Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De fluisteringen des Heeren (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De fluisteringen des Heeren (7)

7 minuten leestijd

Meditatie

En na het vuur het suizen van een zachte stilte.

1 Kon. 19:12b

Geliefde lezer,

We hebben kunnen vernemen hoe Christus' komst Oudtestamentisch door de profeten werd aangekondigd, en door de offeranden en ceremoniën afgebeeld.

Echter is het zulk een verschil of we deze aankondiging inwendig of uitwendig mogen horen. Hoe noodzakelijk is het dan toch, dat de Heere ons oor wil doorboren door de priem van Zijn Woord en Geest. Het gehele volk van Israël hoorde uitwendig de aankondiging van de komst van Christus, doch men sloeg er geen acht op. Echter de oprecht gelovigen onder het volk, mochten door genade het Woord uitwendig horen, en zagen daarom uit naar Zijn komst tot hun zaligheid.

Zo mocht ook de profeet Elia Christus' fluisteringen horen. Hij mocht het verschil kennen tussen de stem van Gods almacht en die van Zijn liefde. Alvorens Hij Christus' liefelijke stem hoorde, vernam hij Zijn almacht in de vorm van de verwoestende wind, de vreselijke aardbeving, en het verslindende vuur. Doch toen de Heere de stem van Zijn liefde liet horen, veranderde onmiddellijk zijn innerlijke gesteldheid. Onthoudt, dat alleen deze liefde het hart verbreekt, de banden van onverenigdheid losmaakt, en tot wederliefde opwekt. Wie onder ons nooit het suizen van een zachte stilte ofwel de fluisteringen des Heeren heeft gehoord, is nog geheel vreemdeling van Hem, en weet ook niet recht wat hij mist. Indien u de stem van de enige Herder niet kent, dan is er ook geen volgen van Hem. Indien u enigszins zielsbevindelijk zou weten Wie Christus is, u zou zonder Zijn gemeenschap, en zonder het horen van Zijn stem niet meer kunnen leven. We lezen dat de oren dergenen, die horen, zullen opmerken (Jes. 32:3b). Opmerken! Opmerkzaam te zijn om Zijn Woord te horen, en doof te zijn voor de minneliederen van de wereld, het gevlei van de godsdienst, en de lokstemmen van het boze hart. Allen dan wiens oren doorboord worden, zullen met Lydia acht slaan op het gehoorde woord, en mogen op Gods tijd Christus' fluisteringen waarnemen (Hand. 16:14). Christus bevestigt dit door te zeggen: Die Mijn Woord hoort, en gelooft Hem, die heeft het eeuwige leven (Joh. 5:24). De eerste inkomst van Gods Woord in ons hart is om ons te overtuigen van onze ellende, hetwelk gepaard gaat met indrukken van Gods heilig ongenoegen en vreselijke Majesteit. Om deze reden brengt dit Woord ons als een verdoemelijk zondaar aan Gods kant om voor eeuwig verloren te moeten gaan. Zie, alleen in die weg, behaagt het de Heere om op Zijn tijd Zijn lieflijke stem te laten horen in het hart van verslagen en verbrijzelde zondaren. Zo verovert Christus ons hart, en haalt het uit om Hem te volgen. Hijzelf zegt ervan: De Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord ter rechter tijd te spreken (Jes. 50:4a). God de Vader heeft Christus daartoe van eeuwigheid verordineerd, en Hem met de Heilige Geest gezalfd tot de hoogste Profeet en Leraar, om aan verloren zondaren die in Hem verkoren zijn. Zijn verborgen raad en wil van hun verlossing volkomenlijk te openbaren (H.C. Zondag 12). God de Vader heeft Christus door Zijn Geest bekwaam gemaakt om dwaze zondaren wijs te maken tot zaligheid. Daarom is Hij Degene, Die de tong der geleerden heeft ontvangen. Hij Zelf betuigt ervan: Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie Mijn lippen bedwing Ik niet (Ps. 40:10). Hoe gehoorzaam is Christus als Vaders Knecht geweest, om de zaligheid op rechtsgronden te verdienen, en hoe gewillig is Hij om Zijn fluistering, de boodschap van het heil aan arme zondaren te zegenen. Zie, de profeet Elia mocht de bevestiging daarvan in zijn ziel ondervinden.

Vrienden, in hoeverre hebben wij dit naar de mate des geloofs ook in onze ziel bevestigd gekregen? Ach, dat u deze fluisteringen van deze grote Leraar mocht kennen! U zou alles voor Jezus' fluisteringen over hebben. Niet uw goed, noch uw godsdienst kunnen u die vrede en rust voor UW ziel geven, dan Jezus' stem alleen. Wie is een Leraar als Christus? Hij is de enige, de welsprekendste, de dierbaarste, hartinnemendste, de volzaligste, de hoogste Profeet en Leraar ter gerechtigheid.

Er zijn in de tijden die achter ons liggen, vele welsprekende leraars geweest. Zo zegt Stéfanus in zijn rede dat Mozes machtig was in woorden en in werken (Hand. 7:22). Hij was een krachtige, indringende en heldere spreker. Kon Mozes echter het volk in Kanaan brengen? Salomo wordt genoemd de wijze Prediker, die aangename woorden zocht, en wijzer was dan alle andere mensen (Pred. 12:9, 10; 1 Kon. 4:29-31). Kunnen Salome's wijze woorden zonder Christus' Geest ons wijs maken tot zaligheid? J. Chrysostomus, wegens zijn welsprekendheid "guldenmond" geheten, wordt de grootste prediker geacht van de Griekse kerk. Kon hij met zijn welsprekendheid de harde rotssteen van het hart van zondaren verbreken? Ja, is er ooit een leraar geweest, die hoe afsnijdend hij ook gepreekt heeft, hoe bewogen hij mag geweest zijn, en hoe ruim en dierbaar hij over Christus geschreven heeft, in staat geweest om het hart van zondaren te verbreken, en het suizen van een zachte stilte te laten horen? Zij hebben schatten van werken nagelaten, doch de stille, zachte wind van het evangelie uit de hemelse schatkamer konden en kunnen zij niet voortbrengen.

Zij hebben vele woorden geschreven, zodat één van hen schreef: Ik zeg mijn gedichten uit van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers (Ps. 45:2). Echter wees ook hij van zichzelf af en wees op Christus, de uitnemenste Leraar: Genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid (vs. 3). Deze stem deed David schuldenaar voor God worden; Mannasse tot zichzelf komen in de gevangenis; Zachéüs openbare schuldbelijdenis afleggen voor Hem en het volk; Paulus neervellen op de weg naar Damaskus; en de profeet Elia zijn hoofd met zijn mantel bedekken.

Weet, dat Zijn fluisteringen hun oorsprong vinden in het eeuwige besluit van Gods welbehagen, uit de schatkamer van

Meditatie vervolg

Christus' verdiensten, en de kracht van God de HeiUge Geest, en daarom hebben zij eeuwigheidswaarde. Vervolgens is de Heere soeverein in het bepalen van de tijd wanneer Hij deze fluisteringen laat horen. De profeet Elia hoorde ze niet toen hij van de engel een fles water en een gebakken koek kreeg, noch tijdens zijn veertigdaagse reis naar de berg Horeb, maar toen hij op de berg Gods stond, want dan zegt onze tekst: En na het vuur het suizen van een zachte stilte. Daarom geldt het ook voor deze fluisteringen des Heeren: En hoe goed is een woord op zijn tijd (Spr. 15:23b). Ja, Christus, Die een tong der geleerden heeft ontvangen, zegt Zelf: Opdat Ik wete met den moede een woord ter rechtertijd te spreken (Jes. 50:4). Vrienden, mocht 's Heeren tijd ook voor de ware vermoeiden en beladenen onder ons zijn aangebroken, dat het Kerstfeit heeft mogen plaatsvinden in de ziel, en dat de fluisterstem gehoord mag zijn: Dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus, de Heere, in de stad Davids (Luk. 2:11). Zal dat geen eeuwig wonder zijn, wanneer de Heere Zelf ons dit verkondigt. Zelf ons lieflijk toefluistert. Zelf onze ziel aanspreekt? O, indien de aankondiging al zo oneindig groot is, wat zal het dan toch zijn, wanneer de dierbare Koning in ons hart wordt geboren, en we bewust dat Kindeke aan ons hart mogen drukken. Hem aanbidden en eren. Zie, dan zullen we met Simeon instemmen: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord (Luk. 2:29). Ziet u, naar het woord des Heeren! Christus had ook hem toegefluisterd, beloofd dat hij niet zou sterven alvorens hij Hem had mogen aanschouwen, maar dat hij onmiddellijk of een zeer korte tijd daarna zou opgenomen worden in heerlijkheid.

Vrienden, de Heere kwam bij Simeon op Zijn fluisteringen terug. Daarom zijn de fluisteringen des Heeren fluisteringen, waar u staat op kunt maken. Alhoewel de Heere het wel beproeft, zal Hij de vervulling echter altijd op Zijn tijd schenken. Hoe nameloos arm bent u, wanneer u het suizen van een zachte stilte niet kent.

Weet dan, dat als u zonder dit sterft, u dan eeuwig buiten Gods gunst moet blijven. Het is onze verzuchting of de Heere onze arme pogingen wil zegenen, opdat er in harten van arme zondaren plaats gemaakt mag worden voor Christus' gezegende fluisteringen, en u gelovig mag uitroepen: Dat is de stem mijns Liefsten (Hoogl. 2:8a).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 2001

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De fluisteringen des Heeren (7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 2001

De Wachter Sions | 8 Pagina's