Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antwoord per brief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antwoord per brief

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte Heer W.v.A. te E.,

Allereerst zou ik willen beginnen met u hartelijk dank te zeggen voor het voor mij zo aangename schrijven dat met uw vraag gepaard mocht gaan. U had me al eerder willen schrijven, maar wat u me geschreven hebt, kwam echt nog niet te laat. Ik heb uw meeleven aangevoeld in de weg die ik moet gaan. Ook hebt u me alsnog gefeliciteerd met mijn veertigjarig ambtsjubileum. Uw brief was lang blijven liggen, daar er ook een schroom was die er u van tegenhield om de brief naar me op te sturen. Maar er was een vraag waarop u graag een antwoord zoudt hebben, omdat u een meningsverschil hebt met iemand over wat we lezen in Ruth 4 : 11. En de persoon met wie u dat meningsverschil hebt, heeft u zelf voorgesteld om mij deze vraag te stellen. Nu behoeft dit meningsverschil geen oorzaak van onenigheid te zijn. Het is goed dat men over sommige dingen uit Gods Woord met elkaar van gedachten wisselt. Ook is er niets op tegen als men dan tot het besluit komt om mij die vraag te stellen.

In Ruth 4:11 kunnen we lezen, dat als Boaz Ruth de Moabietische heeft willen lossen en ze daartoe ook als zijn huisvrouw had aanvaard, dat al het volk dat in de poort was, mitsgaders de oudsten, zeiden: Wij zijn getuigen; de Heere make deze vrouw die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van Israël gebouwd hebben". Matthew Henry zegt daarvan: Dat is. God make haar tot een goede huisvrouw en tot een vruchtbare moeder. Ruth was een deugdelijke vrouw en nochtans had zij de gebeden harer vrienden nodig, opdat zij door de genade Gods mocht gemaakt worden tot een zegening voor het huisgezin in 't welke zij intrad. Zij baden, dat zij mocht wezen als Rachel en Lea, veeleer dan als Sara en Rebekka, omdat Sara maar één zoon en Rebekka maar één verbondszoon had, zijnde Ezau de andere, die verworpen werd, maar Rachel en Lea waren vrouwen, die beiden het huis Israels gebouwd hadden, al hun kinderen behoorden tot het verbond en hun nakomelingen waren zeer talrijk". De persoon met wie u hierover een meningsverschil hebt, wil niet geloven dat ook het geestelijk Israël uit Rachel is gebouwd. Er staan immers over Rachel minder gunstige dingen ons beschreven dan over Lea. Jacob had Rachel liever dan Lea, zoals we weten, maar wat opvallend is, dat is dat hij toch aan het einde van zijn leven het als zijn begeerte te kennen heeft gegeven om bij Lea begraven te worden. We weten van Rachel, dat als zij zag dat zij Jacob niet baarde, dat ze tot Jacob heeft gezegd: Geef mij kinderen, of indien niet, zo ben ik dood". Het heeft me ook altijd wat te zeggen, als we lezen dat Ruben düdaïm in het veld gevonden had en die tot zijn moeder Lea bracht, waarop Rachel haar sterke begeerte te kennen gaf om toch ook van haar zoons düdaïm te hebben en daarop Lea beloofde dat haar man bij haar zou mogen liggen. Waar ging het hart van Rachel toch naar uit? Och, we weten ook wel, dat als Jacob van Laban is weggegaan, dat Laban hem achterna gegaan is, met de bedoeling om hem met geweld te dwingen om tot hem terug te keren. De Heere is echter Laban daarin tegengekomen. Toch heeft Laban Jacob achterhaald en heeft hem doen weten dat de Heere tot hem gezegd had: Wacht u van met Jacob te spreken of goed of kwaad". Maar hij heeft aan Jacob wel gevraagd: Waarom hebt gij mijn goden gestolen? " Jacob wist er niet van dat het juist Rachel geweest was die dit gedaan had. Rachel had de terafim genomen en die in eens kemelszadeltuig gelegd. We weten verder de geschiedenis wel. Laban heeft in de tent van Rachel de terafim niet gevonden. Het is wel arm als men zulke goden dient, waarvan men beroofd kan worden. De ware God zullen ze van degenen die Hem in waarheid dienen, nooit kunnen stelen. Laban diende goden die ze van hem stelen konden. En Rachel wilde wel graag zo'n gestolen god bij zich hebben. Jacob heeft tot Laban gezegd: Bij wien gij uw goden vinden zult, laat hem niet leven". Matthew Henry zegt hiervan: Hij sprak mogelijk te haastig en onbedachtzaam. Misschien heeft hij met enige droefheid zijn gedachten daarover laten gaan, toen Rachel, die ze gestolen had, niet lang daarna in de arbeid stierf'. Enkele hoofdstukken verder kunnen we het immers lezen, hoe ze het hard had in haar baren en dat bij de geboorte van Benjamin haar ziel uitging, want zij stierf.

Het moet voor ons genoeg zijn, als we dat lezen, om over Rachel niet zo gunstig te denken wat de staat harer ziel betreft. Daarom kan ik de persoon wel begrijpen die met u van mening verschilt over het bouwen van het huis Israels ook uit Rachel.

Maar we moeten toch wel een beetje verder kijken. We weten toch, dat Jozef, zowel als Benjamin een zoon van Rachel was. En de stammen Efraïm en Manasse, Jozefs zonen, behoorden toch ook tot het volk des verbonds. En in de tijd der Richteren hebben de kinderen van Benjamin zich ook wel niet zo behoorlijk gedragen. Maar deze stam van Benjamin mocht niet afgesneden worden van het geslacht Israels. Paulus was ook uit de stam van Benjamin, zoals hij ons zelf doet weten in Fil. 3 : 5.

Vriend, zouden we daarin dan ook weer niet de genade Gods te heerlijker zien uitblinken? Het is dus niet tegen te spreken, dat de Heere uit Rachel het huis Israels ook geestelijk gebouwd heeft. Het heeft ons ook al zoveel te zeggen, dat aan Benjamin twee namen zijn gegeven, eerst die van Ben-oni en daarna die van Benjamin. Rachel zelfheeft bij haar sterven het kind dat zij stervende baarde Ben-Oni genoemd: zoon mijner smart. Maar hoe opmerkelijk is het dat Jacob hem Benjamin noemde: zoon mijner rechterhand. Deze Benjamin is voor hem in het bijzonder zijn lieveling geworden als hij moest denken dat Jozef door een wild dier verscheurd was.

Ben-oni - Benjamin. Welk een tegenstelling toch! Dit is de tegenstelling waarop geheel Gods Woord ons wijst en die we bij bevinding zullen moeten leren kennen. Van het hoogste kwaad wordt de zondaar gebracht tot het hoogste goed. Zonde en genade zien we hier tegenover elkaar staan. In Paulus hebben we daar toch ook zulk een duidelijk bewijs van. Hij noemt zichzelf de voornaamste der zondaren. Maar in hem was het te zien dat het een getrouw Woord is en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld is gekomen om de zondaren zalig te maken. Vijanden worden met God verzoend door de dood Zijns Zoons. Een Ben-oni wordt een Benjamin.

Och vriend, dat geeft alleen al zoveel te denken. Als een Ben-oni zijn we allen in de wereld gekomen. Tijdelijke en eeuwige ellende zijn we door de zonde onderworpen. En wij worden uit onszelf van geen Ben-oni een Benjamin, net zomin als Paulus uit zichzelf tot zulk een grote verandering in zijn leven gekomen was. Van de verloren zoon is gezegd: „Deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden en hij was verloren en is gevonden". Jacob moest er zijn geliefde Rachel om verliezen, maar het Goddelijk welbehagen laat zich door de mens geen paal en perk stellen. In de stam van Benjamin is er later heel wat gebeurd. Jacob heeft stervende moeten zeggen: „Benjamin zal als een wolf verscheuren". Maar Mozes heeft van Benjamin gezegd: „De beminde des Heeren, hij zal zeker bij Hem wonen. Hij zal hem den gansen dag overdekken en tussen zijn schouders zal hij wonen". Al is de stam van Benjamin bijna uitgeroeid, als gevolg van de uiterste goddeloosheid die er door die stam werd bedreven, toch moest die stam weer tot bloei komen. En een linkse Ehud, ook uit de stam van Benjamin moest Eglon de koning der Moabieten doden. En ook in de strijd van Barak en Debora is Benjamin mee opgetrokken. En ook Saul was uit de stam van Benjamin. Van hem is er ook wel niets goeds te vermelden, maar hij had toch ook nog een Jonathan tot zoon.

Maar ik moet nog ergens anders aan denken. In de kindermoord van Bethlehem, bij de geboorte van Christus, is de profetie van Jeremia in vervulling gegaan. „Er is een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween: Rachel weent over haar kinderen; zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat zij niet zijn". Maar daarop volgt toch: „Zo zegt de Heere: Bedwing uw stem van geween en uw ogen van tranen, want er is loon voor uw arbeid, spreekt de Heere; want zij zullen uit des vijands land wederkomen. En er is verwachting voor uw nakomelingen, spreekt de Heere; want uw kinderen zullen wederkomen tot hun landpale". Op Rachels geschrei wordt in die profetie nog een zinspeling gemaakt, maar er wordt dan daar toch een treffende belofte aan toegevoegd. Ook hebben we nog te denken aan Mordechai, die ook uit de stam van Benjamin was. Esther werd middellijk gebruikt tot het behoud van haar volk. Er is nog meer over de stam van Benjamin te schrijven. Deze stam is de naaste geweest aan de stam van Juda. Eigenlijk was Jeruzalem de hoofdstad van deze stad. In de berijmde Psalmen zingen we:

De vorsten van elks huisgezin. Zij trekken aan: hier Benjamin; Schoon klein, hij mocht regeren.

Ik heb u nu maar even bij Benjamin bepaald, de zoon van Rachel, die ze stervende baarde. Ook zou ik nog wel heel wat kunnen schrijven over Efraïm en Manasse, de beide zonen van Jozef. Wat ik geschreven heb, moet genoeg zijn om aan te tonen dat het huis

Israels uit Rachel zowel als uit Lea gebouwd is en dat ook geestelijker wijze. U hebt me zelf een gedeelte uit een verklaring van een schrijver toegestuurd, waarin er opmerkzaam op wordt gemaakt dat zelfs Rachel nog voor Lea wordt genoemd. Er zijn ook mooie opmerkingen in die verklaring te lezen. Wat die schrijver opmerkt, komt op hetzelfde neer als waarop ik u nu heb willen wijzen.

De Heere heeft ook uit Rachel het huis Israels gebouwd. Dat staat vast. En de Heere heeft altijd in de middellijke weg willen werken. Israël was het oude bondsvolk. Dat volk leefde onder de bediening van Gods verbond. In de middellijke weg bracht de Heere uit Israël de Zijnen toe, ook uit het geslacht van Rachel. Benjamin is aan het huis van David getrouw gebleven. Zo is Benjamin ook met Juda in de ballingschap terechtgekomen. Maar dan ook is Benjamin met Juda uit die ballingschap teruggekeerd. En zo zien we geheel het lijden van Christus zich ook onder Benjamin afspelen.

In Christus zien we Ben-oni en Benjamin met elkaar verenigd. Christus heeft als een Ben-oni een Man der smarten voor Benjamin willen zijn. Maar zo heeft hij de schuld van Ben-oni verzoend. Maar in Christus zien we dan ook Ben-oni gesteld tot de zoon van Gods rechterhand, als die diep vernederde Borg weer aan de rechterhand des Vaders is verheven. Christus blijft nu eeuwig de Zoon van Gods rechterhand. Hij is alle smarten te boven. En Benjamin zal ook eeuwig mogen ervaren, dat er verzadiging van vreugde is voor Gods aangezicht; lieflijkheden in Zijn rechterhand, eeuwiglijk.

Och vriend, de vraag die u me hebt gesteld, geeft me zowaar weer heel wat te overdenken. Ik ben ook als een Ben-oni in de wereld gekomen. En u ook. Ja, elk mens komt zo in de wereld. Maar wat is het toch een wonder als een Ben-oni een Benjamin mag worden. Het geeft toch wel heel wat te denken, als Jacob bij de geboorte van zijn jongste zoon, niet aan de wens van zijn stervende geliefde Rachel heeft voldaan. Zoals Matthew Henry zegt, heeft Jacob de droeve nagedachtenis niet willen verlevendigen, door dit kind gedurig bij de naam te noemen die zijn moeder hem stervende gaf. Maar ik kan niet anders denken of Jacob heeft verder mogen zien. En dat in zulk een droevig geval als er nu plaats vond. Het huis van Israël zou uit Rachel gebouwd worden, ook dus uit deze Benjamin.

Zult G'uit den dood ons niet herleven doen ?

Ben-oni blijft mijn oude naam. Daar ben ik zeker van. En veeltijds kan ik niet anders denken dan dat dit mijn enige naam is. Als men een nieuwgeboren mens mag zijn, dan is er sprake van een oude en een nieuwe mens. Maar als Rachel aan het woord is, dan blijft het bij Ben-oni. Rachel spreekt naar het vlees. Jacob moet er bij komen met de geest des geloofs om mij te doen geloven dat mijn naam ook Benjamin is. Dan mag ik geloven dat een mens die uit het vlees geboren en in zichzelf niet anders dan vleselijk is en blijft, toch nog eens eeuwig de zoon van Gods rechterhand zal mogen zijn. Een hellewicht gaat naar dë hemel toe. Dat weet ik heel goed, maar ik kan het alleen voor mezelf niet zoveel geloven. U hebt me bij uw vraag een hartelijke brief geschreven. Een brief die van innig meeleven getuigde. Ik zat juist in mijn ellende de profetie van Jeremia te lezen en ik was tot aan het 20e hoofdstuk gekomen. We horen hem daar zeggen: „Vervloekt zij de dag, op welken ik geboren ben; de dag, op welken mijn moeder mij gebaard heeft, zij niet gezegend! Vervloekt zij de man, die mijn vader geboodschapt heeft, zeggende: U is een jonge zoon geboren, verblijdende hem grotelijks". Het is bij mij ook weleens zovergeweest dat ik hetzelfde heb gezegd. En in mijn droeve omstandigheden waarin ik thans veelal verkeer, kon ik er Jeremia wel in volgen, al bleef ik er nu voor bewaard om het hem na te zeggen. Ben-oni. Tot moeite geboren! En rechtvaardig zou het zijn, als het bij een eeuwige smart moest blijven. En werkelijk, de oude natuur verandert echt niet van een Ben-oni in een Benjamin. Dat is Ben-oni en dat blijft Ben-oni. Maar de oorzaak van alle smart is bij mezelf te vinden. Het voorwerp van Gods toorn, reeds van het uur van mijn ontvangenis af. En daarom bijna al gestorven in de geboorte. En verder in het leven al duizenden doden gestorven. Wat zal het toch een wonder zijn, als zo'n mens zalig wordt! En dat ook omdat Rachels afgoderij en smartelijke dood die Goddelijke begunstigingen naar dat eeuwig welbehagen niet in de weg stonden. „Uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethietische". Het heeft de Heere niet in de weg gestaan. En mijn oude natuur staat Hem ook nog niet in de weg. Wel het strelen van de oude natuur, maar het zuchten daaronder hoort de Heere gaarne. En dan wil Hij ook het liefst dat zulk een Ben-oni in de verfoeiing van zichzelf als kind tot Hem als Vader nadert. Ik geloof dat ik dat pas nog heb ervaren. Dat is iets wonderlijks. De overgebleven zonden vervullen het hart zo gauw met bange vrees voor God als een rechterlijke Majesteit. Maar het is de Heere het meest behagelijk als we als een ondeugend kind tot Hem als vader naderen. We moeten dan geloven dat we geen Ben-oni, maar Benjamin heten. Wel raken we Ben-oni hier nooit kwijt. Straks is de kerk Ben-oni kwijt. Voor eeuwig! En dan zal het eeuwig Benjamin zijn. O, wat zal die verlossing van de oude mens toch een grote verlossing zijn! Maar dan zal in die nieuwe naam ook eeuwig afstralen de heerlijkheid van Hem, Die aan de rechterhand des Vaders is gezeten. Hij is een Ben-oni geworden voor een mens die eeuwig een Ben-oni had moeten zijn. Maar die vernedering is Hij voorgoed te boven. Daar zal de kerk zich eeuwig in verheugen.

Hij, de Vorst der aard'. Is die hulde waard.

Vriend, ik ga stoppen. Nogmaals laat ik u weten dat uw hartelijk schrijven mij goed gedaan heeft. En de Heere moge uw wens in vervulling doen gaan. Voor mezelf heeft het leven geen waarde meer. Maar de Heere mocht me nog ten goede van Zijn kerk willen gebruiken en alzo ons onder alle moeilijke omstandigheden nog willen sterken in mijn zo'n gewichtige en voor mij steeds meer onmogelijke arbeid. Zo stelle de Heere me nog tot een - zoon Zijner rechterhand, al moet ik wat mijn afkomst betreft ook bij Rachel terechtkomen. Maar als Rachels huis gebouwd wordt, dan zal het alleen naar dat eeuwig Goddelijk welbehagen zijn. De Heere doe u ook zo een Benjamin zijn. Dan zult ge wéten waar ge u eeuwig in beroemen zult.

Hartelijk gegroet en Gode bevolen!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Antwoord per brief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's