Advent

Meditatie

(vervolg)

Toen zeide Ik: Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven.

Psalm 40 : 8.

Want de engel antwoordende, zeide tot haar: "De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden". Nee, Maria, het zal zo maar geen zoon zijn zoals er al miljoenen geboren zijn, maar dit zal de grote Wonderzoon zijn. De Zoon des levenden Gods. Deze zal nu uit u, Maria, vlees en bloed aannemen maar geheel zonder zonden. Maria, ontelbare baarmoeders zijn er voor u geopend. Daar zijn voorname en heerlijke kinderen Gods uit voortgekomen. Doch allen in zonden ontvangen en in ongerechtigheid geboren. En heel die schare der uitverkorenen kan nu alleen maar zalig worden door Die Man, Die Koning, Die u Maria baren zult. Want ook na u zal nooit een baarmoeder meer geopend worden waaruit een reine zal voortkomen. Daarom zijt gij gezegend onder de vrouwen. En zie, Elizabeth uw nicht is ook zelve bevrucht met een zoon in haar ouderdom; en deze maand is haar, die onvruchtbaar genaamd was, de zesde. Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiedde naar Uw woord.

Maria, ingewonnen voor God en uitgewonnen van zichzelf, kreeg zich te verliezen in het welbehagen Gods tot verlossing van uitverkoren zondaren. Daar vond zij roemensstof in de Fontein en Oorsprong harer zaligheid. Die God is onze zaligheid. Wat mocht zij een gezegende stand innemen: "Mijn ziel maakt groot den Heere, en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker. Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij Die machtig is, en heilig is Zijn Naam".

Op Gods tijd en op de door Hem bepaalde en reeds eeuwen te voren aangekondigde plaats zal de Middelaar geboren worden. Alles zal moeten medewerken om Jozef en Maria in Bethlehem te krijgen. Want in het broodhuis zal het ware Brood des Levens worden geboren. De Koning der koningen en de Heere der heren. Welken de hemel en de aarde niet kunnen bevatten, zal Zich zo diep vernederen dat Hij uit een geringe maagd wilde geboren worden en dat wel in een beestenstal, nederliggende in een kribbe in de allerdiepste vernedering. En dat enkel en alleen om zondaren zalig te maken.

Toen de Middelaar dan ook geboren was, zongen de engelen: "Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in mensen een welbehagen". Door de herders aanschouwd en met verwondering aangebeden, in Hem hun volle zaligheid vindende. Door de Wijzen uit het Oosten met goud, wierook en mirre vereerd. Goud voor de Koning, wierook voor de Priester en mirre voor de Profeet. Zie, zo mocht Hij door hen gekend worden als Profeet, Priester en Koning. Welk een getuigenis mocht Simeon van Hem geven. Klaar mocht hij Hem zien, gekomen met het Gode-verheerlijkende doel, namelijk de opluistering van Zijns Vaders deugden en de verlossing der Zijnen met Zijn dierbaar bloed. Want zijn geloofsoog zag tot Golgotha heen. Dat getuigt zijn aanspraak tot Maria toen hij daar stond met het Kindeken in zijn armen. Maar toen kreeg hij ook betrekking op de verlossing van een lichaam der zonden en des doods om nu eeuwig met die Middelaar verenigd te mogen worden. Nu laat Gij Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; want mijn ogen hebben Uwe zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken.

O, dat wij zo de Kerstdagen mochten beleven en doorleven, wat zou dat een gezegende vrucht zijn van de zuivere bediening des Heiligen Geestes. Welaan die Geest mocht de onherborenen overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Opdat uit de diepte der ellenden de Heere naar Zijn welbehagen Zich mocht ontfermen om de weg der verlossing buiten des mensen waardigheid in Hem te doen kennen, waarvan de engel zeide: "Ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal, namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus, de Heere, in de stad Davids". Zo mocht de Heere onder ons Zijn werk nog doen tot de ere van Zijn Naam en uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Hij sterke Zijn knechten en geve met zalving die enige Naam te doen uitdragen, Die onder de hemel gegeven is, opdat verlorenen door Hem zouden behouden worden.

In Bethlehems kribbe lag waarlijk het Leven en het Licht der mensen. De ware Verbondsark Christus lag daar neder, bedekkende met Zijn Borgtochtelijke bediening als het gouden Verzoendeksel de vurige Wet, opdat dezelve de uitverkoren zondaar niet zal kunnen verdoemen, want zij zijn niet onder de wet maar onder de genade. Zij namelijk die Christus alzo hebben aangenomen door het ware geloof zoals Hij hen van God geschonken is tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en tot een volkomen verlossing. Want dan wordt het verstaan: En men noemt Zijn Naam: Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid. Vredevorst. Want hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.

Nu de Heere geve de zaken te mogen verstaan door de Heilige Geest, opdat het Kerstfeest niet zou gevierd worden in uiterlijkheden en werelds vermaak, maar dat een verloren zondaar bij Bethlehems kribbe mocht gebracht worden en daar de grond Zijner zaligheid mocht vinden in die onuitsprekelijke Gave des Vaders. En zich te mogen verliezen met de engelen in het onveranderlijke welbehagen. Ere zij God in de hoogste hemelen. Amen.

Ederveen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen