Christus de schoonste! (64)

Meditatie

Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen. Ps. 45:3a.

Geliefde lezer, Toen de dichter beleed: "Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen", wist hij waarover hij sprak. Hij wist dat er geen mens op aarde was geweest en zou komen, die in schoonheid Christus kon evenaren. We weten niet aan welke mensen hij gedacht heeft toen hij deze geloofsbelijdenis deed, maar hoe het dan ook zij, hij wist dat Christus ook oneindig schoner was dan hij zelfwas. Daarom mocht hij door genade weten dat Christus alléén de Schoonste is van alle mensen! O, hoe groot is het, indien we een kruimeltje daarvan mogen ontvangen, want dan hebben we onszelf leren kennen als de grootste der zondaren! En juist dan alleen zal het zulk een eeuwig wonder worden indien de Heere Zich aan ons wil uitlaten in Sions dierbare Borg en Middelaar.

Hebben we de vorige keer overdacht, dat Christus schoner is dan Abel, thans willen we overdenken: Dat Christus veel schoner is dan Aaron.

Zoals we weten had de Heere Zich de stam Levi tot Zijn bijzonder eigendom verkoren voor Zijn dienst in het heiligdom. Uit deze stam werd het geslacht van Aaron verkoren tot het priesterschap, en hieruit werd het hoofd gekozen tot Hogepriester. Deze vertegenwoordigde dan het gehele priesterdom. Het kenmerkende van het priesterschap was gelegen in de verkiezing uit het volk, het afzonderen van het volk, en het naderen tot God voor het volk.

In Hebreeën 5 lezen we, dat alle hogepriester uit de mensen genomen werd voor de mensen 'in de zaken die bij God te doen zijn'. Aaron was een voorbeeld van Christus, Die ook uit de mensen genomen is ten goede van Zijn volk. We kunnen van Hem zeggen, wat van David geschreven staat: "Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd" (Ps. 89 : 20), om tot God te naderen ten goede voor al Zijn uitverkorenen. De hogepriester moest voor God naderen om verzoening voor de zonde van zowel het volk, als dat van hemzelf (Hebr. 7 : 27). Hij moest alvorens hij tot God in het Heiligdom naderde, eerst zichzelf wassen en reinigen. De apostel zegt ervan: "Overmits hij ook zelf met zwakheid omvangen is" (Hebr. 5 : 2). Ziet u, dat Christus daarom Aaron overtreft, want Aaron was geen engel, noch een heilig mens, maar een zondaar vol zwakheden en gebreken. En zó moest hij tot God naderen. O, indien wij toch aangezien moesten worden in Aaron, dan konden we nooit voor God bestaan. Alhoewel Christus ook Mens was uit de mensen en voor mensen, evenwel was Hij een rechtvaardig Mens, Die niet voor Zijn eigen zonde moest offeren. Daarom vermaant Paulus: "Aanmerkt den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Jezus Christus" (Hebr. 3 : 1). Christus' priesterschap was oneindig meer dan die van Aaron, want Hij is waarachtig God en waarachtig en rechtvaardig Mens. Hij was geheel rein zonder enige zonde, gelijk we hiervan lezen: "Want zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren en hoger dan de hemelen geworden" (Hebr. 7 : 26), Die Zijn bloed gestort heeft voor al Zijn volk.

We denken niet dat onze lezers hierover onwetend zijn, doch het is een groot verschil of wij dit krachtens opvoeding en onderwijs weten of dat we door genade geheiligd onderwijs hebben mogen ontvangen. Het hele volk Israël in het Oude Testament, wist dat op de grote Verzoendag niet alleen een rode koe geslacht werd, maar ook dat het bloed van het dier besprengd werd op het volk. Tevens wist het oude bondsvolk dat de hogepriester met de ene hand een gouden schaal met bloed vast hield, en met de andere hand het reukvat, en daarmee het Heiligdom binnen ging. De Oudtestamentische hogepriester ging dan gehuld in de wolk van het reukwerk in het Heilige der heiligen, en sprengde zevenmaal met zijn vinger van het bloed voor het verzoendeksel, dat op de ark was, en bad daar voor de zonde van het volk. Hoevelen hebben hiervan kennis genomen, en zijn toch vreemdeling gebleven van Christus, het grote Voorbeeld, Die komen zou om de schuld van Zijn uitverkorenen te verzoenen door Zijn eigen bloed. De meesten hadden genoeg aan de handeling van de hogepriester, en hadden geen behoefte aan Christus, Die door Aaron was afgebeeld. Evenwel de gelovige Israëliet mocht hoger op zien, en door genade weten en met het hart geloven, dat de hogepriester met het bloed van stieren en bokken de zonde niet verzoenen kon, maar dat dit alleen geschieden kon door het bloed van Christus. De gelovige Israëliet zag de hemelse Hogepriester afgebeeld, Die in de volheid des tijds komen zou om Zichzelf op te offeren en Zijn hartebloed voor Zijn volk te storten. Ja, dat Hij met Zijn eigen bloed in het Heiligdom zou ingaan om de schuld van Zijn uitverkorenen te verzoenen. Hoe overtreft Christus dan toch Aaron, Die Zichzelf aan Zijn Vader opgeofferd heeft, in plaats van stieren en bokken (Hebr. 9 : 12). Aaron en zijn opvolgers konden de zonden van het volk niet verzoenen, maar dit geldt wel van Christus' bloed (Hebr. 9 : 12-14). Aaron moest herhaaldelijk offeren, doch Christus heeft met één offerande in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden (Hebr. 10 : 14). Aaron moest zijn ambt afleggen bij zijn sterven. Hij stierf op de berg Hor, nadat hij zijn ambtskleding had uitgetrokken en aan zijn zoon gegeven, doch Christus is Priester tot in der eeuwigheid (Ps. 110 : 4).

Ziet u, dat Christus voor de ware gelovige veel schoner is dan Aaron, en hem oneindig ver overtreft?

De ware gelovige zag in deze handeling het grote wonderwerk der verlossing door de hemelse Hogepriester. David, een van de gelovigen van het Oude Verbond, mocht dan ook weten dat met de komst van Christus de offeranden zouden worden afgeschaft. Hij mocht door genade zien op Christus, Die in de stilte der nooit begonnen eeuwigheid tot Zijn Vader gezegd heeft: "Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer, Gij hebt Mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist" (Ps. 40 : 7). De Heere heeft alleen voldoening gevonden in het offer van Zijn Zoon. Maar vrienden, wees nu eens eerlijk hoeveel brandoffers brengen wij de Heere niet om Hem te bewegen en om onszelf tevreden te

Meditatie vervolg

stellen? Hoeveel afgoden hebben we niet die wij onbewust of bewust hoger achten dan Christus? O, indien wij met onze godsdienstplichten tevreden zijn dan verachten wij Christus, en getuigt ons tekst-vers: "Gij zijt veel schoner dan alle mensen" tégen ons. Indien wij iemand een hogere plaats in ons hart gunnen dan Christus, zal God dit óf ons bitter maken óf dat Hij het wegneemt. De Heere duldt niemand tussen Hem en ons, en daarom slaat de Heere dikwijls wegen in, die oorzaak zijn van bitterheid. U mag van ons weten, dat het een eeuwig wonder is indien we een ogenblikje met ons hart mogen instemmen wat we elke week aan het overdenken zijn. Dan verlangen we werkelijk met ons hart om oprecht in te stemmen: "Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen", en daarom schoner is dan Aaron, omdat Hij de medelijdende Hogepriester is. De volgende keer hopen we daarop nader in te gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen