geweten dat dit feest op touw gezet was. Men werd er dus niet zomaar ineens voor geplaatst om dat beeld te aanbidden. Er wordt weleens gezegd dat het vóór de oven heter kan zijn dan in de oven. Nu, zo is het voor die jongelingen ook wel geweest. En er gaat in de ziel van Gods volk ook altijd wel heel wat aan de oven van de beproeving en verdrukking vooraf. Men kan het soms van tevoren ook aan zien komen dat men in een vurige oven terechtkomt. En heel begrijpelijk wordt er dan in de ziel wat geredeneerd en gerekend, hoe men die oven zal kunnen ontlopen. Als we een weg kunnen vinden om buiten de oven te blijven, zullen we het heus wel proberen om die weg in te slaan. Maar de jongelingen konden aan de oven niet ontkomen. En waar ze zich uit zichzelf nooit voor over konden krijgen, daar kregen ze zich door Gods genade voor over. Het was wel een verzoeking waarin ze nog even werden gebracht. De koning wilde het nog een keer met hen proberen. En ze zouden ook zeker in die verzoeking ezweken zijn, als de Vierde er al niet bij geweest was. Die zagen ze nog wel niet, maar Die was er al wel, want buiten de genade van Hem kan men niet in de verzoeking staande blijven. Hij is zelf in e verzoeking gekomen om van het lijden af te zien. Zijn eigen eliefde discipel Petrus bracht Hem in die verzoeking, als hij tot Hem zeide: , , Heere, wees U genadig; dit zal U geenszins geschieden". Maar dan lezen we: , , Maar Hij Zich omkerende zeide ot Petrus: „Ga weg achter Mij, satanas, gij zijt Mij een aanstoot; want gij verzint niet de dingen die Gods zijn, maar die der mensen zijn".

HOPENDE: Dat is nu het voornaamste punt in heel deze eschiedenis. Die jongelingen moesten zich onvoorwaardelijk er oor over krijgen om in het vuur geworpen te worden. En zover zou et nooit met hen hebben kunnen komen, als er niet zo'n Middelaar was geweest Die waarlijk de eer Zijns Vaders heeft ezocht boven Zijn eigen behoudenis. De mens kan als gevolg van ijn diepe val uit zichzelf nooit meer onvoorwaardelijk aan de zijde ods vallen en zich ook zeker niet voor de hel over krijgen, als hem ie genade niet wordt geschonken. Maar deze jongelingen werden nvoorwaardelijk, want ze gaven de koning te kennen dat die God ie zij eerden, machtig was om ze te verlossen, maar het zou ook unnen zijn dat Hij het niet deed. Ze mochten echter Gods eer liever hebben dan hun eigen leven. O vriend, daar zal men toch iets van moeten weten. Maar wilt ge wel geloven, dat als ik deze bevinding in het gesprek naar boven hoor komen, dat er dan wat opspringt in mijn ziel? Daarin openbaart zich toch de liefde Gods die in het hart is uitgestort. Men valt God toe in Zijn recht, ook al moet men de brandende oven in van het helse vuur. Die God kan daarin geen kwaad doen. Hij kan verlossen, want Hij is alles machtig, maar hij is niets verplicht aan het schuldig schepsel. Dat wordt door de ziel in oprechtheid erkend. Daarin openbaart zich het onderscheid tussen het zuivere werk van Gods genade en alle schijngodsdienst en nabijkomend werk. En dat onderscheid zal zich in het gehele leven openbaren. Het komt bij zovelen zo duidelijk uit, dat ze een godsdienst hebben waarbij het om de weldaden gaat en dat men met zulk een godsdienst Gods eer er wel aan wagen kan, als men zichzelf maar kan handhaven. De drie jongelingen mochten echter in het besliste antwoord dat ze aan de koning gaven, het zuivere Godswerk bij hen openbaren. De eer van die God die ze dienden, konden zij er niet aan wagen. En dan lezen we zo opmerkelijk, als ze dit de koning hebben doen weten: „Toen werd Nebukadnézar vol grimmigheid".

UITZIENDE: Juist vriend, dan openbaart zich altijd de bitterste vijandschap. Zulk een godsdienst kan men niet verdragen. De mens is in zijn diepe val nu eenmaal een hater van God geworden. Daarom haat hij ook dat leven dat uit God is. Voor Gods eer mag men het niet opnemen. Er mag zich geen oprechte innerlijke verbinding aan die God openbaren, zoals bij die drie jongelingen. En men behoeft er echt geen heidense Nebukadnézar voor te zijn, om vijandig te staan tegenover die genade die bij die jongelingen mocht te vinden zijn. Als men zulk een Waarheid hoort verkondigen waarin de noodzakelijkheid ervan wordt voorgehouden om Gods eer liever te krijgen dan zijn eigen behoudenis, dan wordt men onder de godsdienst ook wel vol grimmigheid. We lezen van Nebukadnézar, dat de gedaante zijns aangezichts veranderde. Welnu, aan de gedaante des aangezichts kan men het meestal wel zien, hoe vergramd men tegen die Waarheid is.

HOPENDE: De oven moest nu nog wel zevenmaal heter worden gestookt. De duivel doet altijd maar een dom werk, want nu kon de almacht Gods zich nog veel heerlijker openbajren. De jongelingen mochten weten dat God machtig was om ze te verlossen. Daarmee was nog niet gezegd dat hij ze verlossen zou. De Heere doet niet alles wat Hij kan. Hij doet alleen wat Hem behaagt. Hij is vrijmachtig zowel als almachtig. Maar al zou de Heere ze niet verlossen uit die brandende oven. Hij zou ze wel verlossen uit de hand van de koning Nebukadnézar, al zou dat dan ook door de dood heengaan. Maar hoe het ook zou zijn, de koning moest het weten dat ze dat beeld niet zouden aanbidden. Het aanbidden van dat beeld was voor die jongelingen de dood, al was het ook honderdmaal een beeld van goud. Dat beeld blonk wel van het goud, maar het was van binnen hol. Het niet nedervallen voor dat beeld en het dienen van de ware God, was het leven voor die jongelingen. Als het zo mag zijn, dan valt de vrees voor de dood eigenlijk vanzelf weg, want de liefde Gods is daarin volmaakt en die volmaakte liefde drijft de vreze buiten. Nebukadnézar heeft die jongelingen in de oven laten werpen, nadat die oven zevenmaal heter was gemaakt dan dat hij tevoren was. De sterkste mannen moesten die jongelingen nu binden in hun mantels, hun broeken en hun hoeden en hun andere klederen. Maar wat gebeurde er? Die oven was zo heet, dat de mannen die ze erin wierpen, door de vonken werden gedood.

UITZIENDE: Daar hebt ge het nu, vriend! Wat het leven wordt voor de kerk, wordt de dood voor de vijanden. De eer van God in de > | verhoging van Zijn souvereiniteit in het zaligen van een door Hem verkoren kerk, is de steen des aanstoots voor de natuurlijke mens. Als men echter van de Waarheid nog overtuigd is, verzet men zich openlijk tegen deze Waarheid nog niet. Degenen die er zich wel tegen verzetten, zijn er ook wel van overtuigd dat het zo is, maar daarom weten ze ook zo gecamoufleerd hun vijandschap te openbaren. Men spreekt over die extreme leer van de uitverkiezing en verwerping. Ze kunnen beter zeggen dat het jammer is dat God heeft verkoren en verworpen en dat de Heere toch eigenlijk wel erg extreem is. Als ze dat ineens zeggen, dan zijn ze nog eerlijk, al zijn ze dan droevig eerlijk. Maar het is nu eenmaal zo, dat wat de zaligheid is voor de kerk, de

buiten de verkiezing om, want dat is dan pas Evangelie, zoals men zegt. Maar het Evangelie van Christus ontsluit zich pas recht voor een mens die als een heiwaardig mens aan de zijde Gods valt. Al was heel de wereld uitverkoren en hij alleen verworpen, dan had hij niets te zeggen. Maar daar weten nu al die tegenstanders van deze leer niets van. Daarom is er geen plaats bij hen voor Christus, want het is nog nooit zo voor hen geworden, dat iedereen nog zalig kon worden, maar zij niet meer. Maar we breken weer af.

HOPENDE: Ja vriend, we hopen de volgende keer nog wat meer van die Vierde te horen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's