Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Bron (1530)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Bron (1530)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Salomo's heerlijkheid

"En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand ()." (1 Koningen 4:29)

De jonge koning Salomo had een schitterende hofhouding. We kunnen daarvan lezen in de Bijbel. Tal van deftige mensen stonden in zijn dienst. Hij had officieren voor zijn leger, schrijvers voor zijn correspondentie, twaalf bestelmeesters of hoofdontvangers die koren, olie, stro en vee als belasting van het volk eisten, bodendiensten die door het hele rijk op snelle kamelen zijn bevelen uitvoerden en nog meer mensen die allerlei zaken moesten regelen. Bij elkaar had Salomo ongeveer vijfduizend man personeel in dienst.

Voor de hofhouding van Salomo was veel eten nodig. Per dag werden dertig runderen, honderd schapen, herten, reeën, buffels en vogels aangevoerd om geslacht te worden. De koning beschikte ook over vierduizend paardenstallen. In elke stal stonden tien paarden, zodat hij veertigduizend paarden had.

Nu weten we hoe de Heere aan Mozes gezegd had dat de Israëlieten niet veel paarden mochten bezitten. Dat had de Heere uitdrukkelijk verboden. Het volk mocht niet vertrouwen op de veelheid van zijn ruiters en paarden, maar moest zijn hulp van de Heere alleen verwachten, zodat na een overwinning op de vijanden alleen de Heere de eer ontving en het volk kon zingen:

Het briesend paard moet eind'lijk sneven, Hoe snel het draav' in 't oorlogsveld; 't Kan niemand d'overwinning geven; Zijn grote sterkte baat geen held. Neen, de HEER' der heren Doet ons triomferen. (Psalm 33:9)

Maar in de tijd van Salomo was er geen oorlog. Daarom waren zijn paarden niet bestemd om oorlog te voeren. Ook kocht Farao veel paarden uit Egypte om die weer met winst door te verkopen aan andere volkeren, zodat hierdoor zijn rijkdom toenam. Behalve paarden werden ook linnengaren en strijdwagens in Egypte gekocht en met winst doorverkocht. Hiervoor had Salomo weer heel veel handelaars in dienst.

Naast zijn duizenden paarden bezat hij ook veertienhonderd strijdwagens en twaalfduizend ruiters. Uit dit alles blijkt hoe groot Salomo's macht, grootheid, roem en rijkdom was.

Maar vooral blonk zijn wijsheid in alles uit. Hoewel er tijdens zijn regering veel wijze mannen waren zoals bijvoorbeeld Ethan, de dichter van Psalm 89, en Heman, de dichter van Psalm 88, zo stak Salomo in wijsheid ver boven hen uit. Geen wonder dat zijn naam niet alleen in het binnenland, maar ook in het buitenland bekend en beroemd werd. In de Bijbel lezen we: "En van alle volken kwamen er om Salomo's wijsheid te horen".

Ook het volk van Israël was tevreden. Er heerste welvaart en geen vijand durfde het machtige rijk van Salomo aanvallen. In de Bijbel staat: "Juda nu en Israël waren velen, als zand, dat aan de zee is in menigte, etende en drinkende en blijde zijnde". Hieruit blijkt wel dat er voor het volk volop eten en drinken was. Bovendien was er rust, vrede en eensgezindheid onder elkaar Daarvan zegt de Bijbel: "En Juda en Israël woonden zeker, een iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom, van Dan tot Berseba, al de dagen van Salomo." Met dat "zitten onder de wijnstok en vijgenboom" wordt bedoeld dat de mensen in Israël het goed hadden en dat er rust en welvaart heerste. Nog nooit was Israël zo groot en zo voornaam geweest als onder koning Salomo.

Natuurlijk kwam er voor de jonge koning heel wat kijken om zijn volk en hofhouding te besturen. Daarvoor kwam zijn wijsheid goed van pas.

In het bijzonder kwam zijn wijsheid uit in zijn spreuken en liederen die hij maakte. In de Bijbel staat: "En hij sprak drieduizend spreuken; daartoe waren zijn liederen duizend en vijf".

In de Bijbel staan er drie boeken van Salomo: Spreuken, Prediker en Hooglied. In deze Bijbelboeken komt vooral de grote wijsheid van Salomo uit.

In het Bijbelboek "Spreuken" zijn er zeshonderd van zijn spreuken bewaard gebleven. Het zijn kernachtige wijze gezegden waarin koning Salomo ons wil leren hoe we de Heere en de naaste moeten liefhebben. Vaak gebruikt hij hiervoor beelden uit de natuur, zoals dieren en bomen. In "Spreuken" wijst hij er vooral op de Heere te vrezen. Zo zegt hij tegen de mensen dat de Heere hen nog een tijd van bekering geeft. Die tijd mogen zij niet onbekeerd voorbij laten gaan, want straks is het te laat. Als de genadetijd voorbij is, is het roepen tot de Heere tevergeefs. Dan zal God niet meer naar hen luisteren. "Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden, " waarschuwt de Heere (Spr. 1:28).

Wij hebben de Heere in alle dingen van het leven nodig en daarom moeten we steeds vragen of Hij ons zegenen wil. "Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken" (Spr. 3:6). "Als we de Heere tot onze Leidsman hebben, komen we nooit verkeerd uit", wil Salomo zeggen. We moeten ook vlijtig zijn en mogen nooit lui zijn. Salomo wijst een luiaard op de mieren en zegt: Ga tot de mier, gij luiaard; zie haar wegen en wordt wijs" (Spr. 6:6). "Kijk eens hoe ijverig die dieren werken en neem er een voorbeeld aan, " wil Salomo zeggen.

Heel erg is het als we vader en moeder ongehoorzaam zijn. Steeds waarschuwt de koning ons daarvoor. "Wie zijn vader of zijn moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte duisternis" zegt hij (Spr. 20:20). We weten hoe het met Absalom en Adonia afliep. Hun lamp werd uitgeblust toen zij in de kracht van hun leven om hun opstand tegen hun vader moesten sterven.

Salomo was weliswaar wijs, maar in zijn Spreuken wijst hij ons op Iemand Die veel wijzer is. Dat is de Heere Jezus. De koning wekt ons op om Hem ernstig te zoeken: Die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden" (Spr. 8:17). Wie van de Heere een nieuw hart ontvangt, is voor tijd en eeuwigheid gelukkig. Hij zal eeuwig mogen leven: Want die Mij vindt, vindt het leven" (Spr. 8:35).

C.V.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2004

De Wachter Sions | 10 Pagina's

Uit de Bron (1530)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2004

De Wachter Sions | 10 Pagina's