Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Bron (10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Bron (10)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere versterkt het geloof van Abraham

”En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u... tot een eeuwig verbond om u te zijn tot een God en uw zaad na u.”

Gen. 17: 7

Nog altijd had Abram geen zoon.

Eens zei de Heere hem weer, dat hij een groot nageslacht zou krijgen.

Maar Abram kon die heerlijke belofte van een groot volk te worden niet altijd geloven.

Daarom zei hij op zekere keer: "Eliëzer is mijn trouwe en beste knecht. Heere, zal ik hem dan als mijn kind beschouwen?

Zal ik net doen of hij mijn kind is? ”

Maar dat vond de Heere niet goed.

”Nee Abram, u zult zelf een zoon krijgen!" Toen leidde de Heere hem naar buiten. Het was een prachtige avond. Daarna sprak de Heere: "Zie nu op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt!”

Dat kon Abram niet. Dat kan niemand. Wie kan die duizenden, die miljoenen sterren tellen?

Toen sprak de Heere: "Zo ontelbaar als de sterren zullen uw nakomelingen eens zijn. Ik schiep in een ogenblik al die hemellichten en zal Ik u dan niet een kind kunnen geven? Ben Ik niet de Almachtige? " Ja, toen kon Abram niet meer twijfelen. Nu geloofde hij vast en zeker een kind te zullen krijgen, ook al waren hij en zijn vrouw daar te oud voor. Ja, al kon zijn vrouw zelfs geen kinderen krijgen, zo geloofde Abram toch in de heerlijke belofte van de Heere, voor Wie niets te wonderlijk is.

Toen Abram hierna aan de Heere een offer bracht, toonde de Heere hem opnieuw dat hij heel veel nakomelingen zou krijgen. Die nakomelingen zouden in een vreemd land wel heel erg verdrukt worden, maar de Heere zou hen Kanaan, het beloofde land, geven.

Ja, de Heere maakte zelfs een verbond met zijn knecht Abram zoals vrienden wel eens een verbond met elkaar maken en zoals er ook een trouwverbond is tussen vader en moeder om elkaar altijd te helpen. Door dit trouwverbond van de Heere met Abram kon hij er zeker van zijn, dat de Heere doen zou wat Hij beloofd had en de heerlijke belofte op Zijn tijd zeker vervullen zou. Van dat trouwverbond zingen we in de bekende Psalm:

Opent uwen mond. Eis van Mij vrijmoedig. Op Mijn trouwverbond; Al wat u ontbreekt. Schenk Ik, zo gij 't smeekt. Mild en overvloedig. (Ps. 81:12)

Toch werd Abrams geloof op een zware proef gesteld.

Vele jaren gingen voorbij en nog steeds was de beloofde zoon niet geboren.

Hoe zou de heerlijke belofte ooit vervuld kunnen worden?

Toen begon het geloof van Abram te wankelen. Het ongeloof en de twijfel kregen meer en meer de overhand.

Hij en Sarai gingen de moed opgeven en dachten: "Nee, Gods belofte zal toch nooit vervuld worden!"

Toen kwam Sara met een plan. Het was een ongelovig plan, maar Abram vond het toch een goed plan.

"Abram, neem mijn dienstmaagd Hagar als tweede vrouw. Zij is jonger dan ik en zij zal ons misschien de beloofde zoon schenken", stelde Sara voor.

Abram luisterde naar zijn vrouw en trouwde met Hagar, de dienstmaagd.

Misschien dat nu die heerlijke belofte vervuld zou kunnen worden!

Na niet al te lange tijd verwachtte Hagar een kind. O, wat was ze blij! Maar ze werd ook trots en voelde zich ver verheven boven Sarai. Daarom werd ze door Sarai gestraft, waarop Hagar boos weg liep en uitgeput bij een waterfontein neerviel.

Daar zocht de Heere haar op en stuurde haar naar Sarai terug. Meteen vertelde de Heere dat zij het te verwachten kind Ismaël moest noemen. Verder sprak de Heere dat Hij voor dit kind zou zorgen en het veel tijdelijke weldaden zou geven.

Kort hierna - Abram was toen zesentachtigjaar - werd Ismaël geboren. De jongen groeide voorspoedig op en was de trots van zijn moeder Hagar. Toch mocht deze jongen niet de echte erfgenaam van Abram zijn. Dat bleek dertien jaar later heel duidelijk.

Toen Abram negen-en-negentig jaar was, verscheen de Heere hem weer en zei dat Sarai een zoon zou krijgen. Bovendien wees de Heere op Zijn trouwverbond dat Hij met Abram gesloten had. Om aan Abram te laten zien dat de Heere echt Zijn verbond en Zijn heerlijke belofte vervullen zou, gaf Hij hem een teken. Welk teken was dat?

Als teken dat de Heere Zijn verbond zou nakomen, gaf Hij aan Abram het teken van de besnijdenis, waarvoor later de doop in de plaats gekomen is. Abram moest alle jongetjes van acht dagen oud laten besnijden. Met een mesje werd een tekentje in de voorhuid gemaakt. In de tijd van het Nieuwe Testament kwam de doop in de plaats van de besnijdenis. Wij kennen in onze kerk alleen de heilige doop. Door dit teken van de doop wil de Heere zeggen, dat Hij Zijn verbond en Zijn heerlijke belofte zal nakomen.

Weten we nog wat met die heerlijke belofte bedoeld werd?

Juist, daaronder werd verstaan dat uit Abrams nakomelingen de Heere Jezus zou geboren worden en door Hem zouden de volkeren de zegen van een nieuw hart ontvangen. De Heere zou dus uit allerlei volkeren mensen gaan bekeren en die mensen zouden de echte kinderen van Abram zijn.

Het teken van besnijdenis en doop dient dus tot versterking van het geloof van Abram en al Gods kinderen!

Hieruit blijkt dat de Heere weet hoe zwak van moed en klein van krachten Gods kinderen in zichzelf zijn. Door dit verbondsteken wil de Heere Zijn kinderen echter wijzen op Zijn trouw. Het is alsof Hij bij elke doopsbediening getuigt: "Ik ga met Mijn werk van bekering door en Ik zal zorgen dat er echte kinderen van Abram zullen zijn”.

(vervolg blz. 14)

(Vervolg Uit de Bron)

Van die trouw des Heeren zingen we in de bekende Psalm:

God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken; Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht, Tot in het duizendste geslacht; 't Verbond met Abraham, Zijn vrind. Bevestigt Hij van kind tot kind. (Ps. 105:5)

Wat was de Heere goed voor Zijn kind Abram. Hij had hem de heerUjke belofte gegeven. Maar dat niet alleen, Hij sloot met Abram een trouwverbond.

Daarna deed Hij nog meer. Hij gaf ook een verbondsteken!

Dit alles deed de Heere tot versterking van zijn geloof.

Tenslotte deed de Heere nog iets. Hij veranderde de naam van Abram in Abraham en van Sarai in Sara. De naam van Abram werd dus langer en die van Sarai werd korter. Zij kregen dus beiden een nieuwe naam. Door deze nieuwe namen wilde de Heere nogeens aangeven dat Hij de heerlijke belofte vast en zeker op Zijn tijd zou vervullen. Ja, de Heere sprak het nu duidelijk en klaar uit dat Sara een zoon zou krijgen. In die zoon zou de Heere de heerlijke belofte gaan vervullen. Nee, niet door Eliëzer, de knecht, en ook niet door Ismaël, de zoon van Hagar, zou Gods heerlijke belofte vervuld worden, maar door het kind van Abraham en Sara. O, toen Abraham dit hoorde, viel hij uit eerbied en dankbaarheid op zijn aangezicht in het stof voor de Heere neer en lachte in de Heere verblijd.

Toen hij daarna een zegen voor Ismaël vroeg, sprak de Heere: "Ismaël zal ook groot worden en Ik zal hem zegenen in dit leven. Maar het kind dat straks geboren zal worden en dat Izak heten zal, dat kind zal Ik zegenen in dit leven en na dit leven. Niet met Ismaël, maar met Izak zal Ik Mijn verbond oprichten”.

Nee, nu zou Abraham toch nooit meer behoeven te twijfelen aan Gods heerlijke belofte.

Steeds weer had de Heere het hem gezegd. Hij had zelfs met hem een trouwverbond gesloten, daarna het verbondsteken gegeven en tenslotte hadden hij en zijn vrouw een nieuwe naam ontvangen.

Dit alles gaf de Heere tot troost voor Abraham, dat Hij Zijn heerlijke belofte op Zijn tijd vervullen zou.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2000

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Uit de Bron (10)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2000

De Wachter Sions | 8 Pagina's