Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Romeinen 8:3.

Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.

HOPENDE: De apostel verklaart steeds nader wat hij ons wil leren in dit 8e hoofdstuk van zijn zendbrief aan de Romeinen. Er is geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. Het is de wet des Geestes des levens in Christus Jezus, die ons vrijmaakt van de wet der zonde en des doods. En nu laat hij hierop volgen: "Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees". De apostel houdt steeds vast aan de twee weldaden die onafscheidenlijk aan elkaar verbonden zijn, namelijk de rechtvaardigmaking en de heiligmaking. Maar die twee weldaden worden door de mens in zijn eigengerechtigheid met elkaar verward. Rome doet de rechtvaardigmaking opkomen uit de heiligmaking. Men zou op grond van zijn goede werken door God gerechtvaardigd worden. We behoeven echter Rome niet buiten onszelf te zoeken. De apostel had, om het zomaar te zeggen, de strijd al met Rome te voeren. Men zocht een gerechtigheid uit de wet en dacht door de werken der wet gerechtvaardigd te worden. Zo denkt echter elk mens erover. En we zullen het dan ook bevindelijk moeten leren, dat we niet door de werken gerechtvaardigd worden. Dit is ten enenmale onmogelijk. De wet is door het vlees krachteloos, zoals de apostel ons hier in deze tekst nu zegt. Als er over het vlees gesproken wordt, dan hebben we daardoor de natuur van de gevallen mens te verstaan. Die natuur is door de zonde geheel en al verdorven. Gods Woord doet ons weten, dat zomin als een moorman zijn huid veranderen kan en een luipaard zijn vlekken, de mens goed zal kunnen doen die geleerd heeft kwaad te doen. De mens kan niet meer beantwoorden aan de eis van Gods heilige wet, zelfs niet in het allerminste. God heeft Zijn wet afgekondigd op de Sinaï. Dat was de wet der tien geboden. Maar het was niet zo, dat God als het ware zei: "Ik zal u nu een wet van tien bepalingen geven en daar hebt ge u nu aan te houden. Ik zou u nog wel meer geboden kunnen geven waaraan ge u te houden hebt, maar Ik wil het bij deze tien geboden nu maar laten". Neen, de wet des Heeren is volmaakt. Daar kan niet van afgedaan worden en daar kan niet aan toegedaan worden. De volmaaktheid Gods is in die wet tot uitdrukking gebracht. Er is geen zonde, of die komt met die wet in strijd. Adam was goed en recht en naar Gods beeld geschapen. Dat betekende, dat die wet ook in zijn hart was ingeschapen. Die wet is een wet der liefde. God eist daarin om Hem lief te hebben boven alles en de naasten als zichzelf Zoals God enkel liefde is, zo was de mens in de staat der rechtheid ook enkel liefde. De wet die afgekondigd is op de Sinaï en daar op twee stenen tafelen is gegeven, was er dus van tevoren al. Zoals de overtreding van elk gebod der wet in strijd is met de heiligheid en de volmaaktheid van het Goddelijk Wezen, zo kwam de overtreding van die wet ook in strijd met de onbevlekte heilige natuur van de mens. Maar als die mens dan ook van God afviel, overtrad hij die heilige wet. Zo bedreef hij moed- en vrijwillig de zonde. Het is nooit te zeggen, hoe gruwelijk dat die val des mensen is geweest. De mens deed daarin dus iets wat tegen de heiligheid van zijn eigen natuur inging.

UITZIENDE: Zo ziet de mens uit zichzelf de gruwelijkheid niet van zijn val. God heeft de mens recht geschapen, maar de mens heeft vele vonden gezocht. Men wil God de schuld maar van die val geven. Als de mens dan zo goed en volmaakt geschapen was, hoe was het dan mogelijk dat hij zo zondigde tegen de heiligheid van zijn eigen natuur? Maar dat dit nu juist het verschrikkelijke van de val geweest is, ziet men niet. De mens die de wet der liefde in het hart droeg en goed en volmaakt door God geschapen was, viel moed- en vrijwillig van zijn Schepper af Hij wilde de Schepper gelijk zijn. Eén ding onderscheidde hem nog van de Schepper en dat was dat de mens schepsel was en God als Schepper had te erkennen. En daar de wet der liefde in het hart was, hield het eren en dienen van de Schepper ook juist de hoogste gelukzaligheid in. En toch koos die mens de weg die hem van zijn Schepper scheidde. Och, de mens van nature zit daar maar in te wroeten, om dit te willen begrijpen, maar er is ook in die val iets onbegrijpelijks gebeurd. En men zal het eens over moeten leren nemen, dat men zelf en niet Adam zoiets onbegrijpelijks en zoiets verschrikkelijks heeft gedaan. God gaf geen reden daartoe. Hoe heerlijk stond de mens in die staat der rechtheid, als hij van ogenblik tot ogenblik die onuitsprekelijke liefde en gunst van zijn Schepper mocht genieten en daarin de hoogste gelukzaligheid mocht vinden. En toch maakte de zonde een scheiding. Maar och vriend, daar leert men met ontvangen genade ook wel iets van verstaan. De Heere wil de ziel soms veel van Zijn liefde doen smaken en zo de ziel in dat zalige leven doen delen, maar toch is het altijd de zonde die ons dat leven kwijt doet raken. O die boze begeerte die in de mens opkomt, brengt gelijk al scheiding tussen God en de ziel. De begeerte kwam ook in Eva op om God gelijk te zijn. En de begeerte bracht haar tot de daad waardoor ze dacht God gelijk te worden.

HOPENDE: Maar zo is nu de wet der liefde door het vlees krachteloos geworden. De mens draagt die wet niet meer in het hart. Door de overtreding van die wet staat de mens schuldig aan die wet. De wet moet hem vervloeken, want die wet kan niet anders dan vervloeking hebben voor de overtreder. Zo bracht dus de overtreding van de wet de mens ook onder strafschuld. Die straf is een eeuwige straf Zo is het dus de wet onmogelijk om de mens te verlossen. Het is de wet niet meer mogelijk om de mens te rechtvaardigen, zodat er voor hem geen verdoemenis meer is. Maar daar komt nog wat bij, want de rechtvaardigmaking van de schuldige zondaar bestaat niet alleen in een vrijspraak van schuld en straf, maar ook in een recht geven op het eeuwige leven. Door de zonde is de mens het ware leven kwijt. Dat leven was verbonden aan het doen van de wet. "Want Mozes beschrijft de rechtvaardigheid die uit de wet is, zeggende: De mens die deze dingen doet zal door dezelve leven". Er is dus voor de mens die de wet niet meer in het hart draagt, niet anders meer dan de eeuwige dood. Hoe onmogelijk is het dan toch om door de wet gerechtvaardigd te worden. Maar dat zal men nu nooit recht weten, als men met die wet geen kennis maakt. De wet houdt ons als een cipier gevangen onder de heerschappij der zonde en des doods. Men moet maar niet denken dat men met de wet niets meer te maken heeft. Velen denken dat wel en grijpen buiten de wet om naar het Evangelie. Maar zonder de wetenschap van dat de wet ons niet verlossen kan, komen we niet tot de kennis van de verlossing door Christus.

UITZIENDE: O vriend, we zullen toch moeten weten wat het zeggen wil, dat God Zijn Zoon heeft moeten zenden in gelijkheid des zondigen vleses, opdat er verlossing zou zijn. Dat wordt hier immers door de apostel geleerd. Het was de wet onmogelijk om ons te verlossen. Ze is door het vlees krachteloos. De nieuwe vertaling heeft er maar weer van gemaakt, dat de wet door het vlees zwak is. Er is voor mij nogal een groot verschil tussen zwak en krachteloos. We zullen het maar bij de oude vertaling houden. Maar daar hebt ge nu juist weer het punt waar het hier om gaat. Waarom is die wet krachteloos? Omdat de mens geheel en al verdorven is en in een staat van vijandschap verkeert. Die mensen voor wie de wet zwak is, zijn zo vijandig nog niet. En het is juist de bedoeling van de apostel in deze zendbrief om ons goed te doen weten dat we als vijanden met God verzoend worden.

Maar daarom was nu ook de komst van Christus noodzakelijk tot verlossing. Hij is niet voor vrienden, maar voor vijanden in de wereld gekomen. Hij is ook niet gekomen om ons alleen van de straf te verlossen, maar om ons te verlossen uit zo'n ellendige staat. Velen weten alleen te spreken over hetgeen waarvan ze verlost zijn, maar ze weten niet waaruit zij verlost zijn. De zondaar die zijn ellendige staat leert kennen zal pas goed weten wat de straf der hel zal zijn. In de hel zal men eeuwig zijn volle vijandschap tegen God uitleven. Zo moet men zijn gevallen staat leren kennen. Dan wordt men niet alleen aan zijn onmacht. maar ook aan zijn onwil ontdekt.

HOPENDE: Terecht hebt u zoeven opgemerkt, dat de wet niet zwak is, maar krachteloos. Met die nieuwe vertaling heeft men zich weer verraden. Taalkundigen zeggen ons ook, dat het woord dat in de oorspronkelijke tekst gebruikt wordt, ons zegt dat de wet niet alleen niet een weinig, maar in het geheel geen vermogen heeft om te verlossen. Er is niet één wettisch werk van de mens dat nog enig gewicht kan leggen op de weegschaal van Gods gerechtigheid. We hopen de volgende keer er verder op door te gaan, dat God Zijn Zoon tot verlossing heeft moeten zenden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1994

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1994

De Wachter Sions | 8 Pagina's