Oeconomia Christiana -33-

De liefde van de man blijkt uit diens omgang met zijn vrouw

'De man moet metterdaad betonen dat hij zijn vrouw in waarde houdt en dat hij haar een teer respect toedraagt. Hij moet haar in zijn hart en bij zichzelf groot achten. Wie zijn huisvrouw recht Hefheeft, zal haar in groot aanzien bij zich laten zijn. Want hoewel zij onder de man is gesteld, zo moet de man nochtans over haar niet domineren. Gij zijt geen heerser maar een man. Gij hebt geen dienstmaagd gekregen maar een vrouw, zeide de oude leraar Ambrosius. De man moet zijn vrouw niet verachten.

Laat de man in zijn huis zijn als de zon, de vrouw moet worden aangezien als de maan. Dat zijn twee grote en noodzakelijke lichten in de kleine wereld van een christelijk huisgezin.

De man moet de vrouw ook haar eer geven. De man moet niet menen dat hij een van de grote ceders op Libanon is om met verachting zijn huisvrouw als de distel over het hoofd te zien. Richt. 14:9. Hij moet haar daarentegen in respect en aanzien houden en in haar gezelschap zijn hoogste vergenoegen scheppen, wat een noodzakelijke vrucht is van oprechte liefde.

De man moet ook in zijn uitwendige conversatie en omgang steeds laten blijken dat hij zijn huisvrouw achting toedraagt. Wat is liefde als de daad er niet bij is? De oprechte liefde werkt. Er is een arbeid der liefde, die de man aan zijn huisvrouw in verschillende aangelegenheden moeten betonen, opdat blijken zal dat hij met verstand bij haar woont, 1 Petr. 3:7.

Hij moet zijn huisvrouw in zijn huis en voor de ogen van anderen uiterlijk respect bewijzen, gelijk hij haar in zijn hart acht.

Hij dient zijn huisvrouw zeer dankbaar te zijn over alles wat zij plichtsgetrouw voor hem gedaan heeft of doet. Hij dient haar daarover te prijzen.

Hij behoort zeer vriendelijk met haar te leven. Dat is de suiker en de honing, waarmee alle moeilijkheden die vooral de vrouwen in de huwelijkse staat ontmoeten, verzoet kunnen worden.

Hij moet laten zien in zijn gelaat dat hij zijn huisvrouw welgezind is. Hij moet het laten merken in zijn woorden en gesprekken, wanneer hij tot haar of bij anderen van haar spreekt. Hij moet haar dan vriendelijke namen en titelen geven die zijn innerlijke genegenheid uitdrukken. Alle namen die de Bruidegom aan Zijn bruid geeft in het Hooglied van de wijze Salomo zijn namen van bijzondere vriendelijkheid.

Ook dient hij dit te laten merken in zijn onderwijzingen en in zijn bevelen. Hij legge zijn huisvrouw niet teveel en niet te zware lasten op. Men kan een gewillig paard overladen. Hij mag haar niet commanderen als een dienstmaagd, maar dient met alle beleefdheid en vriendelijkheid zijn begeerten haar bekend te maken. Ook betoont hij het in zijn bestraffingen: een werk der liefde waarin de man ten aanzien van het waardigste wat zijn huisvrouw heeft (de ziel) nooit nalatig behoorde te zijn. Zulke bestraffingen zijn tot behoudenis van haar ziel. Daarin moet de man zijn vriendelijkheid laten zien. Hij dient er niet dan ongaarne toe te komen, niet om geringe beuzelingen. Bestraffingen die te vaak vernieuwd worden, verliezen hun kracht. Er moeten gewichtige redenen toe zijn. De misdaad en de overtreding moet blijken. En dan wordt vooral vereist dat hij het zonder bitterheid doet, met de geest van zachtmoedigheid. Gal. 6:1. Met een zachte tong, Spr. 25:15. Niet in het openbaar, maar als hij alleen met haar is. Volgens de les van Christus, Matth. 18, op de beste tijd, als het gemoed wat bedaard is en de bestraffing de meeste vrucht zal kunnen doen.' (pag. 135-138).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen