Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Plalmen in de nacht (67)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Plalmen in de nacht (67)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET REUKWERK VAN HET GEBED

”Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht." _, - , Psalm 141 : 2

God heeft een tempel buiten de hemel. Niet iedere dienst die Hem wordt toegewijd, is beperkt tot die gelukzalige wereld waar Hij werkelijk woont. Hij heeft een ander heiligdom op de aarde; Hij heeft ook onderdanen die Hem op andere wijze dienen en de invloed van Zijn tegenwoordigheid wordt aan hen evengoed beloofd, en aldaar evenzo ondervonden als in de algemene vergadering van de gemeente, die in heerlijkheid rondom Hem is verzameld. Wij spreken niet van een prachtig gebouw met handen gemaakt, waar een kerkdienst wordt gehouden vol uiterlijk vertoon, die de hoogmoed van de mensen streelt en de zinnen van de mensen bekoort, maar van een tempel en een tempeldienst oneindig voortreffelijker in Gods oog.

”Alzo zegt de Heere: De hemel is Mijn troon en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen? En waar is de plaats Mijner rust? Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de Heere; maar op dezen zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest en die voor Mijn woord beeft" (Jes. 66 : 1, 2). "Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelde en nederige geest is, opdat Ik levend make de geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden" (Jes. 57 : 15).

Dit is Gods tempel op de aarde, dit is degene die Hem dient, en dit is de dienst die Hem wordt toegebracht. De prachtige bouw van de kerk is niets, de mooie dienst is niets, die vormelijk daaraan deelneemt is niets; "maar op deze zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest en die voor Mijn woord beeft" (Jes. 66 : 2b). O, ernstige waarheid! O, dierbare woorden! "Heere, schrijf ze in mijn hart door de Heilige Geest. Mijn lichaam zij Uw tempel, mijn hart zij Uw heiligdom. Uw tegenwoordigheid zij mijn leven, mijn leven worde in Uw dienst besteed."

Hij die in Jezus gelooft, is een koninklijke priester, bestemd om God geestelijke offeranden te brengen. Hij is geroepen en gewijd, bekleed en gezalfd tot een hoge en heilige dienst. Zijn roeping is Goddelijk, Zijn wijding is heilig. Zijn kleding is kostelijk. Zijn zalving welriekend. Voor de rang, de heerlijkheid en de dienst van iemand van het koninklijk priesterdom zinkt al de pracht en de luister van Aarons priesterdom in het niet.

Geroepen naar Gods voornemen, gewijd en afgezonderd door vrij machtige genade, bekleed met de gerechtigheid van Christus, gezalfd met de Heilige Geest en brengende de geestelijke offerande van een gebroken en verslagen hart. Is het verwonderlijk dat God met een oog van onuitsprekelijk welbehagen op hem ziet?

Maar wij willen nu overgaan om enkele van deze belangrijke punten te bespreken. Wij verwijzen naar het reukwerk dat ieder, die waarlijk in Jezus gelooft, als een koninklijk priester de Heere brengt. Het onderwerp stelt ons de christen voor in zijn heiligste en plechtigste gestalte: tot God naderende en op het altaar van Zijn genade het reukwerk van de gebeden offerende. De symbolische verwijzing hiernaar is aandoenlijk mooi: "Gij zult ook een reukaltaar des reukwerks maken... En Aaron zal daarop aansteken welriekende specerijen; alle morgen, als hij de lampen wel zal toegericht hebben, zal hij dezelve aansteken. En als Aaron de lampen aansteken zal tussen de twee avonden, zal hij dat aansteken; het zal een gedurig reukwerk zijn voor het aangezicht des HEEREN bij uw geslachten" (Ex. 30 : la, 7, 8).

Dat door dit reukwerk symbolisch het gebed werd voorgesteld blijkt uit deze woorden: "En al de menigte des volks was buiten biddende, ter ure des reukoffers" (Luk. 1 : 10). Hoewel David leefde in de tijd van de schaduwdienst, verklaart hij dit sjrmbool nauwkeurig en zuiver: "Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht" (Ps. 141 : 2a). Het is een eigenaardige en indrukwekkende voorstelling. En wij moeten dankbaar zijn, lieve lezer, lering te mogen trekken uit wat in Gods Woord strekt om ons de natuur van het gebed te leren, de zegen ervan duidelijk te maken, de ernst ervan dieper te doen gevoelen, en ons hart de heilige plicht en het lieflijk voorrecht ervan te doen beoefenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Plalmen in de nacht (67)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's