Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit gelooftot geloof; gelijk geschreven is: aar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Romeinen 1:17.

HOPENDE: e zouden dus nog een keer onze aandacht willen geven aan Romeinen 1:17. We hebben de vorige keer met elkaar nagegaan, hoe het Evangelie een kracht Gods is tot zaligheid een iegelijk die gelooft. De rechtvaardigheid Gods wordt in dat Evangelie geopenbaard uit gelooftot geloof. De rechtvaardigheid Gods, zoals die door Christus volkomen voldaan en bevredigd is, wordt in dat Evangelie geopenbaard. En zo is dat Evangelie een kracht Gods tot zaligheid. Maar dan ook voor een iegelijk die gelooft. Die zalig worden, worden uit het geloof en niet door de werken zalig. Dat is het waarop de apostel in het bijzonder ook in deze zendbrief zo met alle nadruk wijst. Hij zegt hier in de tekst, dat de rechtvaardigheid Gods in het Evangelie geopenbaard wordt uit gelooftot geloof. Het geloof omhelst die dierbare waarheid, dat men alleen in de aanschouwing van Christus' gerechtigheid voor God rechtvaardig is. En als de apostel nu spreekt over uit geloof en tot geloof, dan geeft ons dat ook weer heel wat te overdenken. Er is een voortgang in de weg des geloofs. Die aanvankelijk tot het geloof in Christus mogen komen, mogen een weg bewandelen, waarin ze mogen voortgaan tot het einde van hun leven toe.

UITZIENDE: Dat geeft ons zeker heel wat te overdenken. De apostel laat hier de gelovige Romeinen weten, dat zij door Gods genade tot het geloof in Christus als de reeds langbeloofde en nu in de wereld gekomen Zaligmaker waren gebracht. Maar nu kon het daar niet bij blijven. De leer der zaligheid die ze hadden mogen omhelzen, zou hen steeds dierbaarder moeten worden. En die leer zal ook de ziel in een weg van doorgaande ontdekking steeds dierbaarder worden. Och vriend, dat kan ik met vrijmoedigheid zeggen, dat ik steeds vastere gangen in de zuivere leer van Gods getuigenis heb mogen krijgen. Hoe ouder dat ik word, hoe meer ik ervan overtuigd word, dat het niet anders dan de zuivere onvervalste Waarheid is, die ik altijd hebben mogen voorstaan. Met die Waarheid ben ik ook nog nooit beschaamd uitgekomen. Maar ik ben ook steeds meer aan de weet gekomen, dat het alleen de vrije genade Gods is waardoor de zondaar zalig wordt. Er schiet van de mens niets over in de weg van doorgaande ontdekking. Maar het geloof is en blijft een gave Gods. Daar ben ik ook wel achter gekomen. Hoe ouder dat men wordt en hoe meer men zichzelf leert kennen, hoe meer men het nodig heeft dat de Heere Zelfde ziel het geloof schenkt om zich daardoor te verlaten op de vrije soevereine genade Gods. De weg die men moet gaan, wordt van 's mensen kant toch steeds meer zo onbegaanbaar. Door steeds diepere dalen wordt men door Gods hand geleid en steeds meer is men aan satans scherpe pijlen en listen onderworpen. En hoe weet hij er steeds maar gebruik van te malden, dat men nog zo'n Gode vijandige en verdorven natuur omdraagt. Een natuur die het met God niet eens kan zijn, als men door Hem in een weg geleid wordt die voor het vlees niet zo aangenaam is. Vroeger konden de boze lusten van het vlees de ziel benauwen en de vijand aanleiding geven tot een sterke verzoeking en ook tot een bange bestrijding, maar wanneer bij het ouder worden de lust vergaat die er vroeger was, dan weet hij van de gebreken des ouderdoms gebruik te maken om de ziel ermee aan te vallen dat zo nooit de weg des Heeren met Zijn volk kan zijn. En och vriend, ik wil u dan wel eerlijk zeggen, dat het steeds moeilijker gaat vallen om het schild des geloofs omhoog te heffen. Dat is het schild waarop alle vurige pijlen van de vijand worden uitgeblust. Maar met die pijlen zal men toch ook kennis moeten maken. En we zullen dan wel weten dat die helse vijand heel wat pijlen op zijn boog heeft. Ik moet steeds meer denken aan de betekenis van de woorden die we in Hellenbroeks vragenboekje kunnen vinden, als hij schrijft dat vroeger satans listen minder waren. Satans listen zijn dus met het toenemen van de jaren en eeuwen van het bestaan der wereld steeds meer geworden. Hij heeft de gangen Gods met Zijn volk nagegaan en zo weet hij met allerlei helse inblazingen waar men niet op berekend is, de ziel op het werk van Gods genade aan te vallen. Maar altijd draait het in die bestrijdingen maar om diezelfde zaak, namelijk de vrije genade Gods waardoor de zondaar zalig wordt.

HOPENDE: Och vriend, als ik je zo hoor spreken, dan kan ik wel zeggen dat dit voor mijn ziel ook nog een ademtocht is. Men kan het steeds minder zien, dat de weg die men moet gaan de weg des Heeren met zijn volk is. En de vijand weet ook het tegenovergestelde daarvan voor de ziel voor ogen te stellen. De teksten staan hem in Gods Woord tot zijn beschikking om de ziel erop te wijzen dat de weg die men moet gaan, de weg van de hypocrieten en van de tij dgelovigen is. En hef dan het schild des geloofs maar op en hanteer dan het Woord van God maar, om het tegenovergestelde daarvan de vijand voor ogen te houden. En toch, het geloof door God in de ziel geplant, is een wereldoverwinnend geloof Dat geloof gaat door trots de verzoekingen en de listen van de hel, die zo machtig veel kunnen zijn. En het geloof blijft zich richten op de vrije soevereine genade Gods. En zo is er sprake van uit geloof tot geloof. En zo voegt de apostel er dan ook aan toe: "Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven". Deze woorden kunnen we vinden in de profetie v^n Habakuk. In betrekking tot de komst van Christus hadden deze woorden de Oud-Testamentisch gelovigen zeer veel te zeggen. Habakuk heeft aan die woorden wat doen voorafgaan. We lezen in Habakuk 2: "Want het gezicht zal nog tot een bestemden tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen, en niet liegen; zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen, en niet achterblijven. Zie, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem". In deze laatste woorden spreekt Habakuk over rechtvaardigen, die in eigen ogen rechtvaardig zijn. Zo worden dus in die tekst tweeërlei rechtvaardigen tegenover elkaar gesteld. De rechtvaardigen in eigen ogen verheffen zich. Zij hebben het niet nodig, om door de gerechtigheid van die gezegende Borg gezaligd te worden. De ware !^essias' verwachting was dan ook in Habakuks tijd bij velen al ver zoek. Maar er waren ook nog rechtvaardigen. In tegenstelling van die zichzelf verheffende Joden, die rijk en verrijkt in zichzelf waren en er dus niet van wisten om uit de ware geestelijke armoede tot Christus' gerechtigheid de toevlucht te nemen, zouden de ware rechtvaardigen uit hun geestelijke armoede zich op de gerechtigheid van Christus verlaten en alzo Zijn komst blijven verbeiden. En nu zegt de profeet, dat die rechtvaardigen door dat geloof zouden leven.

UITZIENDE: Het leven is dus aan die geloofswerkzaamheid verbonden. De geloofswerkzaamheid is dus een andere werkzaamheid dan die er is bij de rechtvaardigen in eigen oog. Voor de ware rechtvaardige is er dus geen leven te vinden voor de ziel in een weg van eigen werk. Die rechtvaardige heeft een andere grond van zaligheid en behoudenis in het oog gekregen. Zo heeft die rechtvaardige het leven mogen vinden in de ontsluiting van de dierbare inhoud van Gods beloften. Beloften en werken stelt de apostel in de Galatenbrief tegenover elkaar. De gelovigen van de oude dag hebben zich op de beloften Gods mogen verlaten in de omhelzing van de genade Gods in de Christus Die nog in het vlees moest komen. Het is dat aanbiddelijke wonder dat het geloof aanvaardt, dat 'n goddeloze zondaar uit genade zalig wordt door de gerechtigheid van die dierbare Middelaar. De ontdekking van die verborgenheid ontsluit voor de doodschuldige zondaar de enige weg van behoudenis. Die moet erkennen, dat als God in het recht zou treden en zijn ongerechtigheden zou gadeslaan, dat hij dan geen ogenblik voor die God zou kunnen bestaan. Men zou moeten wegzinken in een eeuwig verderf. Maar nu heeft men het leven uit genade mogen vinden door het geloof in Christus. Hier kwam geloof in mee. Hier dreef de liefde de twijfel uit. De ziel mocht de kracht van de dierbare inhoud van Gods beloften ervaren. Dat was enkel leven voor de ziel. En dat zeker, als die dierbare Persoon Zich als door de traliën en vensters van het Evangelie in al Zijn Middelaarsgraveerselen aan de ziel heeft willen ontdekken. Het geloof deed de ziel toen tot Hem uitgaan en in Hem het leven vinden. Hoe dierbaar was Zijn openbaring aan de ziel. Maar nu zal men ook moeten weten hoe al de beloften Gods in Hem ja en amen zijn, Gode tot lof en heerlijkheid. Het geloof in de beloften Gods wordt beproefd. Dat geloof is echter wel zeer gelukkig geen geloof van eigen werking. In Habakuks profetie lezen, we: "maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven". Dat wil echter niet zeggen, dat het een geloof van die rechtvaardige zelf is.

HOPENDE: Het is eri blijft een geschonken geloof. En dan ookzijn geloof, daar het zijn persoonlijk bezit is. Och vriend, over dat leven door het geloof is nog wel wat te zeggen. Laten we dat dan voor de volgende keer bewaren, want het is nu weer tijd om naar huis te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's