Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de geschiedenis van de gemeenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de geschiedenis van de gemeenten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Grootvader Pieter Fraanje (3)

Armoede

Uit de doopdienst door ds. Ledeboer bleek al dat Pieter Fraanje arm was. Niet lang hierna leek het hem goed om met zijn gezin van Heinkenszand naar Wissekerke te verhuizen, maar ook daar kon hij nauwelijks in zijn levensonderhoud voorzien. Op een dag hoorde hij van een bedelaar dat er in Biezelinge misschien nog wel werk voor een wagenmaker was. Fraanje onderzocht het, en toen bleek dat het waar was, verhuisden ze. Van 1852 tot 1854 had hij in Wissekerke gewoond.

De eerste zomer had hij het niet slecht, maar in de winter waren er bijna geen inkomsten. Fraanje besloot toen om hout te gaan zagen in de Wilhelminapolder - twee uur van huis vandaan - met als gevolg dat hij 's avonds niet naar huis kon. Het vroor hard en het kwam voor dat het bloed hem uit zijn lippen barstte, terwijl hij aan het werk was. Bij een ander bevroren de wenkbrauwen en die moest met het werk stoppen omdat hij niet meer kon zien.

Een merkwaardige gift

In de maand maart keerde Fraanje naar huis terug om weer met het wagenmaken verder te gaan, maar de armoede bleef en vaak was er geen ander voedsel dan alleen droog brood. Ook kwamen de schuldeisers, maar er was geen geld. Op een morgen ging het zover dat Fraanje zich geen raad meer wist. Nu was het zijn gewoonte om iedere ochtend en iedere avond met zijn gezin in het gebed te gaan; dat gebeurde ook toen, en zijn zoon Jan schrijft: "Hij kreeg op die morgen een bijzondere toegang tot de troon der genade". Fraanje had eerst niet geweten wat hij doen moest, maar toen hij opstond, verklaarde hij dat hij naar een man in Waarde ging, twee uren van Biezelinge af Hoewel hij daar nog nooit eerder geweest was, zei hij: "Die man zal mij helpen".

Na het eten liep hij er heen, en aangekomen, raakte hij met die betreffende persoon in gesprek over God en Zijn wegen. en de handelingen, die Hij met hem gehouden had en nog hield. Nadat ze zo enige tijd gesproken hadden, keek de man hem aan en zei: "Ik geloof dat gij hier juist moet wezen, want ik heb laatst een gelofte gedaan tussen God en mijn ziel. Ik had een bankbiljet, en ik zei tot de Heere: "Zo er een van Uw arme kinderen mag komen die er behoefte aan heeft, dan hoop ik dit te mogen geven". Hij gaf het geld aan Fraanje en hij was "verblijd dat hij verwaardigd was om het te kunnen geven en vader was verblijd dat hij het mocht ontvangen, want hij mocht hierin weer ondervinden zijns Vaders trouw en zorg". En dit was "meer dan de gift zelf", zo besloot zijn zoon Jan.

Diefstal

Later ging het beter en was er minder armoede. Wel begon Fraanje toen te tobben met zijn gezondheid. Met name had hij veel last van zijn maag.

Verscheidene uitreddingen staan nog in het handschrift vermeld. Een merkwaardig voorval betrof een diefstal, die hij op een zaterdagmorgen ontdekte, waarbij hij merkte dat er heel wat gereedschap verdwenen was. In die moeilijkheden bad hij tot God of Hij "hem mocht ontdekken wie of het gedaan had". Zijn gedachten gingen toen naar een kennis, die eerder die week werktuigen van hem had geleend. Hij ging daarop met zijn broer Cornells naar de boer waarbij die kennis in dienst was, en verzocht hem of ze in de schuur zoeken mochten. De boer vond dit goed en zocht zelf mee. Maar ze vonden niets.

Terwijl ze aan het zoeken waren, leunde Fraanje over de pui van de koestal en bad in stilte of de Heere hem toch wilde openbaren waar het was. En schreef Jan: "Hier betoonde de Heere weder dat Hij een verhorend God voor hem was, hoe of in wat plaats hij zich bevond". Hem werd getoond dat het gereedschap in het veld tussen de oogst was verborgen. Hij ging naar de boer en Cornells en vertelde ze dat ze moesten ophouden met zoeken omdat het gereedschap niet in de schuur maar in het veld verborgen was. Daarop liep de boer naar het land en hij vond alles even later terug in een slootje tussen het staande koren. "Zo wilde de Heere hem de verborgen dingen openbaar maken opdat Zijn Naam geroemd en geprezen werd". De dader heeft later bekend en er ook gevangenisstraf voor gekregen. Fraanje kreeg al het ontvreemde gereedschap weer terug.

Terug naar Daniël Bakker

In kerkelijk opzicht was er intussen veel gebeurd. Fraanje ging nadat ds. Budding weer in Goes was teruggekeerd, hier weer kerken. Maar Budding, die eerst de oud-gereformeerde lijn van ds. Ledeboer had voorgestaan, veranderde in zijn prediking. Ook Fraanje voelde zich hierover steeds meer bezwaard en op een zondagmorgen, toen hij weer naar Goes op weg was, "raakte hij ernstig aan het vragen of de Heere hem mocht onderrichten wat te doen of wat te laten". Terwijl hij dit deed, kwam het hem voor dat hij zijn weg moest verlaten, en een andere weg moest inslaan naar 's-Gravenpolder. Dit deed hij en zo kwam hij weer terecht bij Daniël Bakker, waar in die tijd ook ds. Pieter van Dijke regelmatig voorging. Zo verliet Fraanje in 1856 ds. Budding en tot zijn sterven is hij lidmaat van de Ledeboeriaanse gemeente in 's-Gravenpolder gebleven.

Het sterven

In 1862 verergerde zijn maagkwaal, en vaak kon hij niet werken. Alleen licht voedsel verdroeg hij. In de zomer van dat jaar sprak hij met zijn gezin vaak over een verhuizing, pas later werd hij steeds meer werkzaam met het sterven en de dood. Hij verklaarde hen dat die voor hem geen koning der verschrikking meer was en dat die hem niet onverwachts zou overvallen. Veel mocht hij ook van de liefde des Heeren ondervinden.

Het gebeurde eens op een zondagmorgen dat hij zijn vrouw vertelde dat hij zo'n begeerte had om die dag naar Krabbendijke te gaan, waar ds. P. van Dijke zou preken. Zij antwoordde dat hij daar niet kon komen, omdat het tweeëneenhalf uur lopen was, en hij niet gezond was. Fraanje antwoordde: "De Heere zal mij er wel brengen, als ik niet lopen kan, zal ik wel rijden". Hij stapte op en even bui-

ten het dorp werd hij ingehaald door een rijtuig met mensen uit Goes, die ook naar Van Dijke op weg waren. Ze vroegen hem of hij mee wilde rijden, want er was nog net een plaats over. Zo kwam hij in Krabbendijke. Jan vervolgde: "Deze zondag was een voorbereiding voor zijn dood, want daar het op die dag juist Avondmaal was en hij de bondszegelen tot versterking mocht gebruiken, was hij zo verkwikt en bemoedigd dat hij zei: "Nu heb ik voor veertig dagen genoeg". En dit kwam zo uit, want binnen die dagen was hij overleden. Hij kwam thuis vol van de liefde des Heeren. Ja, de Heere schonk hem zoveel liefde in de laatste dagen, dat hij bij tijden zoveel liefde ondervond als bij zijn overgang uit de natuurstaat in de staat der genade".

Kort voor zijn sterven heeft hij nog van zijn bekenden afscheid genomen. Hij werd bedlegerig, maar alles was vrede. Veel sprak hij niet meer en toen zijn vrouw hem vroeg: "Pieter, hoe zal ik het maken met zoveel kinderen? " stak hij zijn hand naar boven en zei: "Hij zal voor u zorgen".

In de morgen van 11 december 1862 blies hij de laatste adem uit. Hij was 47 jaar oud geworden. Tijdens de begrafenis sprak oefenaar Daniël Bakker, bij wie hij ook gekerkt had tijdens zijn leven.

Zijn vrouw heeft na het overlijden van Pieter Fraanje alles verkocht en de woorden die hij op zijn sterfbed had gesproken zijn waarheid geworden. Haar zoon Jan deelde in het handschrift mee dat de Heere haar te allen tijde heeft bijgestaan en ook voor haar een beschermer was. Toen hij het verhaal schreef, in 1885, kerkte zij nog steeds in 's-Gravenpolder, in de kerk waar een jaar of acht tevoren door ds. Daniël Bakker haar kleinzoon Jozias gedoopt was, degene uit het nageslacht van Pieter Fraanje die leraar zou worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1995

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Uit de geschiedenis van de gemeenten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1995

De Wachter Sions | 8 Pagina's