Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waardeloos

Men verwachtte van deze Terzijde geen grondige verhandeling waarin nu eens alle vraagstukken betreffende verzekering en vaccinatie op afdoende wijze worden beantwoord. Dat is niet zomaar in een handomdraai te doen. Het heeft een andere reden dat wij erover schrijven. Dat zal in de loop van dit stuk wel duidelijk worden.

We stellen vast dat er mensen zijn, die in hun geweten bezwaard zijn om mee te doen met de verzekering of met de vaccinatie. We zullen ons nu verder tot de verzekering beperken.

Alweer, dan kan het onderscheiden liggen. Want wat is nu verzekering, en wat is het niet? Dit ligt bepaald niet altijd zo eenvoudig. Niet alles wat de overheid in haar sociale wetgeving met het woord "verzekering" betitelt, is verzekering in - laat ik nu maar even zeggen - godsdienstige betekenis van het woord.

Wat de een verzekering noemt, behoeft voor de ander nog niet verzekering te zijn. Zodoende kunnen de gewetensbeslissingen individueel verschillend liggen. Maar nogmaals, over deze dingen te schrijven, gaat het ons nu niet.

Onlangs kwam in het blad "Terdege" (van 20 november) de vraag aan de orde "Is inenten verkeerd en mag je je verzekeren? " Degene die deze vraag beantwoordde, begon met "Bedenk hoe gelukkig Gods kinderen zijn. Zij hebben een Vader in de hemel Die alle macht heeft!" Een kind maakt zich nooit zorgen voor morgen. Zo is het in het leven van het kinderlijke geloof. Vanuit deze gezindheid hoeft een christen zich niet te verzekeren bij een aardse bank. Zo'n christen is niet tegen verzekeren, maar hij is voor de beste verzekering. Hij is verzekerd bij zijn hemelse Vader. Dat kost geen premie en de uitbetaling valt ook nooit tegen. De schrijver wijst op voorvallen uit het leven van Huntington en anderen. Hij zegt dat het voor de Heere geen groter wonder is om in honderdduizend gulden te voorzien dan om honderd gulden te geven. "Dit is het geloofsvertrouwen dat voor veel christenen aanleiding is om zich niet te verzekeren, maar om het op de Heere alleen te wagen. Is het niet een vertrouwen om jaloers op te worden? Zulke christenen zeggen niet dat zij zich niet mogen verzekeren, maar dat zij zich niet hoeven te verzekeren. Het is geen wetticisme dat hen ertoe drijft, " enz. Schone taal.

Vervolgens wijst hij er ook op, dat het verzekeringssysteem het beoefenen van naastenliefde in de weg staat. Van harte mee eens.

Maar dan gaat hij verder: "Er zijn ook mensen die zich niet verzekeren, terwijl zij belijden geen kind van de hemelse Vader te zijn. Het voorzienigheidsgeloof kan nooit buiten de verhouding Vader­ kind omgaan. Als we menen heel rechtzinnig en degelijk te zijn door ons niet te verzekeren, is het waardeloos. We kunnen ons alléén niet verzekeren als we reeds verzekerd zijn, namelijk bij de hemelse bank."

En daarmee is hij ontspoord en is het artikel dat zo schoon begon, een gevaarlijke misser geworden.

Want wat is de conclusie die velen nu zullen trekken? O, dus niet-verzekeren is alleen voor mensen die zo hoogbegenadigd zijn dat zij God hun Vader mogen en kunnen noemen. Maar daar mag en kan ik mijzelf niet toe rekenen. Dan kan ik dus wel verzekerd zijn. Ja, ik moet het zelfs zijn. Want het is maar waardeloos - het staat er letterlijk zo - wanneer ik niet verzekerd ben. Ik mag zelfs niet onverzekerd zijn. Want - en we herhalen nog eens wat er in Terdege werd geponeerd: "We kunnen ons alléén niet verzekeren als we reeds verzekerd zijn, namelijk bij de hemelse bank".

En nu weet ik wel, dat de schrijver er nog wat aan toevoegt, namelijk dit: "Als we moeten zeggen een vreemdeling te zijn van Gods genade, dan is het hoog tijd dat dit goedkomt. Haast je en spoedje om wille van je eeuwige toekomst. De Zaligmaker is betrouwbaar, juist ook in geestelijke belangen. Werp het gewicht van je onsterfelijke ziel op Hem en Hij zal het maken." Alle nadruk wordt gelegd op de eis des geloofs. Evenwel, er zijn toch ook mensen - en wellicht wel juist onder diegenen die verzekering in hun geweten niet kunnen verantwoorden - die moeten zeggen: Ja, die eis des geloofs is er inderdaad; maar nu de volstrekte onmogelijkheid van onze kant om te kunnen geloven! Een volk dat ook zo bang is, om met die eis des geloofs te gaan werken op een manier dat men zichzelf een geloof gaat aanpraten, een beredeneerd geloof zonder dat de mens echt kennis gekregen heeft aan zijn geestelijke doodstaat. Deze strik van de satan verslaat in onze donkere dagen zijn duizenden.

Voor dezulken heeft de schrijver in Terdege blijkbaar geen begrip. Zulken doen waardeloos, als zij zich niet bij een aardse bank verzekeren. Hij weet blijkbaar maar van twee soorten niet-verzekerden: zij die zoveel geloofsvertrouwen hebben dat zij zich verzekerd weten bij God als hun hemelse Vader (en het is opmerkelijk dat de waarschuwing voor zelfmisleiding ontbreekt in dit verband), of zij die zich niet verzekeren uit wetticisme of om heel rechtzinnig en degelijk te lijken. Dat laatste noemt hij allemaal waardeloos.

Blijkbaar ziet hij geheel over het hoofd dat er nog een andere reden kan zijn om zich niet te verzekeren. Wat is namelijk het uitgangspunt van het verzekeringsstelsel? Het woord zegt het al: wie zich verzekert, wil zich zeker stellen, tegen de slaande hand Gods.

Of het nu gaat om ziekteverzekering, of brandverzekering, om nu maar twee van de meest voorkomende te noemen en ons daartoe te beperken, dan is het toch zo, dat men zich met berekeningen wil wapenen tegen de bezoekingen die de Heere zendt. Door een omslagstelsel met premiebetaling spreidt men de geldelijke schade over velen. Men wapent zich bij voorbaat tegen bezoekingen Gods die misschien niet eens zullen komen. Hierin spreekt de menselijke hooghartigheid. Men behoeft niet meer te vrezen voor de slaande hand Gods, want in een vals zelfvertrouwen heeft men zich ertegen gewapend door zijn betrouwen te stellen op het verzekeringsstelsel.

En nu zijn er mensen in Nederland, die er in hun conciëntie van overtuigd zijn, dat zulk een stelsel in strijd is met het geloof in het bestel van de almachtige God. Mensen die God niet durven verzoeken terzake van de rampen des levens, en niet zondig willen vooruitlopen op Zijn bestel. Neen, het is geen "valse lijdelijkheid" die hen drijft, zoals velen smalend zeggen; dat blijkt wel uit hun verdere doen, hun arbeid en de inspanning hunner krachten om te doen wat de hand vindt om te doen. Maar met het verzekeringsstelsel kunnen zij niet meegaan, omdat zij het zien als een uiting van de overmoed van het ongeloof dat in eigenhulp roemt en meent zich tegen God te kunnen dekken, dat niet meer bang is voor Zijn vloek en oordelen, dat voor Zijn majesteit niet meer eerbiedig buigt, want geld en goed zijn bevestigd. Neen, God hun hemelse Vader noemen, dat durven, dat kunnen, dat mogen zij niet. Zij weten niet te spreken van een "verzekering bij de hemelbank". Maar toch verbiedt hun consciëntie hen, om het oordeel Gods op zulk een vermetele en dus zondige wijze tegen te gaan, waar Hij toch rampen en tegenheden zendt om te straffen en te kastijden, en zij gevoelen dat zij dan onder dat welverdiende oordeel hebben te buigen. Het is de vrees om de Heere in Zijn hoogheid en majesteit niet aan te randen. Het is de vrees om niet te zijn als Kaïn, van wie we lezen dat hij zich een stad bouwde (Gen. 4:17) en dan zegt de kanttekening er zo opmerkelijk van: Dat is, hij was bezig om een stad te bouwen tot zijn verzekering, door vrees zijner consciëntie. De vrome patriarchen woonden meest in hutten, niet in steden, Hebr. 11 : 9, 10."

Voor deze reden om niet mee te durven gaan met het verzekeringsstelsel heeft het stellige christendom onzer dagen geen oog meer. "Waardeloos" wordt dat tegenwoordig in een reformatorisch opinieblad genoemd. Och, dat behoeft men tegen deze mensen niet eens te zeggen. "Waardeloos", dat weten zij zelf ook wel. Zij kunnen, als ze niet anders hebben dan dat, er nimmer mee voor God bestaan. Maar toch weten ze geen andere weg.

Het is een ergerlijk heersen over andermans consciëntie, als men deze reden om tegen verzekering te zijn, van de tafel veegt. Terwijl dan daarbij de uitwerking ook nog is, dat zulk geschrijf voor sommi-, gen, die tot nu toe door opvoeding of voorbeelden van een godvruchtig voorgeslacht nog altijd weerhouden werden van verzekering (en waarom zou dat waardeloos genoemd moeten worden? ), de laatste verhindering weg zou kunnen nemen zodat men zich ook maar gaat verzekeren.

Is het toevallig, dat naast genoemd artikel in Terdege een pagina-grote advertentie in kleur praalde voor een ziektekostenverzekering?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's