In de leer bij een kruisdominee (26)

Over de goede werken (Ds. E. Fransen)

ZONDAG 24

1. Wordt in deze zondag naar de eigenschappen van de goede werken gevraagd'?

Neen, die lezen wij in het antwoord op vraag 91, maar in deze zondag wordt de leer van de vrije rechtvaardigmaking verdedigd.

2. Waarom hebhen de goede werken in de rechtvaardigmakinggeen waarde?

Omdat de uitverkorenen de rechtvaardigheid werd toegerekend toen zij nog dood in zonden waren, geheel zonder de werken der wet. Ezech. 16 : 6 en Rom. 14 : 6.

3. Verdienen de goede werken van de gerechtvaardigden loon bij de Heere?

Neen, want dit zou strijden tegen:

a. Gods volmaaktheden en Zijn heilige wet;

b. Christus' gerechtigheid;

c. het werk van de Heilige Geest.

4. Waarom, strijden de verdienstelijkheid der goede werken tegen Gods volmaaktheid?

Omdat de Heere algenoegzaam in Zichzelf is. De godzaligen kunnen Hem geen gewin toebrengen en de goddelozen Hem niets ontnemen.

Job 22 : 2, 3; 35 : 7.

5. Strijdt het ook tegen Zijn heilige Wet?

Ja, die eist volmaaktheid en de ganse Kerk belijdt: "Wij allen zijn als een onreine en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed". Jes. 64 : 6.

6. Strijden de onvolmaakte wettische werken ook tegen Christus' gerechtigheid?

Ja, dan zou Hij geen volkomen, maar een helpende Zaligmaker zijn, en alle eigen roem niet uitgesloten worden. Rom. 3 : 27.

7. Waarom strijdt de wettische heiligmaking tegen het werk des Heiligen Geestes?

Omdat de Heilige Geest uit de volheid van Christus de evangelische heiligmaking aan de gelovigen meedeelt. Joh. 16 : 14.

8. Maakt de evangelische heiligmaking hen dan verdienstelijk ?

Nee, want het zijn geen vruchten van henzelf en zij blijven met al hun gehoorzaamheid onnutte dienstknechten.

Hoogl. 4 : 16; Filipp. 2 : 13 en Luk. 17 :80.

9. Waarom beloont de Heere dan hun goede werken voor tijd en eeuwigheid?

a. Om Zijn soevereiniteit en grote liefde openbaar te maken, dat Hij Zijn eigen genadegiften in hen beloont;

b. Zij worden daardoor tot de beoefening van godzaligheid aangemoedigd.

1 Tim. 4 : 7.

10. Wordt de vrije rechtvaardigmakende genadeleer niet veel tegengesproken?

Ja, de Arminianen ijveren voor de verdienstelijkheid van de goede werken, maar de betrachting daarvan getuigt het tegendeel.

Matth. 21 : 30.

11. Door wie wordt deze leer misbruikt?

Door hen, die de Antinomianen aankleven, die zeggen "dat de zonden de genade overvloedig maken" en hen niet uit de hemel zullen houden.

Rom. 3 : 8.

12. Waaruit komen die dwalingen voort?

Uit hun ingebeelde rechtvaardiging. Daar zij niet door de H. Geest vernieuwd en geheiligd zijn, zo worden zij zorgeloos en goddeloos. Rom. 6 : 1, 2.

13. Waardoor maken zich de beminnaars van de zuivere leer kenbaar?

Dat zij een inwendige lust en vermaak hebben in de leer die naar de godzaligheid is en door de liefde van Christus gedrongen worden.

Ps. 1 : 2; Rom. 7 : 22; 1 Tim. 6 : 3 en 2 Kor. 5 : 14.

14. Waaruit ontvangen zij krachten tot evangelische gehoorzaamheid?

Uit de geloofsvereniging met Christus. Daarom is het onmogelijk dat de levende ranken of leden geen vruchten zouden voortbrengen.

Hos. 14 : 9; Joh. 15 : 2 en Jak. 3:11, 12.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen