Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De hand des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hand des Heeren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Uw hand strekt Gij uit tegen den toorn mijner vijanden, en Uw rechterhand behoudt mij.

Psalm 138 : 7b.

Geliefden, Zo zagen wij dat David zijn roem mocht vinden in de onveranderlijkheid en de trouw des Heeren. O, als ik wandel in het midden der benauwdheid, maakt Gij, o Heere, mij levend. Dat is toch een dierbare zaak, geliefden. Omringd van benauwdheden en dan zich in de Heere te verblijden met een verlevendigde zielsgestalte. Dat is voor de wijzen en verstandigen verborgen, ja, een dwaasheid in hun ogen. Maar voor het ware volk dat zulks te beurt mag vallen, is het een zoete en zalige zielsgesteldheid. Ja, een geloofswerkzaamheid welke is door de liefde werkende. "Als ik omringd door tegenspoed, bezwijken moet, schenkt Gij mij leven. Is het dat mijn vijands gramschap brandt, Uw rechterhand zal redding geven." Wat wordt dat meest maar gedachteloos gezongen. En die schier niet weten van in-en uitwendige druk, zingen het hardst. En dat arme volk moet zuchten: "O Heere, dat ik daar nog eens mocht komen". Meest zo onverenigd met de weg die God komt te houden. Nee, dan wil het vlees echt niet in een enge band. Het is toch zo gaarne in een ruime stand. Doch nu is het ook wel weer zo, dat als de verdrukking aanwezig is, het dan geen zaak van vreugde is. Het moet er eerst maar eens zijn. Dan komt men er wel achter wie en wat hij is. Maar David mocht eens hogerop zien. Dat is nog eens gebeurd in zijn leven. Toen Ziklag in puin lag en alles was weggeroofd door de vijanden en zijn vrienden spraken om hem te stenigen, toen mocht David zich sterken in de Heere zijn God. Als dat praktijk mag worden, dan is er geen kwaad bij en komt er geen steen van de grond. In ons tekstvers mocht hij ook zeggen: "Uw hand strekt Gij uit tegen den toorn mijnervijanden". Daar behoefde hij zelf niets aan te doen. O, wat een gemak voor de ziel als men het eens uit de handen mag geven. En ervaren mag dat de Heere de zaken overneemt. Dan is het uw zaak niet meer, maar dan is het Gods zaak geworden. En dan zal Hij het uitwerken tot Zijn eer, tot verlossingen Zijns volks en tot beschaming der vijanden. Dat heeft Saul ondervonden en dat heeft Absalom ondervonden. Ja, eenmaal zullen al de vijanden van Gods volk dat ondervinden. De vijanden hadden het op de ondergang van David aangelegd, doch de Heere bewaarde hem en verloste hem uit al zijn benauwdheden. Maar wat hadden de vijanden het ook op de ondergang van de meerdere David aangelegd. Hij was wel door de bepaalde raad en voorkennis Gods overgegeven, maar toch zegt Petrus: "Dezen hebt gij genomen en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood". Over Hem hebben zij geroepen: "Weg met Dezen, kruist Hem! Het is niet behoorlijk dat Hij leve! Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen." En al is het dat de Middelaar dit alles borgtochtelijk heeft willen ondergaan tot verlossing Zijner uitverkorenen, de Heere heeft Zijn hand uitgestrekt tegen de toom Zijner vijanden. Veertig jaren later werden stad en tempel verwoest en het volk bij duizenden omgebracht. "Want, " zegt de dichter: "Uw hand zal al Uwe haters vinden". Maar wat zal het dan ook zijn om onbekeerd en onverzoend God in de handen te moeten vallen. Daar is wat tegen het koningschap van David en zijn huis aangekomen. Vele vijanden hebben hem van alle kanten benauwd en bekampt. Doch zijn boog is in stijvigheid gebleven. De Heere was met hem en de God Jakobs was zijn hoog Vertrek. Dat deed David dan ook zeggen: "Uw hand strekt Gij uit tegen den toorn mijner vijanden". Dan zullen zij zijn als kaf dat wegstuift voor de wind. En als dat ook in het leven der ziel mag ervaren worden, dan gaat het over de inwendige vijanden, welke de ziel zo kunnen benauwen en van de ware troost beroven. Doch als dan de Heere Zijn hand uitstrekt tegenover die wederpartijders, dan moeten zij achterwaarts keren en mag de ziel weer eens ervaren: "Uw rechterhand behoudt mij". Dan is de rechterhand des Heeren zeer verhoogd tot deze tijd. Dan mag de ware Kerk zingen van Zijn hand, sterk, die alle dingen, krachtiglijk overwint, o Heere. Uw rechterhand behoudt mij. En nu wijst de rechterhand ons allereerst op kracht. En dat is bij de Heere almacht. "De rechterhand des Heeren doet krachtige daden; de rechterhand des Heeren is verhoogd, de rechterhand des Heeren doet krachtige daden." Zo roemt Gods volk in Psalm 118. Door Zijn rechterhand houdt de Heere alles in stand en doet alles zijn en blijven in hun wezen. Doch inzonderheid is Zijn rechterhand uitgestrekt over Zijn volk. Hij bewaart hen, leidt hen en onderhoudt Zijn werk in hen. Hij bedekt hen onder de schaduw van Zijn hand en legt Zijn woorden in hun mond. Dat mag nog wel eens ervaren worden door Zijn knechten. En sterkt hen bij wijlen in de bediening. Dat doet hen wel eens ervaren met de dichter uit Psalm 27: "Hadt Gij mij dien troost niet laten verwerven, dat ik nog in dit leven zou ontvaan, 't gebruik Uwer goederen vóór mijn sterven, ik waar onder den last des druks vergaan." Maar Uw rechterhand behoudt mij. Draagt, verlost en redt. De Koning behoudt het veld tegenover de vijanden met ere. Als dat weer eens geloofd mag worden, dan mag de ziel zich weer eens kinderlijk op de Heere verlaten. En met alle lasten en pakken op Hem zinken als op de enige Rotssteen Wiens werk alleen volkomen is. O, om er dan met eigen werk en woelingen weer eens uitgezet te worden en dan te ervaren: "Uw hand strekt Gij uit tegen den toom mijner vijanden, en Uw rechterhand behoudt mij". Dan komt de Kerk niet beschaamd uit met de Heere, maar met zichzelf wel duizendmaal. Maar zo mocht nu ook de Middelaar Zijn vertrouwen stellen op Zijn Vader en is niet beschaamd uitgekomen. Zijns Vaders rechterhand heeft Hem behouden en verlost uit de banden des doods, alzo Hij van diezelve dood niet kon gehouden worden. Daar Hij het recht volkomen heeft verheerlijkt en al Gods deugden opgeluisterd en de Zijnen verlost uit de staat des doods door lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid. Voor Hem heeft het als Middelaar gegolden: "Uw rechterhand behoudt Mij". Want Zijn Godheid heeft Hem ondersteund in dat ontzaglijke lij den dat over Hem gekomen is en waaraan Hij Zich vrijwillig heeft onderworpen, doende de wil Zijns Vaders. Het leven heeft Hij van Hem begeerd en de Heere heeft het Hem gegeven. Lengte van dagen; eeuwiglijk en altoos. Want Uw rechterhand behoudt Mij. En zo zal nu de uitverkoren zondaar door Hem behouden worden en bewaard in Zijn kracht door het geloof Wat is dan toch dat volk gelukkig. Zij hebben wel gedurig te strijden tegen een driehoofdige vijand, doch de Heere zal eindelijk de overhand geven en Zijn hand uitstrekken tegen de toorn hunner vijanden. Maar Zijn rechterhand zal zijn over Zijn erfdeel om hen te behouden. Welnu, dat wij nog als vijanden met God verzoend mochten worden eer Zijn toorn ons verdelgen zal van voor Zijn ogen. Daartoe doe des Heeren rechterhand krachtige daden en verlosse Israël uit al zijn benauwdheden en doe ervaren dat de Heere hunlieder sterkte is. Amen.

Ederveen

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1992

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De hand des Heeren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1992

De Wachter Sions | 8 Pagina's