De wapenrusting Gods 269.

"En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes."

(Efeze 6:15).

Vier eigenschappen van Evangelievrede

Tweede toepassing. Laat deze leer als een toetssteen wezen om de echtheid van uw vrede en uw vertroosting te beproeven: dragen zij de stempel van het Evangelie? De duivel heeft zijn valse munt van vertroosting zowel als van genade, stel uzelf dus op de proef, terwijl ik u enige eigenschappen voorhoud van de vrede, die Christus in Zijn Evangelie spreekt tot Zijn volk.

1. Eigenschap van Evangelie-vrede.

Evangelie-vertroosting kan gekend worden aan het vat, waarin zij wordt uitgestort, hetwelk is een verbroken hart. De belofte is alleen tot de zodanigen gericht. "Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der nederigen", Jesaja 57 : 15. Christus is door de bepaalde opdracht Zijns Vaders gebonden. Hij vermag niemand anders te troosten. "De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart", Jesaja 61 : 1. En wat Hij Zelf van de Vader ontvangt, dat geeft Hij aan hen, die Hij op dezelfde boodschap uitzendt. Hij geeft hun ten eerste Zijn Geest, van Wie Hij tot Zijn discipelen gezegd heeft, dat "de Trooster, gekomen zijnde, de wereld overtuigen zal van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel", Johannes 16 : 8. Let wel op, eerst van zonde. En wat Zijn mindere boodschappers betreft, hun wordt aangewezen aan wie zij de vertroosting van het Evangelie hebben te brengen. "Versterkt de slappe handen en stelt de struikelende knieën vast. Zegt den onbedachtzamen van hart: Weest sterk, vreest niet", Jesaja 35 : 3, 4. En het ligt voor hun rekening, indien zij deze zalf uitstorten op het hoofd van een zondaar, die nog niet verootmoedigd is, ten einde aan zo iemand enige vertroosting te geven, door hem, zoals hij nu is, het leven te beloven. God dient hier protest tegen in. Hij noemt het een leugen, een "versterken van de handen des goddelozen", en voor zoveel in hen is, door hem op te blazen met een valse vertroosting, te bewerken dat hij de ware vrede nooit zal smaken.

Aldus ziet gij de orde van het Evangelie in het vertroosten der zielen. Gelijk in naaldwerk de donkere grond vervaardigd wordt eer men aan de heldere kleuren begint; gelijk de beeldhouwer zijn beeld beitelt eer hij het verguldt, zo begint ook de Geest van Christus met droefheid, om te eindigen in vreugde. Eerst snijdt en wondt Hij, en dan geneest Hij de ziel en overdekt haar met vertroosting en vrede. Ik hoop dat gij niet denkt, dat ik de Heilige in Zijn werkingen beperk tot dezelfde mate en trap in allen. Hieromtrent heb ik mijn gedachten elders blootgelegd. Maar des Geestes werk van overtuiging en verootmoediging in elke ziel gaat zo zeer de komst van vrede en vertroosting vooraf, dat de ziel ontledigd wordt van alle valse vertroosting en betrouwen, en het hart wordt als een vat, waaruit de bodem is weggeslagen, zodat al het water dat er in was, er uit wegvloeit.

De zonden, die zij liefhad, worden thans door haar gehaat. De hoop en de vertroosting, waarmee zij zichzelf behaagde, zijn weg, en de mens is in een toestand van treurige verlatenheid en eenzaamheid gekomen. Hij ziet thans geen andere weg, dan die van het verderf, waarop hij moet omkomen, tenzij Christus zijn Vriend worde en Zich stelt tussen hem en de hel. Tot Hem heft hij daarom zijn klacht op, even gewillig om Zijn raad te volgen en zich door Hem te laten leiden, als ooit een kranke gewillig was om de raad op te volgen van zijn arts, van wiens bekwaamheid en zorg hij ten volle overtuigd is. Dit noem ik "het verbroken hart", waarmee gij, zo gij er thans nog geheel en al vreemd aan zijt, kennis zult beginnen te maken, zodra gij de Evangelie-vrede kent. Ik smeek u, rust niet, voordat gij een antwoord hebt van uw consciëntie. Wat zegt zij? Is uw wijn eenmaal water geweest? Is uw licht uit duisternis voortgekomen? Is uw vrede het gevolg van strijd der ziel en van benauwdheid des harten? Waart gij gewond, vóórdat gij zijt genezen? Dan kunt gij hopen, dat het een vriendelijk werk is van Gods genadige Geest. Stel het op prijs en loof uw God, Die u deze wijn heeft gegeven om uw bedrukt hart te vervrolijken. Indien gij echter begint door een sprong... zo gij uw wijn hebt, eer uw vaten met water waren gevuld; indien uw morgen is gekomen, eer gij uw avond hebt gehad; uw vrede bevestigd werd, eer uw valse vrede werd verbroken; uw consciëntie gezond en wel was, eer het lancet haar heeft geopend om er de vuile stoffen van uw hoogmoed, uw vleselijk vertrouwen en andere zonden, waarin gij hebt geleefd, uit te laten, dan kunt gij voor een wijle wel enige verlichting smaken, maar weet, dat de Heere Jezus dit niet erkent als een genezing, door Hem teweeggebracht.

Het huis van de sterk gewapende wordt even goed "in vrede" bewaard. Luk. 11 : 21, als van de andere. Er is meer kracht toe nodig om ware droefheid te werken, dan valse vreugde en vrede. Gij zou een gelukkiger mens zijn, indien gij treurde in de benauwdheid van een ontruste consciëntie, dan wanneer gij danst rondom de afgod vrede, waarmee de duivel, uw gezworen vijand, u bespot.

Tweede kenmerk van Evangelievrede.

1. Evangelievrede wordt aan de ziel gegeven in de weg der gehoorzaamheid en van een heilige wandel. "En zovelen als er naar deze regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede". Galaten 6 : 16. In vers 15 ziet gij, dat dit de regel is van "een nieuw schepsel". En wat is deze anders dan de heilige regel des Woords, voor hetwelk de beginselen der genade, ingeplant in de ziel des gelovigen, zó juist passen, dat er niet meer natuurlijke overeenstemming is tussen het oog en het licht, dan tussen de neiging van deze nieuwe natuur in een heilige en de regel der heiligheid in het Woord. Nu is het niet genoeg, dat iemand een nieuw schepsel zij, en een beginsel van genade in zijn hart hebbe, hij moet ook werkelijk wandelen naar deze regel, want anders zal hij naar ware vrede in zijn consciëntie gaan zoeken. Geen vertroosting in de heiligen kan gevonden worden, dan die hun door de Trooster gebracht is. En Hij, Die ons gebiedt ons "te onttrekken van hen (al zijn zij ook onze broederen), die ongeregeld wandelen", 2 Thess. 3 : 6, zal zich voorzeker zelf van de zodanigen onttrekken, en hun zijn vertroostingen onthouden, zolang zij ongeregeld blijven wandelen. En dat doen zij, zolang zij buiten deze regel wandelen.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen