De wapenrusting Gods

"Uw lendenen omgord hebbende met de waarheid." (Efeze 6 : 14b).

177.

Sommigen zeggen, dat het zekerste middel om slaapzucht te genezen is, haar in koorts te verkeren. Gewis, de veiligste manier om met de geveinsde om te gaan is hem van zijn valse vrede te brengen tot een diep besef van zijn wezenlijke ellende. Laat dit dan uw eerste werk zijn. Bezie uw zonde in haar zwartste kleur, en laat uw ziel er rouw over bedrijven. Als iemand door de priester - die over gevallen van melaatsheid had te oordelen - onrein werd verklaard, dan moest zulk een melaatse zijn klederen scheuren, blootshoofds gaan, zich de bovenlip bedekken - welke ceremonieën allen door de rouwbedrijvende werden in acht genomen - en "Onrein! Onrein!" roepen, Leviticus 13 : 45. Evenzo moet gij, als een waar rouwbedrijvende, nederzitten en de plage van uw hart bewenen. Slaak de bittere kreet van "Onrein! Onrein!" Vanwege uw geveinsd hart zijt gij niet geschikt om tot God of Zijn heiligen te naderen, moet gij u, als een melaatse van Hem en van hen afzonderlijk houden. Indien gij door zulk een afzichtelijke, walgelijke krankheid waart aangetast, dat gij tot zelfs de zetel verontreinigt, waarop gij nederzit, en vuilheid werpt op alles, dat in uw nabijheid is - zelfs op de spijze, die gij eet en in de beker, waaruit gij drinkt - zodat iedereen uw onrein gezelschap mijdt, hoe groot zou dan niet uw smart zijn, als gij eenzaam en verlaten nederzit en uw treurige toestand overdenkt! In zulk een toestand nu zijt gij door uw geveinsdheid gekomen. Het is een plage, die Gode meer weerzin inboezemt, dan zulk een krankheid weerzin verwekt bij de mensen. Als een vuile zweer gaat zij door al de plichten, die gij waarneemt; vertoont zij zich door alle fraaie bedekselen heen, waarmede gij u omhult; verontreinigt zij dezen en ook uzelf, en daarom zal God, zolang gij een geveinsde blijft, even spoedig een offer aannemen uit de hand des duivels als uit de uwe. En voorts: indien Gods heiligen, bij wie gij wellicht zoveel krediet hebt, dat zij u voor heden in hun midden toelaten, u slechts kenden, dan zouden zij evenveel haast maken om uit uw gezelschap weg te komen, als uit het gezelschap van iemand, bij wien zij de tekenen der pest waarnemen. Maar al zou uw plage ook onbekend blijven tot aan uw dood, zodat gij uw reputatie bij hen staande houdt, ja mogelijk na uw dood door hen voor heilig wordt verklaard - zal het u dan gelukkig maken in de hel, dat er zo goed van u wordt gesproken op de aarde? "O arme Aristoteles!" zei eens iemand, "gij wordt geprezen waar gij niet zijt, en gij wordt verbrand, waar gij wèl zijt!" Hij bedoelde, dat het voor die grote heidense wijsgeer een armzalige troost moet zijn, dat hij door de geleerden, die zijn roem van geslacht tot geslacht hebben voortgeplant, wordt bewonderd, indien hij intussen ellendig en rampzalig is in de andere wereld. Evenzo ook gij, o arme geveinsde, die op aarde onder de heiligen wordt gerangschikt, maar met de duivelen in de hel wordt gestraft.

2. Aanwijzing. Als gij op het diepst getroffen zijt door de zonde en ellende van uw geveinsd hart, dan moet gij overtuigd zijn van uw onmacht om uzelf te genezen. Geveinsdheid is als een fistel. Vanwege de kleine opening zou men zeggen, dat zulk een zweer van weinig betekenis is, toch is zij van alle wonden het lastigst te genezen, omdat het zo heel moeilijk is er de grond of bodem van te vinden. O wacht u, dat uw eigen hart u toch niet bedriegt. Het zal zeer vaardig zijn in het beloven, dat het niet meer zal liegen, dat het niet meer vals of geveinsd zal wezen, maar hoor naar de raad van de wijze als hij u vermaant om niet te betrouwen op hetgeen het zegt: "Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot." O hoe velen sterven, omdat zij bij het begin hunner krankheid te veel opzien tegen de moeite en de kosten van een geneesheer te raadplegen. Wacht u voor eigen besluiten en voornemens, om uzelf te verbeteren. De zonde is gelijk het koningszeer: God, en niet wijzelf, kan ons er van genezen. Hij, die zijn eigen hart wil oplappen, en zich niet tot de hemel wendt om hulp, zal in het einde bevinden, dat hij, terwijl hij het ene gat dicht stopt, twee andere gaten maakt, die nog veel erger zijn: waar hij zich van ene zonde tracht te ontdoen, zich overgeeft aan vele anderen, die nog gevaarlijker zijn.

3. Aanwijzing. Neem de toevlucht tot Christus, als de Geneesmeester, op Wiens bekwaamheiden trouw gij u ten volle verlaat om genezen te worden. Indien gij omkomt, zo besluit om te komen aan Zijn deur. Doch weet ter uwer vertroosting, dat nog nooit een genezing, die Hij ondernomen heeft, mislukt is, en dat Hij ook nooit geweigerd heeft de genezing op zich te nemen van iemand, die zich daarvoor tot Hem heeft gewend. Hij heeft deze geveinsden gelaakt, omdat zij hun leven wilden wegwerpen, Johannes 5 : 40, 43, door op iedere kwakzalver te betrouwen, die in zijn eigen naam komt, zonder goedkeuring of volmacht van God voor het werk, maar niet tot Hem wilden komen, opdat zij het leven mochten hebben, ofschoon Hij kwam in de Naam zijns Vaders, die Hem volmacht had gegeven, om Zijn macht en bekwaamheid aan te wenden op de arme zielen ter hunner genezing. En Hij, die dezen laakte, omdat zij niet kwamen, kan niet toornen op u, omdat gij wèl komt. Het is Zijn roeping. Zijn werk; en de mensen zijn niet gewoon de kopers uit hun winkel te verjagen, maar wèl te nodigen om binnen te treden. Toen Christus op aarde was, gaf Hij als reden op, waarom Hij zoveel omgang had met tollenaren en zondaren, en zo weinig met de Farizeeën, dat onder de eersten meer werk voor hem was, Mattheüs 9 : 11, 12. De mensen vestigen zich daar, waar zij denken dat zij in hun beroep of bedrijf het voorspoedigst zullen zijn. Christus is gekomen om de Geneesmeester te zijn van kranke zielen. De Farizeeën waren in hun eigen oordeel zo welvarend, dat Christus zag, dat Hij onder hen niet veel doen kon, en zo wendde Hij zich dan tot hen, die zich van hun krankheid meer bewust waren. Indien gij, arme ziel, slechts in zover tot uzelf zijt gekomen, dat gij onder uw gevloekte geveinsdheid zucht, en dat zuchten in een gebed tot de hemel laat opgaan ten einde van Christus hulp te verkrijgen, dan behoeft gij niet te vrezen, dat uw Geneesmeester niet spoedig tot u zal komen. Hij heeft na Zijn hemelvaart Zijn roeping niet opgegeven, integendeel. Hij oefent Zijn praktijk even ijverig uit als ooit te voren. Wij zien, hoe Hij Zijn raad nederzendt van de hemel in het voortreffelijk recept voor Laodicea - wat zij ter genezing voor diezelfde ziekte der geveinsdheid doen moet - "Ik raad u, dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden", enz.. Openbaring 3 : 18; alsof Hij gezegd had: "Laodicea, gij handelt in onechte waar, uzelf en anderen bedriegende met schijn voor wezen, met nagemaakte genade voor echte. Uw goud is schuim, uw klederen zijn verrotte lompen, die uw naaktheid niet bedekken, maar blootleggen. Kom tot Mij, en gij zult ontvangen wat gij behoeft, ja beter en goedkoper ook." Want, ofschoon hier van kopen wordt gesproken, zo wordt er toch niets anders mee bedoeld, dan dat men met de gezindheid eens kopers moet komen. Christus en Zijn genade zo hogelijk waarderende, dat, indien zij gekocht konden worden, al was het ook voor al het geld in uw beurs, ja, voor het bloed in uw aderen, gij Hem zou begeren te hebben; en niet naar huis zou gaan, zeggende dat gij hard behandeld zijt. Het is de dorstende ziel, die verzadigd zal worden, alleenlijk, zie toe, dat uw dorst de rechte dorst en dat hij diep zij.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen