De raad van Kajafas

Meditatie

En een uit hen, namelijk Kajafas, die deszelven jaars hogepriester was, zeide tot hen: Gij verstaat niets; en gij overlegt niet, dat het ons nut is dat één mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga.

Johannes 11 : 49 en 50.

Geliefden,

Zo is de tijd weer aangebroken om enkele weken stil te staan bij het lijden en sterven van de Heere Jezus als de Borg en Middelaar des Verbonds. In ons teksthoofdstuk vinden wij dat de Heere Lazarus uit de dood heeft opgewekt. Velen uit de Joden, die tot Maria gekomen waren, en aanschouwd hadden hetgeen Jezus gedaan had, geloofden in hem. Maar sommigen van hen gingen tot de farizeeën en zeiden tot hen, hetgeen Jezus gedaan had. Onze ouden zeiden wel: Waar de bij de honing uithaalt, zuigt de spin het venijn. Zo was het ook hier en zo zal het altijd wel blijven. Het gaat toch in heel het wereldgebeuren om Christus en Zijn Kerk. Die vijandschap is reeds gezet direct na Adams val in het Paradijs en zal doorgaan totdat de laatste der uitverkorenen zal zijn toegebracht. De strijd zal alleen maar zwaarder gaan worden, want de duivel weet dat hij nog maar een kleine tijd heeft. Het lijkt wel of alles in kerk en maatschappij aan de verwoesting is overgegeven. De vreze Gods gaat meer en meer wijken en er komt een geslacht op dat Jozef niet gekend heeft en zich met beredenering en beschouwing op de been houdt tot schade der ziel en benauwing van het ware volk van God. Een blote wetenschap in de plaats van ware bevinding. Als God een mens van dood levend maakt, komt de ganse hellemacht op de been om dat werk tegen te staan en te verwoesten. Dan openbaart zich pas de helse vijandschap. Zo was het ook in ons tekstgedeelte. De overpriesters en de farizeeën vergaderden de Raad en zeiden: Wat zullen wij doen? Want deze Mens doet vele tekenen. Nee, hier was het geen vraag uit de bange zielenood zoals later op de Pinksterdag die mensen uitriepen: "Wat zullen wij doen; mannen broeders? " Maar hier kwam helse vijandschap openbaar tegen dat onschuldige ware Lam Gods. Hun oog was boos omdat God goed is en goed doet. Want de Heere ging het land door, goeddoende en genezende de kranken, ja, zoekende het verlorene en vrijmakende het gebondene. En dat verwekte juist de vijandschap, want u moet er maar op rekenen als God een tempel bouwt, dan zet de duivel er een kapel naast. Deze Mens doet vele tekenen. Ja dat is waar, want Hij is gezet tot een val en opstanding veler in Israël. Hij is die Steen, door de bouwlieden wel verworpen, doch door de Heere tot een Hoofd des hoeks gelegd. Ja Petrus zegt in zijn zendbrief dat Hij is een Steen des aanstoots en een Rots der ergernis; dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn. Deze Mens doet vele tekenen en de Kerk gaat zuchten: Doe een teken mij ten goede, opdat het mijne haters zien en beschaamd worden. Dat volk gaat uit de ware bekommering uitzien naar de bevestiging van het door God gesproken woord: Gedenk aan het woord gesproken tot Uw knecht; waarop Gij mij verwachting hebt gegeven. Want dat is mijn troost in druk mij toegelegd en dat leert mijn ziel U achteraan te kleven. Maar op deze vergadering der Joodse Raad, ging het om de dood en de ondergang van Christus. Doch zij hadden er geen erg in dat in deze Raad (met ernst gesproken), God voorzitter was. Dat lezen wij duidelijk in Handelingen 2 waar de apostel Petrus zegt: "Dezen, door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood". Zo zal dus deze Raad Gods eeuwig en onveranderlijk besluit uitvoeren en toch schrikkelijk zondigen daar zij verraders en moordenaars van Christus geworden zijn. Wij zouden kunnen zeggen: Hier vergadert de hellemacht uit blinde haat tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde en dat tot verheerlijking van Gods deugden, tot de verlossing van de ganse uitverkoren Kerk en tot hun eeuwige ondergang.

Indien wij Hem alzo laten geworden, zij zullen allen in Hem geloven. U moet er maar op rekenen, dat de duivel Christus er niet één gunt hoor. Maar als Gods volk en knechten bij de zaken mogen gebracht worden uit de dadelijke bediening des Geestes, dan gunnen zij er de duivel niet één. Maar dan wensen zij wel dat alle mensen God vreesden en dat uit de waardigheid die zij mogen vinden in het Goddelijke Wezen. Zij zullen allen in Hem geloven. En dan verliezen wij onze waardigheid. Dan was het bij Johannes de Doper wel anders. Hij wees juist van zichzelf af naar het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Maar ja, daar moet men nu ook juist de vriend des Bruidegoms voor zijn. Hij had er zichzelf voor over want zegt hij: "Hij moet wassen en ik minder worden". Zie, dat vermag genade alleen.

Maar kom, daar staat Kajafas op en neemt het woord. Hij was datzelve jaar hogepriester en hij zal eens zeggen hoe het moet. De stakker wist niet hoe het gaat. Daar kom ik nog wel op terug. Hij zeide tot de Raad: Gij verstaat niets. Nu, om dat te zeggen moet men toch wel wat mans zijn. Doch hij was niet anders dan een instrument der hel. Dat zal in het vervolg nog blijken. In deze Raad verhief hij zich boven al de anderen. Gij verstaat niets; en gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat één Mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga. Matthew Henry zegt: Hier is een kostelijke verklaring van een verderfelijke tekst. De raad van de gevloekte Kajafas zó uitgelegd, dat hij in overeenstemming komt met de Raad des gezegenden Gods. In het woord van Kajafas was een buitengewone besturing des hemels die hem deed zeggen hetgeen van een zo hoog verheven betekenis was. Zonder dat Kajafas het wist hield hij een kostelijke preek vanuit de goddelijke Raad, tot verlossing van zondaren het enige Middel aanwijzende, namelijk de dood van Christus. Bileam profeteerde ook van de Ster Die opgaan zal in Israël. Is Saul, Kajafas ook onder de profeten? Het is ons nut, zegt hij. Maar ik denk dat hij tot zijn eeuwig verderf gesproken heeft. Maar dat hopen wij in het vervolg nog wel te beluisteren.

De Heere zegt van Zijn volk: Ik zal maken dat hun werk in der waarheid zal zijn. En daar zal het voor ons allen maar op aan komen. Kajafas was een blinde leidsman der blinden. Hij sprak hier een kostelijke waarheid doch bedoelde het niet zo als de Heere het bedoelde en uit zal werken. Hier een instrument der hel die onwetende een hemels Evangelie preekte. Doch daarover de volgende maal zo de Heere het geeft.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen